Wijzigingsbesluit Cosmeticabesluit (Warenwet) 1979

[Regeling vervallen per 17-03-2010.]
Geraadpleegd op 11-10-2024.
Geldend van 13-06-1991 t/m 16-03-2010

Besluit van 25 april 1991, houdende wijziging van het Cosmeticabesluit (Warenwet) 1979 (Stb. 258)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 24 juli 1990, VVP/P/U-688403 mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Overwegende dat regelen moeten worden gesteld ter uitvoering van de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 december 1988 (88/667/EEG) (Pb. EG L 382) houdende vierde wijziging van Richtlijn 76/768/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lid-staten inzake cosmetische producten;

Gelet op de artikelen 14 en 14 a van de Warenwet (Stb. 1935, 793) zoals deze artikelen luidden vóór 1 augustus 1988, en artikel II van de Wet van 21 april 1988, tot wijziging van de Warenwet (Stb. 1988, 358);

Gezien het advies van de Adviescommissie Warenwet van 19 december 1989, no. 14173/(48)5;

De Raad van State gehoord (advies van 5 november 1990, no. W13.90.0377);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 10 april 1991, VVP/P/U-690444, uitgebracht mede namens Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

[Regeling vervallen per 17-03-2010]

[Red: Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 17-03-2010]

Het bepaalde in artikel I is tot en met 31 december 1993 niet van toepassing op cosmetische produkten welke vóór 1 januari 1992 voor het eerst zijn verhandeld.

Artikel III

[Regeling vervallen per 17-03-2010]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 25 april 1991

Beatrix

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,

H. J. Simons

De Minister van Economische Zaken,

J. E. Andriessen

Uitgegeven de elfde juni 1991

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin