Stb. 2021, 60, datum inwerkingtreding 12-02-2021, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2020.
1 Indien de commandant of de ambtenaar dit wenselijk vindt, wordt een beoordeling opgemaakt.
De ambtenaar dient daartoe een aanvraag in bij de commandant.
2 Onze Minister kan opdracht geven tot het opmaken van een beoordeling.
3 De ambtenaar wordt beoordeeld omtrent de wijze waarop hij zijn functie heeft vervuld
en omtrent zijn gedrag in relatie tot die functie, gedurende het beoordelingstijdvak.
De beoordeling is gebaseerd op concrete handelingen, resultaten en gedragingen van
de te beoordelen ambtenaar.
4 Bij het opmaken van een beoordeling kan een toekomstverwachting worden opgemaakt.
5 Het beoordelingstijdvak omvat een periode van ten minste zes maanden en ten hoogste
twee jaren. Per kalenderjaar kan maximaal één beoordeling worden opgemaakt.
6 De beoordeling wordt opgemaakt door een eerste en in beginsel een tweede beoordelaar.
Als eerste beoordelaar treedt op de functionele chef van de ambtenaar. De tweede beoordelaar
is de commandant dan wel een door de commandant aangewezen functionaris. In geval
de commandant is opgetreden als eerste beoordelaar, treedt in beginsel als tweede
beoordelaar op de functionele chef van de commandant.
7 Gelet op de vereiste deskundigheid kan bij het uitbrengen van een beoordeling een
personeelsbeoordelingsadviseur aan de beoordelaar worden toegevoegd.
8 Na het opmaken van de beoordeling van de ambtenaar:
-
a. wordt met de ambtenaar zijn beoordeling besproken;
-
b. krijgt de ambtenaar een afschrift van zijn beoordeling uitgereikt;
-
c. krijgt hij de gelegenheid zijn bedenkingen tegen de omtrent hem opgemaakte beoordeling
binnen twee weken schriftelijk bij de tweede beoordelaar kenbaar te maken, tenzij
er geen tweede beoordelaar is; indien er geen tweede beoordelaar is, worden de bedenkingen
kenbaar gemaakt bij de eerste beoordelaar.
9 Nadat de beoordeling door de tweede beoordelaar is vastgesteld, wordt aan de ambtenaar
een afschrift verstrekt. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing indien er
sprake is van één beoordelaar.
10 Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld ten aanzien van het opmaken
en vaststellen van beoordelingen alsmede het beoordelingsformulier volgens welke de
ambtenaar wordt beoordeeld.