Stcrt. 2005, 234, datum inwerkingtreding 03-12-2005, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-07-2005.
1 In het geval, bedoeld in artikel 10, eerste lid, verklaart de deskundige de aanvrager
geschikt of ongeschikt. In geval van twijfel kan de deskundige de aanvrager oproepen
voor een nader onderzoek. Indien nodig, kan de deskundige, onder gebruikmaking van
het formulier dat is vastgesteld volgens het model, opgenomen in bijlage IV, de aanvrager
doorverwijzen voor een deelonderzoek naar een specialist.
2 In het geval, dat de deskundige de aanvrager geschikt verklaart, verstrekt de deskundige,
onder vermelding van deze uitslag, de aanvrager een geneeskundige verklaring, die
is vastgesteld volgens het model, opgenomen in bijlage II.
3 In het geval, dat de deskundige de aanvrager ongeschikt verklaart, zendt de deskundige
de aanvrager een bericht van afkeuring, dat is vastgesteld volgens het model, opgenomen
in bijlage III, onder mededeling van de mogelijkheid van heronderzoek.
4 De aanvrager die ongeschikt is verklaard en een heronderzoek wenst, wendt zich tot
een deskundige die niet de deskundige is die reeds bij de beoordeling van de eigen
verklaring was betrokken. Ten aanzien van het heronderzoek is artikel 4 van overeenkomstige
toepassing, met dien verstande, dat het heronderzoek kan bestaan uit het uitsluitend
beoordelen van de ter beschikking staande medische gegevens.
5 De deskundige doet van het ongeschikt verklaren van een aanvrager mededeling aan:
-
a. de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond ANWB, indien het de aanvrage van een klein
vaarbewijs betreft;
-
b. de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, indien het de aanvrage van
een groot vaarbewijs betreft.