Rijkswet van 19 december 1991, houdende machtiging tot deelneming door het Koninkrijk
der Nederlanden in de negende aanvulling van middelen van de Internationale Ontwikkelings
Associatie (IDA)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het Koninkrijk der
Nederlanden, naar aanleiding van resolutie no. 150 d.d. 8 mei 1990 van de Raad van
Gouverneurs van de Internationale Ontwikkelings Associatie, deelneemt in de negende
aanvulling van middelen van de Internationale Ontwikkelings Associatie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg
der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen
zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: