Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Defensie van 18 september 1997, nr. CWW85/089/97002604,
directie juridische zaken, afdeling wet- en regelgeving;
Gelet op artikel 8 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
De Raad van State gehoord (advies van 6 november 1997, no. W07.97.0611);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Defensie van 27 november 1997 nr. CWW85/089/97003326,
directie juridische zaken, afdeling wet- en regelgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: