Besluit van 17 oktober 1991, houdende bepalingen met betrekking tot de rechtspositie
van voorzitters van waterschappen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 4 juli 1991, nr. RJW
94645, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Overwegende dat op grond van artikel 49 van de Waterschapswet (Stb. 1991, 444) regels dienen te worden vastgesteld omtrent enkele onderwerpen betreffende
de rechtspositie van voorzitters van waterschappen;
De Raad van State gehoord (advies van 11 september 1991, nr. W 09.91.0352);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 oktober
1991, nr. RJW 104978, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke
en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan: