Wet van 14 mei 1998 tot wijziging van de Destructiewet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter uitvoering van de Beschikking nr.
97/534/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juli 1997, houdende
verbod, in verband met overdraagbare spongiforme encefalopathieën, op het gebruik
van risicomateriaal (PbEG L 216), noodzakelijk is de Destructiewet zodanig te wijzigen
dat naast het gebruikelijke onschadelijk maken van ondeugdelijk materiaal van dierlijke
herkomst door verwerking tot nuttige producten, zulk materiaal – voor zover het gespecificeerd
hoog-risico-materiaal betreft – op andere wijze onschadelijk kan worden gemaakt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: