Wet van 24 april 1997, houdende voorziening tegen geldelijke gevolgen van langdurige
                                    arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapten (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening
                                    jonggehandicapten)
                               
                              
                                 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
                                    enz. enz. enz.
                                 Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
                                 Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in verband met de intrekking
                                    van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet een regeling te treffen met betrekking tot
                                    een arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor jonggehandicapten;
                                 
                                    
                                    Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
                                       hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: