Wet van 12 april 1995, houdende herinrichting van de Algemene Bijstandswet
                               
                              
                                 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
                                    enz. enz. enz. 
                                 Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut ! doen te weten: 
                                 Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter vereenvoudiging en verduidelijking
                                    van de regelgeving en ter versterking van de verantwoordelijkheid der gemeenten voor
                                    de verlening van bijstand gewenst is te komen tot een herinrichting van de Algemene
                                    Bijstandswet (Stb. 1973, 395) en de daarop berustende nadere regels en daartoe een nieuwe Algemene
                                    bijstandswet vast te stellen; 
                                 
                                    
                                    Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
                                       hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: