§ 4. Artikel V, negende lid, van de wet
[Regeling vervallen per 25-07-2009]
Op grond van artikel V, negende lid, van de wet blijft artikel 11, eerste lid, onderdeel
b, 5 º, van de Wet op de omzetbelasting 1968, hierna de Wet, zoals die bepaling luidde
vóór 29 december 1995, van toepassing op overeenkomsten van huur en verhuur mits wordt
voldaan aan de in de onderdelen a tot en met d van dat negende lid genoemde voorwaarden.
Eén van die voorwaarden is dat de desbetreffende schriftelijke overeenkomst binnen
vier weken na de inwerkingtreding van de wet bij de inspecteur is gemeld. Gelet op
de hiervoor in § 1 genoemde datum van inwerkingtreding moet de melding zijn gedaan
uiterlijk op 26 januari 1996. Deze melding dient te geschieden door de verhuurder
van de onroerende zaak en dient de volgende gegevens te bevatten:
-
– de naam van de huurder;
-
– de omschrijving van de onroerende zaak;
-
– de datum van ingebruikneming van de onroerende zaak door de huurder;
-
– de datum waarop de huurovereenkomst is gesloten;
-
– de huurprijs per jaar uitgedrukt in een percentage van de stichtingskosten van de
onroerende zaak.
In artikel V, negende lid, onderdeel c, van de wet is als één van de voorwaarden voor
toepassing van deze overgangsregeling opgenomen dat de vergoeding per jaar ten minste
een bij ministeriële regeling vast te stellen percentage van de stichtingskosten van
de onroerende zaak moet bedragen. Bij artikel III van de ministeriële regeling van
22 december 1995, nr. WV 95/891, is dit percentage vastgesteld op 7, te vermeerderen
met 0,15 voor elk jaar dat sinds het tijdstip van eerste ingebruikneming van de onroerende
zaak is verstreken. Voor toepassing van deze voorwaarde kan bij gelijktijdige verhuur
van één onroerende zaak aan verscheidene huurders ervan worden uitgegaan dat aan deze
voorwaarde wordt voldaan indien het totaal van de door die huurders per jaar te betalen
huurprijs, uitgedrukt in een percentage van de stichtingskosten van die onroerende
zaak, ten minste het in de ministeriële regeling genoemde percentage bedraagt. Bij
de hiervoor genoemde melding kan dan per huurovereenkomst het aldus verkregen percentage
worden genoemd.
In gevallen waarin een melding op 26 januari 1996 op ernstige problemen stuit, kan
uiterlijk op die datum een voorlopige melding worden gedaan. Deze voorlopige melding,
die moet worden voorzien van een aanduiding waaruit het voorlopige karakter blijkt
en van een volgnummer, moet ten minste de volgende gegevens bevatten:
Uiterlijk op 1 maart 1996 moeten, onder vermelding van het volgnummer van de voorlopige
melding, de ontbrekende gegevens worden aangevuld.