Wijziging financiële arbeidsvoorwaarden sector Rijk per 1 januari 1997

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 23-12-1996 t/m heden

Wijziging financiële arbeidsvoorwaarden sector Rijk per 1 januari 1997

«Circulaire aan de ministers»

Inleiding/managementinformatie

Deze circulaire op het terrein van de financiële arbeidsvoorwaarden van het personeel van de sector Rijk betreft de hieronder genoemde aangelegenheden.

  • A. Aanpassing van diverse bedragen en percentages, te weten:

    • 1. in het Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel;

    • 2. in de Verplaatsingskostenregeling 1989;

    • 3. in de Reisregeling binnenland;

  • B. Wijziging van het salarisgrensbedrag voor de toekenning en het percentage van de distorsietoeslag.

  • C. Overige mededelingen, te weten over:

    • 1. de hoogte van de eindejaarsuitkering ingaande 1 januari 1997;

    • 2. de hoogte van het maximum spaarloonbedrag in 1997;

    • 3. de bedragen van het wettelijk minimum(jeugd)loon ingaande 1 januari 1997;

    • 4. de koffie- en theeprijzen.

Voor de ambtenaar die reeds in het IPA-salarissysteem is opgenomen, zullen de onderhavige wijzigingen voor zover van toepassing automatisch worden aangepast. Daar waar betalingen op basis van declaratie plaatsvinden zal uw eigen personeelsadministratie de desbetreffende wijzigingen dienen aan te brengen. Dit laatste betreft onder meer de wijzigingen vermeld onder A.3 (bedragen inzake dienstreizen binnenland).

A. Aanpassing van diverse bedragen en percentages

1. Besluit betaling emolumenten burgerlijk rijkspersoneel Maximumverrekeningsbedrag inwoning

Voor diegenen voor wie de berekeningsbasis gelijk is aan of lager dan het voor 23-jarigen en ouderen geldende bedrag van het minimumloon, zal het verrekeningsbedrag voor genot van inwoning, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van genoemd besluit ingaande 1 januari 1997 worden gewijzigd van f 231,00 in f 241,00 per maand.

De ministeriële regeling waarin bovengenoemd bedrag is opgenomen, wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

2. Verplaatsingskostenregeling 1989

a. Wijziging bedragen verband houdende met het woon/werkverkeer

De aanpassingen per 1 januari 1997 houden het volgende in:

  • het in artikel 11, eerste lid, van de regeling genoemde maximumbedrag van f 188,00 wordt verhoogd tot f 193,00 (het maximumbedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor niet-verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op per openbaar vervoer te bereiken plaatsen van tewerkstelling).

  • het in artikel 11, eerste lid, genoemde bedrag dat de ambtenaar te allen tijde van de reiskosten woon/werkverkeer voor eigen rekening moet nemen wordt verhoogd van f 84,50 tot f 86,75.

  • het in artikel 11, derde lid, genoemde maximumbedrag wordt verhoogd van f 289,75 tot f 297,50 (het maximumbedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor niet-verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op plaatsen van tewerksteling die niet per openbaar vervoer zijn te bereiken).

  • het in artikel 12, eerste lid, genoemde maximumbedrag wordt verhoogd van f 439,75 tot f 449,75 (het maximumbedrag aan reiskosten woon/werkverkeer voor verhuisplichtige ambtenaren die werkzaam zijn op per openbaar vervoer te bereiken plaatsen van tewerkstelling).

  • de in artikel 12, tweede lid, genoemde tabel wordt vervangen door de volgende tabel:

van meer dan 20 km tot en met 30 km: f 300,83

van meer dan 30 km tot en met 40 km: f 354,17

van meer dan 40 km tot en met 50 km: f 442,50

van meer dan 50 km tot en met 60 km: f 484,17

van meer dan 60 km tot en met 70 km: f 531,67

van meer dan 70 km tot en met 80 km: f 552,50

van meer dan 80 km: f 558,33

(maximaal uit te betalen vergoedingsbedragen voor reiskosten woon/werkverkeer voor verhuisplichtige ambtenaren die naar het oordeel van de minister werkzaam zijn op plaatsen van tewerkstelling die niet per openbaar vervoer zijn te bereiken).

Het bedrag van f 0,30, bedoeld in artikel 11, tweede lid, wijzigt niet per 1 januari 1997.

b. Wijziging financiële voorzieningen bij functieverplaatsing (overgangsrecht)

Per 1 januari 1997 vinden de volgende wijzigingen in artikel 16a, tweede lid, van de Verplaatsingskostenregeling 1989 plaats:

  • de genoemde percentages van 2,01% en 1,01% worden gewijzigd in respectievelijk 1,8% en 0,9%;

  • het genoemde bedrag van f 90.800,00 wordt verhoogd tot f 92.500,00.

De ministeriële regeling waarin de wijzigingen zijn opgenomen wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

3. Reisregeling binnenland

Wijziging vergoedingen wegens verblijfkosten

In artikel 5, eerste lid, vinden per 1 januari 1997 de volgende wijzigingen plaats:

  • het bedrag voor kleine uitgaven overdag (dagcomponent) en ’s-avonds (avondcomponent) wordt verhoogd van f 5,50 en f 16,50 tot onderscheidenlijk f 6,00 en f 17,50;

  • het in onderdeel a genoemde bedrag voor een lunch (lunchcomponent) wordt verhoogd van f 18,00 tot f 18,50;

  • het in onderdeel b genoemde bedrag voor een avondmaaltijd (dinercomponent) wordt verhoogd van f 26,50 tot f 28,00;

  • het in onderdeel c genoemde bedrag voor logies (logiescomponent) wordt verlaagd van f 110,50 tot f 109,00;

  • het in onderdeel d genoemde bedrag voor een ontbijt (ontbijtcomponent) wordt verhoogd van f 10,00 tot f 10,50.

De ministeriële regeling waarin de wijzigingen zijn opgenomen wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

B. Grensbedrag distorsie-regeling

Van de toekenning van de distorsietoeslag, genoemd onder punt C van de circulaire van 15 december 1994, AD94/U1450, zijn uitgezonderd degenen voor wie een salaris geldt dat bij volledige werktijd meer bedraagt dan f 5.743,77 (per 1 januari 1996) per maand. Dit bedrag is afgeleid van de premie-inkomensgrens voor de pseudo-premies. Aangezien deze premie-inkomensgrens met ingang van 1 januari 1997 wijzigt, komt bedoeld salarisbedrag ingaande 1 januari 1997 f 5.904,43 te luiden.

Zoals u bekend is, bedraagt de distorsietoeslag over het jaar 1997 2,2%.

De ministeriële regeling waarin deze wijziging is opgenomen wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

C. Overige mededelingen

1. Eindejaarsuitkering over 1997

Volledigheidshalve herinner ik u eraan dat over 1997 de maandelijkse opbouw van de aanspraak op de eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 20a van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 0,3% van het salaris bedraagt.

3. Garantietoelage wettelijk minimumloon

De bedragen van het wettelijk minimumloon en minimumjeugdloon die van belang zijn voor de bepaling van de garantietoelage, bedoeld in artikel 16 van het BBRA 1984, luiden ingaande 1 januari 1997 als volgt (zie ook Staatscourant van 29 oktober 1996, nr. 209):

Leeftijd

Bedrag per maand

23 jaar of ouder

f 2.220,40

22 jaar

f 1.887,30

21 jaar

f 1.609,80

20 jaar

f 1.365,50

19 jaar

f 1.165,70

18 jaar

f 1.010,30

17 jaar

f 877,10

16 jaar

f 766,00

15 jaar

f 666,10

4. Koffie- en theeprijzen

De koffie- en theeprijzen die worden berekend aan rijkspersoneel zijn laatstelijk in 1983 in de ministerraad vastgesteld. De prijzen zijn toen bekendgemaakt in de circulaire van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken gericht aan de ministers van 8 december 1983, nr. AA83/U2291. Deze circulaire wordt ingetrokken. Mede gelet op de integrale apparaatskostenbudgetten is een nieuwe centrale vaststelling van deze prijzen niet meer gewenst. De vaststelling van de koffie- en theeprijzen wordt hiermee een zaak van het departement.

Slotopmerkingen

Ik verzoek u met het vorenstaande rekening te houden en daaraan voor zoveel nodig uitvoering te geven. Inlichtingen, uitsluitend voor de afdelingen Personeelszaken van geadresseerden, kunnen worden verkregen bij de heren Martens (telefoon 070 - 302 6904) en Buurman (telefoon 070 - 302 7664). Bij geen gehoor kan contact worden opgenomen met het secretariaat van de afdeling Arbeidsvoorwaarden en Sociaal Beleid, telefoon 070 - 302 6847 respectievelijk 302 7095.

Den Haag, 17 december 1996

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,
Voor deze,
De

Directeur-Generaal Management en Personeelsbeleid

,

A.H.C. Annink

Naar boven