Vrijstelling voor transportsteigers

[Regeling vervallen per 01-09-2003.]
Geraadpleegd op 08-05-2024.
Geldend van 14-02-1999 t/m 31-08-2003

Vrijstelling voor transportsteigers

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst;

Gelet op artikel 11, eerste en derde lid, van de Wet op de gevaarlijke werktuigen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. transportsteiger:

een tijdelijk vast opgesteld hefwerktuig uitgerust met een geleid bewogen hefvlak, ontworpen voor het vervoer van goederen onder begeleiding van personen dat vaste stopplaatsen bedient, niet zijnde een personenbouwlift;

b. personenbouwliften:

een tijdelijk op een bouwplaats vast opgesteld hefwerktuig uitgerust met een geleid bewogen kooi, ontworpen voor het vervoer van personen dat vaste stop-plaatsen bedient.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Ten aanzien van transportsteigers wordt vrijstelling verleend van de artikelen 5, 17 en 22 van het Liftenbesluit I.

Aan deze vrijstelling worden de volgende voorschriften verbonden:

  • a. Transportsteigers voldoen aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen betreffende het ontwerp en de bouw van machines en veiligheidscomponenten van bijlage 1 van richtlijn nr. 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines (PbEG L 207).

    In aanvulling op de eisen van bovenvermelde richtlijn zijn de volgende gevaren die bij het gebruik van de transportsteiger kunnen optreden op afdoende wijze door technische maatregelen tegengegaan:

    • -

      gevaar bij overstappen op hoogte van en naar de laad- en losplaats,

    • -

      gevaar onder de baan van het hefvlak bij de onderste stopplaats,

    • -

      gevaar door vallende voorwerpen vanaf het hefvlak.

  • b. De snelheid, waarmee het hefvlak van een transportsteiger wordt verplaatst, bedraagt ten hoogste 0,2 m/s. De bediening vindt plaats door middel van zogenaamde vasthoudbesturing.

  • c. Transportsteigers zijn overeenkomstig een kenmerkend type dat onderworpen is aan een typeonderzoek door een keuringsinstantie die door een lidstaat van de Europese Unie is genotificeerd voor hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (bijlage IV, A16, richtlijn nr. 98/37/EG betreffende machines).

  • d. Transportsteigers zijn zodanig opgesteld dat de afstand tussen de baan van het hefvlak van de transportsteiger en enig deel van het gebouw, de installatie of dergelijke niet minder dan 0,5 m bedraagt.

  • e. Het aantal personen bedraagt niet meer dan voor het begeleiden van de goederen noodzakelijk is en is nooit meer dan drie.

  • f. De bedienende persoon heeft tijdens het verplaatsen van het hefvlak van de transportsteiger goed zicht op alle personen die zich op het hefvlak bevinden.

  • g. Transportsteigers worden na ten hoogste zes maanden na de eerste ingebruikneming en vervolgens telkens na verloop van ten hoogste zes maanden gekeurd door een instantie die door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is aangewezen voor keuringen van hijs- en hefwerktuigen voor het heffen van personen waarbij een gevaar voor een vrije val van meer dan 3 meter bestaat (bijlage IV, A16, richtlijn nr. 98/37/EG betreffende machines).

  • h. In plaats van transportsteigers waarvan het gebruik is voorgeschreven of toegelaten in deze regeling, mogen ook worden toegepast transportsteigers die rechtmatig zijn geproduceerd of in de handel gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie, dan wel rechtmatig zijn geproduceerd in een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, en die ten minste aan gelijkwaardige technische en veiligheidseisen voldoen. Als bewijs dat transportsteigers voldoen aan de in deze regeling aangegeven voorschriften, wordt mede aangemerkt een keuringsrapport of verklaring van goedkeuring afgegeven door een onafhankelijke keuringsinstelling in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat die partij is bij de overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, indien dat rapport of die verklaring is afgegeven op basis van onderzoekingen die ten minste aan gelijkwaardige eisen voldoen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2003]

Deze regeling treedt in werking met ingang de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 26 januari 1999

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.F. Hoogervorst

Naar boven