Regeling aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement

[Regeling vervallen per 01-12-2004.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 31-12-2003 t/m 30-11-2004

Regeling aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-12-2004]

De bevoegde autoriteit, bedoeld in het Binnenvaartpolitiereglement, is:

  • 1 de Minister van Verkeer en Waterstaat in de artikelen 6.02, derde lid, en 8.06, eerste lid;

  • 2

    • a. de betrokken hoofdingenieur-directeur van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat in de artikelen:

      • 1.01, onderdeel h;

      • 1.21, eerste lid (tweemaal) en tweede lid;

      • 1.23;

      • 3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

      • 3.25, derde lid;

      • 3.28;

      • 3.29, tweede lid, onderdeel b;

      • 6.08, tweede lid;

      • 6.21a, eerste en vierde lid;

      • 6.23, tweede lid;

      • 6.29, eerste lid, onderdeel c; voor zover het schepen betreft waarvan de te volgen route is gelegen in meer dan één beheersgebied is iedere hoofdingenieur-directeur bevoegd;

      • 6.30, eerste lid;

      • 6.31, derde lid;

      • 6.32, tweede lid;

      • 7.01, vierde lid;

      • 7.02, eerste lid, onderdeel b;

      • 7.07, derde lid;

      • 7.08, eerste en tweede lid;

      • 9.02, tweede lid;

      • 9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid;

      • 9.07, eerste en tweede lid;

      • 10.07, eerste lid;

      • 10.07a, eerste lid;

      • 10.10, tweede lid;

      • 12.05, tweede lid.

    • b. de ambtenaren van het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, belast met het toezicht op de voorschriften van het Binnenvaartpolitiereglement, in de artikelen:

      • 1.10, tweede lid;

      • 1.12, derde en vierde lid;

      • 1.13, tweede en derde lid;

      • 1.14;

      • 1.15, tweede lid;

      • 1.17, eerste lid (tweemaal);

      • 1.20;

      • 4.05, zesde lid;

      • 6.26, eerste, derde en zevende lid;

      • 6.28, leden 1bis, 2bis en 11;

      • 7.02, derde lid.

  • 3 voor zover het betreft de vaarwegen in beheer bij het Rijk benedenstrooms van kilometerraai 991,7 van de Nieuwe Maas en benedenstrooms van kilometerraai 998 van de Oude Maas:

    • a. de havenmeester van Rotterdam, werkzaam bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. in de artikelen:

      • 1.01, onderdeel h;

      • 1.10, tweede lid;

      • 1.12, derde en vierde lid;

      • 1.13, tweede en derde lid;

      • 1.14;

      • 1.15, tweede lid;

      • 1.17, eerste lid (tweemaal);

      • 1.20;

      • 1.21, eerste lid (tweemaal) en tweede lid;

      • 1.23;

      • 3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

      • 3.25, derde lid;

      • 3.28;

      • 3.29, tweede lid;

      • 4.05, zesde lid;

      • 6.08, tweede lid;

      • 6.21a, eerste en vierde lid;

      • 6.23, tweede lid;

      • 6.26, eerste, derde en zevende lid;

      • 6.28, leden 1bis, 2bis en 11;

      • 6.31, derde lid;

      • 7.01, vierde lid;

      • 7.02, eerste lid, onderdeel b, en derde lid;

      • 7.07, derde lid;

      • 7.08, eerste en tweede lid;

      • 9.02, tweede lid;

      • 9.03, tweede, derde, vierde en zesde lid;

      • 9.07, eerste en tweede lid;

      • 10.07, eerste lid;

      • 10.07a, eerste lid

      • 10.10, tweede lid.

  • 4 voor zover het betreft de volgende vaarwegen in beheer bij het Rijk: de Marinehaven Willemsoord,

    de Rijkszeehaven het Nieuwe Diep,

    de Veerhaven van Den Helder en

    de rede van Den Helder, aan de oostzijde begrensd door de denkbeeldige lijn door de geografische punten:

    • a. 53°01’.45 N, 4°48’.75 O;

    • b. 53°00’.75 N, 4°50’.80 O;

    • c. 52°59’.75 N, 4°52’.35 O;

    • d. 52°59’.30 N, 4°52’.65 O;

    • e. 52°58’.28 N, 4°50’.00 O;

    • f. 52°57’.90 N, 4°48’.18 O:

      de Commandant der Maritieme Middelen te Den Helder van de Koninklijke marine in de artikelen:

      • 1.01, onderdeel h;

      • 1.10, tweede lid;

      • 1.12, derde en vierde lid;

      • 1.13, tweede en derde lid;

      • 1.14;

      • 1.15, tweede lid;

      • 1.17, eerste lid (tweemaal);

      • 1.20;

      • 1.21, eerste lid (tweemaal) en tweede lid;

      • 1.23;

      • 3.20, vijfde lid, onderdelen a en e;

      • 3.25, derde lid;

      • 3.28;

      • 3.29, tweede lid;

      • 4.05, zesde lid;

      • 6.08, tweede lid;

      • 6.21a, eerste en vierde lid;

      • 6.26, eerste, derde en zevende lid;

      • 6.28, leden 1bis, 2bis en 11;

      • 6.31, derde lid;

      • 7.01, vierde lid;

      • 7.02, eerste lid, onderdeel b, en derde lid;

      • 7.07, derde lid;

      • 7.08, eerste en tweede lid;

      • 9.02, tweede lid;

      • 9.03, tweede, derde, vierde en vijfde lid;

      • 9.07, eerste en tweede lid;

      • 10.07, eerste lid;

      • 10.07a, eerste lid

      • 10.10, tweede lid;

      • 13.02;

      • 13.03, eerste lid.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-12-2004]

[Red: Wijzigt de regeling houdende aanwijzing bevoegde autoriteit Binnenvaartpolitiereglement van 13 april 1994.]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-12-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 1995.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven