Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden

[Regeling vervallen per 01-01-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2002 t/m 31-12-2003

Wet van 11 mei 1994, betreffende de bevordering van evenredige arbeidsdeelname van allochtonen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, gezien de achterstandspositie van allochtonen op de arbeidsmarkt, de evenredige arbeidsdeelname van allochtonen te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

    • a. Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

    • b. werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is genomen, dan wel is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn;

    • c. onderneming: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin door werknemers arbeid wordt verricht, met uitzondering van kerkgenootschappen en hun zelfstandige onderdelen, alsmede andere genootschappen op geestelijke grondslag;

    • d. ondernemer: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een onderneming in stand houdt;

    • e. werkgever: de ondernemer waarbij in de regel ten minste 35 personen werkzaam zijn;

    • f. ondernemingsraad: de ondernemingsraad als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;

    • g. personeelsvertegenwoordiging: de personeelsvertegenwoordiging als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden;

    • h. minderheden: degenen die zich komend van elders in Nederland hebben gevestigd en hun kinderen;

    • i. Centra voor werk en inkomen: de Centra voor werk en inkomen, genoemd in artikel 24 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

  • 2 Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde zijn bij de ondernemer werkzaam:

    • a. degenen die in de onderneming werkzaam zijn krachtens een publiekrechtelijke aanstelling dan wel krachtens een arbeidsovereenkomst met de ondernemer;

    • b. degenen die krachtens een publiekrechtelijke aanstelling bij dan wel krachtens arbeidsovereenkomst met de ondernemer werkzaam zijn in een door een andere ondernemer in stand gehouden onderneming.

  • 3 Personen die in meer dan één onderneming van dezelfde werkgever werkzaam zijn, zijn voor de toepassing van deze wet en de daarop gebaseerde besluiten uitsluitend werkzaam in de onderneming van waaruit hun werkzaamheden worden geleid.

  • 4 In afwijking van het tweede lid, onderdeel b, zijn degenen met wie een uitzendovereenkomst als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek is aangegaan bij de ondernemer werkzaam zodra zij in meer dan 26 weken arbeid hebben verricht. Bij de berekening van de termijn van 26 weken zijn de regels van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Indien bij collectieve arbeidsovereenkomst of bij regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan van de termijn van 26 weken wordt afgeweken geldt deze afwijking eveneens voor de toepassing van deze wet.

Het stimuleren van evenredige arbeidsdeelname van minderheden

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De werkgever streeft naar evenredige vertegenwoordiging binnen zijn onderneming van personen die behoren tot de in artikel 3 genoemde doelgroep.

  • 2 Van evenredige vertegenwoordiging als bedoeld in het eerste lid is sprake indien het aandeel van personen uit de doelgroepen binnen de onderneming verhoudingsgewijze overeenkomt met hun aandeel in de regionale beroepsbevolking. Daarbij wordt rekening gehouden met kwalificatie- en geschiktheidseisen.

Doelgroep

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Tot de doelgroep van deze wet behoren:

  • a. een persoon geboren in Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba, voormalig Joegoslavië, of in overige landen in Zuid- of Midden-Amerika, Afrika of Azië met uitzondering van Japan en voormalig Nederlands-Indië;

  • b. een persoon die voorkomt in het register, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet Rietkerk-uitkering;

  • c. de kinderen van de onder a en b genoemde personen.

Registratie

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De werkgever legt een afzonderlijke persoonsregistratie aan waarin geen andere persoonsgegevens van de werknemers zijn opgenomen dan:

    • a. naam en voorletter(s);

    • b. geboorteland;

    • c. geboorteland van de ouders;

    • d. voorzover van toepassing het feit of betrokkene, of één dan wel beide ouders van betrokkene, is opgenomen in het register, bedoeld in artikel 1, onder b, van de Wet Rietkerk-uitkering;

    • e. het, uit de gegevens onder b, c en d voortvloeiende, al dan niet behoren tot de doelgroep van deze wet;

    • f. het functieniveau;

    • g. het al dan niet werkzaam zijn op basis van een volledige dienstbetrekking of aanstelling.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder e, kan de werkgever beslissen bij het aanleggen van zijn persoonsregistratie rekening te houden met de verklaring van de werknemer, bedoeld in het derde lid.

  • 3 Indien bij toepassing van het tweede lid het geboorteland van de werknemer niet overeenkomt met het geboorteland van één dan wel van zijn beide ouders en het al dan niet behoren tot de doelgroep van deze wet daarvan afhankelijk is, kan de werknemer verklaren of hij al of niet tot de doelgroep wenst te behoren. Met het geboorteland wordt gelijkgesteld het register, bedoeld in het eerste lid, onder d.

  • 4 De werknemer verstrekt aan zijn werkgever de in het eerste lid, onder a tot en met d, genoemde gegevens, tenzij hij schriftelijk heeft verklaard daartegen bezwaar te hebben.

  • 5 De werkgever vernietigt de in het eerste lid, onder a tot en met d, en derde lid, genoemde gegevens van een werknemer zo spoedig mogelijk nadat de werknemer daartoe een schriftelijk verzoek heeft ingediend.

  • 6 De persoonsregistratie wordt voor geen ander doel gebruikt dan voor het voldoen aan de verplichtingen die deze wet stelt.

  • 7 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld ter uitwerking van het eerste en tweede lid.

Het openbaar jaarverslag

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 De werkgever rapporteert in een jaarverslag over het kalenderjaar waarop het verslag betrekking heeft ten minste over:

    • a. de vertegenwoordiging van personen uit de doelgroep binnen zijn onderneming over het voorafgaande kalenderjaar;

    • b. zijn maatregelen om het komende jaar te komen tot een meer evenredige vertegenwoordiging van binnen zijn onderneming werkzame personen die behoren tot de in artikel 3 genoemde doelgroep.

  • 2 Het jaarverslag bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a. de sector waarbinnen de onderneming werkzaam is, de feitelijke plaats van vestiging van de onderneming en, voorzover van toepassing, het nummer waaronder de onderneming in het handelsregister staat ingeschreven;

    • b. het aantal per 31 december van het verslagjaar in de onderneming werkzame werknemers:

      • 1°. onderscheiden naar functieniveau en de mate waarin personen behorende tot de doelgroep naar functieniveau zijn vertegenwoordigd;

      • 2°. onderscheiden naar volledige dienstbetrekking of aanstelling en niet-volledige dienstbetrekking of aanstelling en voor beide categorieën dienstbetrekkingen de mate waarin personen behorende tot de doelgroep daarin zijn vertegenwoordigd;

    • c. het aantal personen dat door de werkgever in het verslagjaar is aangenomen of aangesteld, of waarmee de arbeidsverhouding is beëindigd en de mate waarin personen behorende tot de doelgroep daarin zijn vertegenwoordigd;

    • d. het aantal werknemers dat overeenkomstig artikel 4, vierde of vijfde lid, bezwaar heeft gemaakt tegen opname van gegevens in de persoonsregistratie;

    • e. de maatregelen die het afgelopen jaar zijn genomen en het komende jaar zullen worden genomen om te komen tot een meer evenredige vertegenwoordiging van binnen zijn onderneming werkzame personen die behoren tot de doelgroep alsmede de streefcijfers die de werkgever hierbij hanteert;

    • f. een toelichting op de onder b, c en e genoemde gegevens, voorzover betrekking hebbend op de doelgroep;

    • g. een weergave van de gevolgtrekkingen die de werkgever heeft gemaakt naar aanleiding van de onder b, c en e genoemde gegevens.

  • 3 In het jaarverslag worden niet tot personen herleidbare gegevens opgenomen.

  • 4 Het jaarverslag wordt vastgesteld na voorafgaand overleg met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging of het bij of krachtens de wet voor zijn onderneming ingestelde medezeggenschapsorgaan. Van het oordeel van de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of het medezeggenschapsorgaan wordt mededeling gedaan in het jaarverslag.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Het jaarverslag wordt jaarlijks, uiterlijk op 1 juni van het kalenderjaar volgend op het jaar waarop het document betrekking heeft, openbaar gemaakt door neerlegging van een volledig in de Nederlandse taal gesteld exemplaar bij het Centrum voor werk en inkomen, in welks werkgebied de onderneming feitelijk is gevestigd.

  • 2 De werkgever bewaart het jaarverslag alsmede de daaraan ten grondslag liggende gegevens nog gedurende ten minste vijf jaren, nadat het jaar is verstreken waarop het jaarverslag betrekking heeft.

Openbaarheid

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Het jaarverslag ligt ter inzage bij het Centrum voor Werk en Inkomen waar op grond van deze wet een schriftelijk jaarverslag is neergelegd.

  • 2 De Centrale organisatie werk en inkomen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, verstrekt jaarlijks vóór 1 november aan Onze Minister een opgave, waarin de regionale gegevens zijn verwerkt, van het aantal werkgevers dat aan hun verplichting tot neerlegging als bedoeld in artikel 6, eerste lid, hebben voldaan.

Toezicht

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

  • 2 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Indien blijkt dat een werkgever niet of niet volledig aan zijn verplichtingen op grond van deze wet heeft voldaan, doet een bij besluit van Onze Minister daartoe aangewezen ambtenaar hiervan schriftelijk mededeling aan de werkgever, aan de ondernemingsraad, het bij of krachtens de wet voor zijn onderneming ingestelde medezeggenschapsorgaan of de personeelsvertegenwoordiging, en aan de naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van werkgevers en van werknemers, alsmede aan het Centrum voor werk en inkomen in het werkgebied waar de onderneming van de werkgever feitelijk is gevestigd. De mededeling aan de ondernemingsraad, de personeelsvertegenwoordiging of het medezeggenschapsorgaan, en aan het Centrum voor werk en inkomen, bevat geen gegevens waaruit de identiteit van de bij het toezicht betrokken werknemers kan worden afgeleid.

  • 2 Artikel 9, tweede lid, is van toepassing op het besluit bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De mededeling, bedoeld in het eerste lid, ligt ter inzage bij het Centrum voor werk en inkomen waar op grond van deze wet een schriftelijk jaarverslag moet worden neergelegd.

Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Onze Minister zendt binnen één jaar na het vervallen van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

Deze wet wordt aangehaald als: Wet stimulering arbeidsdeelname minderheden.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2004]

  • 1 Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vervalt met ingang van 1 januari 2002.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan bij koninklijk besluit worden bepaald dat deze wet vervalt met ingang van 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 11 mei 1994

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

B. de Vries

Uitgegeven de zestiende juni 1994

De Minister van Justitie,

A. Kosto

Naar boven