Wijzigingswet belastingwetten (fiscale structuurversterking)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 13-02-1998 t/m heden

Wet van 18 december 1997, houdende wijziging van enkele belastingwetten c.a. 1998 (fiscale structuurversterking)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in het kader van het belastingplan 1998 wenselijk is de werkgelegenheid en de scholing van werknemers te bevorderen en de economische structuur te versterken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL VII

Artikel 10, vijfde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 vindt geen toepassing met betrekking tot de na de totstandkoming van deze wet door Onze Minister krachtens het vierde lid van dat artikel te treffen regeling.

ARTIKEL VIII

Het koninklijk besluit van 24 september 1997 (Stb.423) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (regeling aftrek voorbelasting op outplacement) wordt goedgekeurd.

ARTIKEL IX

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van artikel I, onderdeel D, en artikel IV, die in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, doch niet eerder dan het tijdstip waarop een protocol is gesloten tussen de landen van het Koninkrijk waarin is opgenomen dat:

    • a. voor de berekening van de voorkoming van dubbele belasting als bedoeld in artikel 24 van de Belastingregeling voor het Koninkrijk de winst die is toe te rekenen aan de vaste inrichting die gelegen is in de Nederlandse Antillen of Aruba berekend wordt zonder inachtneming van het in artikel I, onderdeel D, voorgestelde artikel 68b, eerste en het tweede lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964;

    • b. de controle op de naleving van de voorwaarden, als bedoeld in het onder artikel I, onderdeel D, opgenomen artikel 68b, vierde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964, zal worden opgedragen aan Nederlandse ambtenaren; en

    • c. Nederland de op grond van artikel 37, eerste lid, van de Belastingregeling voor het Koninkrijk verkregen informatie van de andere landen van het Koninkrijk ten behoeve van de bestrijding van internationale fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik op het terrein van belastingen mag uitwisselen met andere landen ter uitvoering van door het Koninkrijk gesloten verdragen ter voorkoming van dubbele belasting.

  • 2 De ingevolge artikel III gewijzigde artikelen van de Invorderingswet 1990 werken terug tot en met 1 januari 1997 en vinden wat betreft belastingaanslagen in de rechten van successie of schenking voor het eerst toepassing met betrekking tot aanslagen die verschuldigd zijn ter zake van belastbare feiten in de zin van de Successiewet 1956 welke hebben plaatsgevonden op of na 1 januari 1997.

  • 3 Artikel I vindt toepassing nadat artikel 66b van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 bij het begin van het kalenderjaar 1998 is toegepast.

  • 4 De in artikel 11c van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 opgenomen scholingsaftrek vindt toepassing met betrekking tot kosten en lasten die zijn toe te rekenen aan de periode na 31 december 1997.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven