Invoeringsbesluit Financiële-verhoudingswet

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-1997 t/m heden

Besluit van 12 december 1996, houdende wijzigingen van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van de Financiële-verhoudingswet (Invoeringsbesluit Financiële-verhoudingswet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën, van 31 mei 1996, kenmerk VFO96/1/U6);

Gelet op artikel 4 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers , de artikelen 13 en 17 van de Financiële-verhoudingswet , artikel 3 van de Invoeringswet Financiële-verhoudingswet , artikel 25 van de Rampenwet, artikel 130 van de Wet geluidhinder en artikel 39 van de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

Gezien het advies van de Raad voor de gemeentefinanciën van 18 april 1996 (Rgf 15.50/080.007);

De Raad van State gehoord (advies van 9 juli 1996, nr. W04.96.0239);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mw. A. G. M. van de Vondervoort, uitgebracht mede namens de Staatsecretaris van Financiën, van 5 december 1996, kenmerk VFO93/4/U363);

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 2. MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 december 1996

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

A. G. M. van de Vondervoort

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

Uitgegeven de negentiende december 1996

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven