Artikel 1. Aanspraken van inwoners van Nederland
Aan de op 11 december 1991 tussen Nederland en Nigeria gesloten Overeenkomst tot het
vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met
betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar vermogenswinsten (Trb. 1992, 12)
kunnen inwoners van Nederland onder meer de volgende aanspraken ontlenen, geregeld
in de hieronder tussen haakjes vermelde artikelen van de Overeenkomst:
-
a. Vermindering tot 15 percent van de Nigeriaanse belasting op dividenden, betaald door
een lichaam dat inwoner van Nigeria is aan een inwoner van Nederland, die de uiteindelijk
gerechtigde daarvan is (artikel 10, tweede lid, onderdeel b).
-
b. Vermindering tot 12.5% van de Nigeriaanse belasting op dividenden betaald door een
lichaam dat inwoner van Nigeria is aan een lichaam (niet zijnde een maatschap of een
venootschap onder firma) dat inwoner van Nederland is, indien dat lichaam de uiteindelijk
gerechtigde tot de dividenden is en het onmiddellijk ten minste 10 percent bezit van
het kapitaal van het Nigeriaanse lichaam dat de dividenden betaalt (artikel 10, tweede
lid, onderdeel a).
-
c. Algehele vrijstelling van de Nigeriaanse belasting op uit Nigeria afkomstige interest,
indien deze wordt betaald aan de Regering van Nederland, een staatkundig onderdeel
of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van Nederland dan wel aan een agentschap
of instantie (waaronder begrepen een financiële instelling) die eigendom is van of
beheerst wordt door de Regering van Nederland, een staatkundig onderdeel of een plaatselijk
publiekrechtelijk lichaam van Nederland, alsmede algehele vrijstelling van de Nigeriaanse
belasting op uit Nigeria afkomstige interest, indien deze wordt betaald ter zake van
leningen die verzekerd of gegarandeerd zijn door de Regering van Nederland, een staatkundig
onderdeel of een plaatselijk publiekrechtelijk lichaam van Nederland (artikel 11,
derde lid, eerste volzin). In het geval van leningen verstrekt door bovengenoemde
agentschappen of instanties is de vorenbedoelde vrijstelling alleen van toepassing
in geval deze leningen niet zijn verstrekt onder de gewone commerciële voorwaarden
(artikel 11, derde lid, laatste volzin).
-
d. Vermindering tot 12,5 percent van de Nigeriaanse belasting op de niet onder onderdeel
c vallende interest (daaronder begrepen de uitkering op winstdelende obligaties) afkomstig
uit Nigeria en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde
daarvan is (artikel 11, tweede lid).
-
e. Vermindering tot 12,5 percent van de Nigeriaanse belasting op royalty's (vergoedingen
van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht
op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap met inbegrip van bioscoopfilms,
of films of geluidsbanden voor radio of televisie, van een octrooi, een fabrieks-
of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime
werkwijze, dan wel voor het gebruik van, of het recht van gebruik van, nijverheids-
of handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting, of voor inlichtingen omtrent
ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap), afkomstig uit Nigeria
en betaald aan een inwoner van Nederland die de uiteindelijk gerechtigde daarvan is
(artikel 12, tweede en derde lid).
De in de onderdelen a, b, d en e van dit artikel vermelde verminderingen worden berekend
over het bruto bedrag van de dividenden, interest en royalty's.
De in onderdelen a, b, d en e van dit artikel vermelde verminderingen zijn niet van
toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de dividenden, de interest of de
royalty's in Nigeria een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste
inrichting of in Nigeria zelfstandige arbeid verricht vanuit een aldaar gevestigd
vast middelpunt, en het aandelenbezit uit hoofde waarvan de dividenden worden betaald,
de vordering uit hoofde waarvan de interest wordt betaald of het recht of de zaak
uit hoofde waarvan de royalty's worden betaald, tot het bedrijfsvermogen van die vaste
inrichting of tot het beroepsvermogen van dat vaste middelpunt behoort (artikel 10,
vijfde lid, respectievelijk artikel 11, vijfde lid, en artikel 12, vierde lid).