Instelling Commissie brede heroverweging loodswezen

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-06-1997.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-09-1995 t/m heden

Instelling Commissie brede heroverweging loodswezen

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel 1

Voor de periode van 1 juni 1995 tot en met 1 juni 1997 wordt ingesteld de Commissie brede heroverweging loodswezen, verder te noemen de commissie.

Artikel 2

  • 1 De commissie heeft tot taak op basis van verkenningen in de scheepvaartsector en een evaluatie van het tot nu toe gevoerde beleid te komen tot aanbevelingen aan de Minister van Verkeer en Waterstaat ter verbetering van de totale structuur van het loodsen van zeeschepen in Nederland, tegen de achtergrond van:

    • a. het gewenste niveau van veiligheid en vlotheid van het scheepvaartverkeer;

    • b. de concurrentiepositie van de Nederlandse zeehavens;

    • c. de Europese en nationale mededingingsregels.

  • 2 Uiterlijk op 1 juni 1997 brengt de commissie haar eindrapport uit aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Artikel 3

  • 1 In de commissie hebben zitting:

    • a. prof. dr. P. H. A. Frissen, te Breda, voorzitter, tevens lid;

    • b. drs. J. Achterstraat, te Badhoevedorp, lid;

    • c. de heer J. W. Boekhoven, te Schiermonnikoog, lid;

    • d. de heer J. C. T. van der Doef, te Vlissingen, lid;

    • e. prof. ir. H. Molenaar, te Rotterdam, lid.

  • 2 De secretaris van deze commissie is:

    drs. W. J. N. Ligthart, te Deventer.

  • 3 De commissie kan zich na verkregen toestemming door of namens de Minister van Verkeer en Waterstaat laten bijstaan door deskundigen.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter ondertekent namens de commissie de rapporten en andere schriftelijke stukken van de commissie.

  • 2 Het eindrapport moet bij voorkeur door de gehele commissie worden gedragen.

  • 3 Indien blijkt dat het eindrapport niet door alle leden van de commissie wordt gedragen, wordt vooraf door de gehele commissie overleg gevoerd met de Minister van Verkeer en Waterstaat.

Van deze beschikking wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant en door toezending van een afschrift aan de leden van de commissie.

’s-Gravenhage, 26 juni 1995

De

Minister

van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven