Regeling tegemoetkoming meerkosten in verband met herplaatsing personeel van ziekenhuisscholen per 1 augustus 1999

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-07-2004 t/m 30-12-2004

Regeling tegemoetkoming meerkosten in verband met herplaatsing personeel van ziekenhuisscholen per 1 augustus 1999

De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

Gelet op artikel 4 van de Wet overige OCenW-subsidies,

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

In deze regeling wordt verstaan onder:

de minister:

de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen;

schoolbegeleidingsdienst:

de schoolbegeleidingsdienst bedoeld in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 165 van de Wet op de expertisecentra en artikel 280 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

educatieve voorziening:

de educatieve voorziening bedoeld in artikel 1.4, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

wet:

de Wet ondersteuning onderwijs aan zieke leerlingen (Stb. 1998, 733);

personeel:

het personeel dat op 31 juli 1999 aan de ziekenhuisscholen genoemd in artikel VI van de wet was benoemd;

vergoeding:

de specifieke uitkering bedoeld in artikel IX van de wet, in voorkomende gevallen verminderd als gevolg van toepassing van artikel VII, eerste of tweede lid of de subsidie bedoeld in artikel 2.18, eerste lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in voorkomende gevallen verminderd als gevolg van toepassing van het derde lid van voornoemd artikel.

Artikel 2. Tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Schoolbegeleidingsdiensten en educatieve voorzieningen die met ingang van 1 augustus 1999 personeel benoemen, respectievelijk aanstellen, en waarvoor de vergoeding, verminderd met het in het derde lid bedoelde percentage voor niet-personele kosten, niet toereikend is voor de daaruit voortvloeiende personele kosten komen voor een financiele tegemoetkoming in aanmerking.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming wordt uitsluitend verstrekt indien het verschil voortvloeit uit de inschaling van het personeel per 31 juli 1999 of de totale betrekkingsomvang van dat personeel op die datum.</AL> <AL>3. Bij de vaststelling van voornoemde tegemoetkoming wordt ervan uitgegaan dat een door de minister vast te stellen percentage van het totaal van de voor elke schoolbegeleidingsdienst bestemde specifieke uitkering, respectievelijk de aan elke educatieve voorziening toegekende subsidie, beschikbaar is voor de vergoeding van niet-personele kosten.

  • 3 Bij de vaststelling van voornoemde tegemoetkoming wordt ervan uitgegaan dat een door de minister vast te stellen percentage van het totaal van de voor elke schoolbegeleidingsdienst bestemde specifieke uitkering, respectievelijk de aan elke educatieve voorziening toegekende subsidie, beschikbaar is voor de vergoeding van niet-personele kosten.

  • 4 De minister stelt het percentage voor niet-personele kosten per kalenderjaar vast en maakt dit voor de aanvang van het desbetreffende kalenderjaar bekend aan de besturen van de schoolbegeleidingsdiensten en educatieve voorzieningen. Voor het tijdvak 1 augustus tot en met 31 december 1999 wordt dit percentage voor 1 mei 1999 bekendgemaakt.

Artikel 3. Basis berekening tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De tegemoetkoming wordt per kalenderjaar vastgesteld en bedraagt het positieve verschil tussen de door de minister berekende normatieve kosten voor het personeel in dat kalenderjaar en de vergoeding, verminderd met het voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde percentage niet-personele kosten bedoeld in artikel 2, derde lid.

  • 2 De normatieve kosten voor het personeel bedoeld in het eerste lid bestaan uit de som van het aan de hand van de opgaven bedoeld in artikel 5, bepaalde bruto maandsalaris vermenigvuldigd met 12, en verhoogd met een per salarisnummer vastgesteld normatief opslagpercentage.

  • 3 Bij de bepaling van het bruto maandsalaris bedoeld in het vorige lid wordt rekening gehouden met de vanaf 1 augustus 1999 algemeen geldende wijzigingen in de hoogte van de salarissen (alsmede met de periodieke salarisverhogingen van het personeel) voorzover deze aansluiten bij het carrièrepatroon van het desbetreffende personeel zoals dat gold op 31 juli 1999 en de algemene wijzigingen in de hoogte van de werkgeverslasten.

Artikel 4. Duur en wijze toekenning tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De tegemoetkoming wordt op aanvraag en per kalenderjaar toegekend. De tegemoetkoming geldt voor zolang er sprake is van meerkosten en ten hoogste voor een periode van zes jaar die begint op 1 augustus 1999 en eindigt op 1 augustus 2005. Een aanvraag wordt, ten einde een tijdige betaling mogelijk te maken, uiterlijk 1 juli 1999 door het bestuur van de schoolbegeleidingsdienst of het bestuur van het academisch ziekenhuis of van de rechtspersoon die de educatieve voorziening in stand houdt, ingediend.

  • 2 De tegemoetkoming wordt in de eerste maand van elk kwartaal en voor een tijdvak van drie maanden in de vorm van een voorschot ter beschikking gesteld.

Artikel 5. Verdere voorwaarden voor toekenning van de tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De financiële tegemoetkoming als bedoeld in deze regeling wordt alleen toegekend indien het bestuur bedoeld in het eerste lid van artikel 4 dat deze tegemoetkoming wil ontvangen voldoet aan elk van de volgende voorwaarden:

  • 1. Voor het eerst uiterlijk 1 juli 1999 en vervolgens twee weken voorafgaand aan het kalenderjaar waarin voor het eerst een aanspraak op tegemoetkoming ontstaat dient het bestuur met de aanvraag een overzicht in van gegevens betreffende elk personeelslid dat op 31 juli 1999 is benoemd aan een ziekenhuisschool en dat op 1 augustus 1999 zal worden benoemd, respectievelijk zal worden aangesteld, bij de door haar in stand gehouden schoolbegeleidingsdienst of educatieve voorziening. De gegevens zijn:

    • de naam van elk personeelslid;

    • de functieschaal op 31 juli 1999;

    • de bezoldigingsschaal op 31 juli 1999;

    • het regelnummer bij de bezoldigingsschaal op 31 juli 1999;

    • de betrekkingsomvang per 31 juli 1999;

    • de functieschaal op 1 augustus 1999;

    • de bezoldigingsschaal op 1 augustus 1999;

    • het regelnummer bij de bezoldigingsschaal op 1 augustus 1999;

    • de betrekkingsomvang per 1 augustus 1999;

    • naam, adres, woonplaats, rekeningnummer van het bestuur.

    Bij het overzicht zendt het bestuur van elk personeelslid een kopie van zowel het bewijs van benoeming of aanstelling per 31 juli 1999 als dat van benoeming of aanstelling per 1 augustus 1999 mee.

  • 2. Voor het eerst uiterlijk 1 juli 1999 en vervolgens twee weken voorafgaand aan elk kalenderjaar deelt het bestuur van de schoolbegeleidingsdienst de minister mede van welke gemeente(n) zij in dat kalenderjaar een bijdrage ontvangt in verband met de ondersteuning van het onderwijs aan zieke leerlingen.

  • 3. Voor het eerst op 15 september 1999 en vervolgens telkens op 15 december, 15 maart, 15 juni en 15 september doet het bestuur van een schoolbegeleidingsdienst of een educatieve voorziening mededeling of, en zo ja welke mutaties er in het lopende kwartaal zijn geweest in de gegevens betreffende de betrekkingsomvang of bezoldiging van de per 1 augustus 1999 van de ziekenhuisscholen overgenomen personeelsleden. De gegevens zijn per ingangsdatum en per met naam aangegeven personeelslid:

    • de gewijzigde bezoldigingsschaal;

    • het gewijzigde regelnummer bij de bezoldigingsschaal;

    • de gewijzigde betrekkingsomvang;

    • ontslag, vertrek, benoeming in andere functie.

Artikel 6. Aanpassing tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

De minister past de vergoeding voor het kwartaal dat volgt op de in het derde lid van artikel 5 van deze regeling genoemde data aan op de gemelde mutaties in het voorafgaande kwartaal.

Hij verrekent daarbij in voorkomende gevallen het in enig kwartaal teveel of te weinig verstrekte bedrag.

Artikel 7. Vaststelling van de tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Binnen 10 maanden na afloop van elk kalenderjaar dient de ontvanger van de tegemoetkoming meerkosten een aanvraag tot vaststelling in bij het agentschap Cfi. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waaruit de juistheid van de volgens artikel 5 van deze regeling verstrekte gegevens blijkt, alsmede in hoeverre de tegemoetkoming is besteed in overeenstemming met de bepalingen van de wet.

  • 2 Het gestelde in artikel 2.20 en artikel X van de wet is van overeenkomstige toepassing

Artikel 8. Aanvraag tegemoetkoming meerkosten

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 De aanvraag bedoeld in artikel 4 en de in artikel 5 gevraagde gegevens dienen te worden ingediend bij: Het agentschap Cfi van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, afdeling FTO/TBV, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer

  • 2 De minister deelt uiterlijk zes weken na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde aanvraag de hoogte van de tegemoetkoming mede.

Artikel 9. Bekendmaking

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling zal met toelichting in Uitleg OCenW-Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

Artikel 10. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1999, met uitzondering van de artikelen 4 en 5, die in werking treden met ingang van de derde dag na plaatsing in Uitleg OCenW-Regelingen, en geldt tot en met 31 juli 2005 met dien verstande dat zij na die datum van toepassing blijft op bezwaar- en beroepschriften die op die datum in behandeling zijn dan wel binnen de daarvoor geldende termijn zijn ingediend.

Artikel 11. Citeertitel

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling tegemoetkoming meerkosten in verband met herplaatsing personeel van ziekenhuisscholen per 1 augustus 1999.

De

staatssecretaris van

van onderwijs, cultuur en wetenschappen,

drs. K.Y.I.J. Adelmund.

Naar boven