Hoofdstuk D. De registratie van de kiesgerechtigdheid 
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Burgemeester en wethouders registreren de kiesgerechtigdheid van de ingezetenen van
                                          de gemeente.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage dragen zorg voor een registratie van
                                          personen die hun werkelijke woonplaats buiten Nederland hebben en aan wie kiesrecht
                                          toekomt op grond van artikel B 1 en die niet zijn uitgesloten van het kiesrecht op grond van artikel B 5.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Registratie van een persoon als bedoeld in artikel D 2 gebeurt op aanvraag, onverminderd artikel D 6, tweede en derde lid. Een aanvraag van een persoon die de leeftijd van zeventien jaar heeft, wordt in
                                                behandeling genomen ten behoeve van een registratie met ingang van de vierenveertigste
                                                dag voor het bereiken van de achttienjarige leeftijd.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld uit welke gegevens en bescheiden
                                          een registratie als bedoeld in artikel D 2 bestaat.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Burgemeester en wethouders respectievelijk burgemeester en wethouders van 's-Gravenhage
                                          delen een persoon op zijn verzoek onverwijld mee of hij als kiezer is geregistreerd.
                                          Indien hij niet als kiezer is geregistreerd, worden hem uiterlijk op een bij algemene
                                          maatregel van bestuur te bepalen moment de redenen daarvan meegedeeld.
                                        
                                    
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Op een aanvraag als bedoeld in dit hoofdstuk of ter uitoefening van het recht op rectificatie,
                                                bedoeld in artikel 16 van de Algemene verordening gegevensbescherming, ten aanzien
                                                van een registratie als bedoeld in artikel D 1 of D 2, wordt uiterlijk op een bij
                                                algemene maatregel van bestuur te bepalen moment beslist.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2 In afwijking van artikel 8:41, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedraagt de termijn binnen welke de bijschrijving of storting van het verschuldigde
                                                bedrag dient plaats te vinden, twee weken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak
                                                van de Raad van State kan een kortere termijn stellen.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking
                                          tot de registratie van de kiesgerechtigdheid, onder meer over:
                                       
                                       
                                          - 
                                             
a. de indiening van een aanvraag, de beslissing op een aanvraag en de verstrekking van
                                                formulieren, bedoeld in artikel D 3; en
                                           
                                          - 
                                             
b. ambtshalve wijzigingen als bedoeld in artikel D 6.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Artikel 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming is niet van toepassing
                                          op verwerking van persoonsgegevens op grond van artikel D 1.
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Hoofdstuk H. De inlevering van de kandidatenlijsten 
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2 Ten minste drie weken voor de kandidaatstelling doet het centraal stembureau mededeling
                                                waar en wanneer kandidatenlijsten, alsmede de daarbij horende stukken, kunnen worden
                                                ingeleverd. De mededeling geschiedt indien het betreft de verkiezing van de leden
                                                van de Tweede Kamer, provinciale staten, het algemeen bestuur of de gemeenteraad,
                                                in de Staatscourant, het provinciaal blad, het waterschapsblad onderscheidenlijk het
                                                gemeenteblad.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3  Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren
                                                voor de kandidatenlijsten, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële
                                                regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Op de kandidatenlijst wordt vermeld voor welke kieskring of kieskringen zij wordt
                                          ingeleverd.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2  Aan degene die de lijst inlevert, kan door de gemachtigde, bedoeld in het derde lid
                                                van de artikelen G 1, G 2, G 2a of G 3, de bevoegdheid worden verleend boven de lijst de aanduiding van de desbetreffende
                                                groepering te plaatsen, zoals deze door het centraal stembureau is geregistreerd.
                                                Een verklaring van de gemachtigde waaruit deze bevoegdheid blijkt, wordt bij de lijst
                                                overgelegd. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3  Degene die de lijst inlevert, is bevoegd daarboven een aanduiding te plaatsen, gevormd
                                                door samenvoeging van voor de desbetreffende verkiezing geregistreerde aanduidingen
                                                of afkortingen daarvan, indien hem daartoe de bevoegdheid is verleend door de gemachtigden
                                                van de onderscheidene groeperingen. Verklaringen van de gemachtigden waaruit deze
                                                bevoegdheid blijkt, worden bij de lijst overgelegd. Een aldus gevormde aanduiding
                                                mag niet meer dan 35 letters of andere tekens bevatten. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5  Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren
                                                voor de verklaringen met betrekking tot het plaatsen van aanduidingen van politieke
                                                groeperingen boven kandidatenlijsten, kosteloos, verkrijgbaar zijn. Bij ministeriële
                                                regeling wordt voor de formulieren een model vastgesteld. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Bij de lijst worden, voor iedere kieskring waarvoor de lijst wordt ingeleverd, schriftelijke
                                                verklaringen van ondersteuning overgelegd, waarop de kandidaten op dezelfde wijze
                                                en in dezelfde volgorde worden vermeld als op de lijst. Het minimum aantal te overleggen
                                                verklaringen bedraagt:
                                             
                                                - 
                                                   
a. voor kieskring 20 (Bonaire): tien.
                                                 
                                                - 
                                                   
b. voor de kieskring bij de verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarbij het
                                                      aantal te verdelen zetels minder dan negentien is: tien.
                                                 
                                                - 
                                                   
c. voor de kieskring bij de verkiezing van de leden van een gemeenteraad waarin het aantal
                                                      te verdelen zetels minder dan negenendertig, doch minimaal negentien is: twintig.
                                                 
                                                - 
                                                   
d. voor iedere andere kieskring: dertig.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3  De kiezer die een verklaring van ondersteuning wenst af te leggen, ondertekent binnen
                                                een termijn van veertien dagen voorafgaand aan of op de dag van de kandidaatstelling
                                                deze verklaring in het gemeentehuis van de gemeente waar hij als kiezer is geregistreerd,
                                                in aanwezigheid van de burgemeester of een door deze daartoe aangewezen ambtenaar.
                                                De kiezer overhandigt aan de burgemeester of de ambtenaar een document als bedoeld
                                                in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
7  Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren
                                                voor de verklaringen van ondersteuning, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn.
                                                Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
8 De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet voor een kandidatenlijst van
                                                een politieke groepering, indien de aanduiding daarvan was geplaatst boven een kandidatenlijst
                                                waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigende
                                                orgaan een of meer zetels zijn toegekend. De vorige volzin is mede van toepassing
                                                ten aanzien van:
                                             
                                                - 
                                                   
a. samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen, indien bij de laatstgehouden
                                                      verkiezing van de leden van het desbetreffende orgaan, hetzij aan de gezamenlijke
                                                      groeperingen, hetzij aan tenminste één daarvan, één of meer zetels zijn toegekend;
                                                 
                                                - 
                                                   
b. een nieuwe aanduiding indien twee of meer groeperingen als één groepering onder een
                                                      nieuwe naam samen aan de verkiezingen deelnemen en bij de laatstgehouden verkiezingen
                                                      van de leden van het desbetreffende orgaan, aan ieder van de afzonderlijke groeperingen
                                                      één of meer zetels zijn toegekend;
                                                 
                                                - 
                                                   
c. een nieuwe aanduiding indien twee of meer groeperingen als één groepering onder een
                                                      nieuwe naam samen aan de verkiezingen deelnemen en bij de laatstgehouden verkiezingen
                                                      van de leden van het desbetreffende orgaan onder een samengevoegde aanduiding met
                                                      een gezamenlijke lijst deelnamen en daaraan één of meer zetels zijn toegekend.
                                                 
                                             
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Op de lijst worden een of meer personen vermeld die bij verhindering van de inleveraar
                                          bevoegd zijn tot het herstel van verzuimen, bedoeld in artikel I 2.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2 Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten worden geplaatst.
                                                Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven
                                                een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het
                                                desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend,
                                                mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tachtig bedraagt. Het bepaalde
                                                in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging
                                                van aanduidingen van twee of meer groeperingen.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 De naam van een kandidaat mag niet voorkomen op een lijst, indien de kandidaat tijdens
                                                de zittingsperiode van het orgaan waarvoor de verkiezing zal plaatshebben, niet de
                                                voor het zitting nemen in dat orgaan vereiste leeftijd zal bereiken. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3 Indien voor de verkiezing van de leden van provinciale staten, de leden van het algemeen
                                                bestuur of de gemeenteraad op een lijst de naam voorkomt van een kandidaat die geen
                                                ingezetene is van de provincie, het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente, dient
                                                bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring,
                                                waaruit blijkt, dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie,
                                                het waterschap, onderscheidenlijk de gemeente.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       De wijze waarop kandidaten op de lijst worden vermeld, wordt geregeld bij algemene
                                          maatregel van bestuur. 
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Bij de lijst wordt overgelegd een schriftelijke verklaring van iedere daarop voorkomende
                                                kandidaat dat hij instemt met zijn kandidaatstelling op deze lijst voor de kieskring
                                                of de kieskringen waarvoor zij is ingeleverd. Tenzij een gemachtigde, bedoeld in de
                                                artikelen H 10, eerste lid, of H 10a, eerste lid, wordt aangewezen, wordt op deze verklaring vermeld op welk adres de kandidaat de
                                                kennisgeving van zijn benoeming, bedoeld in artikel V 1, wil ontvangen.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3 Bij de lijst wordt van iedere kandidaat die geen zitting heeft in het vertegenwoordigend
                                                orgaan waarvoor de verkiezing wordt gehouden, tevens een kopie van een document als
                                                bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht overgelegd. Indien van een dergelijke kandidaat een kopie van een document als bedoeld
                                                in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ontbreekt, wordt de verklaring van
                                                instemming van de betreffende kandidaat geacht te ontbreken. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
4  Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld waar en wanneer de formulieren
                                                voor de verklaringen van instemming, kosteloos, voor de kiezers verkrijgbaar zijn.
                                                Bij ministeriële regeling wordt voor het formulier een model vastgesteld. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 De kandidaat wiens woonplaats buiten het Europese deel van Nederland is gelegen, wijst
                                                in de verklaring van instemming tevens een in het Europese deel van Nederland wonende
                                                gemachtigde aan met vermelding van diens naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien
                                                de kandidaat voorkomt op meer dan één lijst, moet in iedere verklaring dezelfde gemachtigde
                                                worden aangewezen. Deze gemachtigde is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot
                                                de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en derde lid, en W 2, eerste lid, onder f. Indien de kandidaat woonachtig is in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint
                                                Eustatius en Saba, is de gemachtigde met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot
                                                de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste
                                                en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder f.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2  De kandidaat is bevoegd de overeenkomstig het eerste lid gegeven volmacht in te trekken.
                                                Hij geeft hiervan schriftelijk kennis aan de voorzitter van het centraal stembureau,
                                                zo nodig met aanwijzing van een nieuwe gemachtigde. Indien geen nieuwe gemachtigde
                                                wordt aangewezen, vermeldt de kandidaat op welk adres hij de kennisgeving van zijn
                                                benoeming, bedoeld in artikel V 1, wil ontvangen.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 De in het Europese deel van Nederland wonende kandidaat kan in geval van een verkiezing
                                                voor de leden van de Tweede Kamer en van provinciale staten van een provincie die
                                                uit meer dan één kieskring bestaat, bij de verklaring van instemming tevens een in
                                                het Europese deel van Nederland wonende gemachtigde aanwijzen met vermelding van diens
                                                naam, voorletters, woonplaats en adres. Indien de kandidaat voorkomt op meer dan één
                                                lijst, wordt in iedere verklaring dezelfde gemachtigde aangewezen. Deze gemachtigde
                                                is met uitsluiting van de kandidaat bevoegd tot de handelingen, bedoeld in de artikelen V 2, eerste, vierde en vijfde lid, V 3, eerste en tweede lid, en W 2, eerste lid, onder f.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3 In geval van een benoeming voorafgaande aan de eerste samenkomst van het nieuw gekozen
                                                orgaan, kan van de machtiging geen gebruik worden gemaakt ten aanzien van kandidaten
                                                die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen een aantal stemmen hebben verkregen,
                                                groter dan 25% van de kiesdeler.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
4 De politieke groepering deelt de in het tweede lid bedoelde volgorde uiterlijk twee
                                                weken na de kandidaatstelling mee aan het centraal stembureau. De voorzitter van het
                                                centraal stembureau draagt er zorg voor dat van de volgorde zo spoedig mogelijk mededeling
                                                wordt gedaan in de Staatscourant dan wel, indien het de verkiezing van de leden van
                                                provinciale staten betreft, in het provinciaal blad.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Kandidatenlijsten, ingeleverd voor verschillende kieskringen, waarop dezelfde kandidaten
                                                in gelijk aantal en in dezelfde volgorde zijn geplaatst, vormen tezamen een stel gelijkluidende
                                                lijsten. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2  Kandidatenlijsten, ingeleverd voor verschillende kieskringen, waarboven dezelfde
                                                aanduiding van een politieke groepering is geplaatst of waarvan de eerste kandidaat
                                                dezelfde is, vormen tezamen een lijstengroep. Het bepaalde in de vorige volzin is
                                                mede van toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer
                                                groeperingen. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Indien het betreft de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer, moet voor elke
                                                lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en
                                                elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van € 11 250 dan wel, indien boven
                                                de kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten
                                                haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst
                                                betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat
                                                ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 11 250
                                                worden betaald aan de Staat. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5  Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau
                                                wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij
                                                het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende
                                                lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler,
                                                bedoeld in artikel P 5. In dat geval vervalt de waarborgsom aan de Staat. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Indien het betreft de verkiezing van de leden van provinciale staten, moet voor elke
                                                lijstengroep, elk niet van een groep deel uitmakend stel gelijkluidende lijsten en
                                                elke op zichzelf staande lijst een waarborgsom van € 1 125 dan wel, indien boven de
                                                kandidatenlijst de aanduiding is geplaatst van een groepering die blijkens de statuten
                                                haar zetel heeft in Bonaire, Sint Eustatius of Saba of, indien het een kandidatenlijst
                                                betreft waarboven geen aanduiding is geplaatst, indien de eerstgenoemde kandidaat
                                                ingezetene is van Bonaire, Sint Eustatius of Saba, een waarborgsom van USD 1 125 worden
                                                betaald aan de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd. 
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5  Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau
                                                wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij
                                                het stemcijfer van de lijstengroep, het niet van een groep deel uitmakende stel gelijkluidende
                                                lijsten of de op zichzelf staande lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler,
                                                bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan
                                                de gemeente waar het centraal stembureau is gevestigd. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5 Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau wordt
                                                de waarborgsom zo spoedig mogelijk teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht,
                                                tenzij het stemcijfer van de lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld
                                                in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan
                                                het waterschap.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5  Na de vaststelling van de uitslag van de verkiezing door het centraal stembureau
                                                wordt de waarborgsom teruggegeven aan degene die de betaling heeft verricht, tenzij
                                                het stemcijfer van de lijst lager is dan 75 procent van de kiesdeler, bedoeld in artikel P 5, en aan de lijst geen zetel is toegewezen. In dat geval vervalt de waarborgsom aan
                                                de gemeente. 
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld betreffende het betalen
                                          van waarborgsommen ten behoeve van de kandidatenlijsten. Bij ministeriële regeling
                                          worden voor de bewijzen van betaling van de waarborgsom modellen vastgesteld. 
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       De artikelen 15, 16 en 18 van de Algemene verordening gegevensbescherming zijn niet
                                          van toepassing op verwerking van persoonsgegevens door het centraal stembureau bij
                                          of krachtens dit hoofdstuk.
                                        
                                  
                                 
                                    
                                    
                                       Hoofdstuk Pa. De verkiezing van de leden van het kiescollege voor Nederlanders die
                                          geen ingezetenen zijn
                                       
                                     
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       De leden van het kiescollege worden, voor zover dit hoofdstuk niet anders bepaalt,
                                          gekozen met overeenkomstige toepassing van de bij of krachtens deze afdeling gestelde
                                          bepalingen inzake de verkiezing van de leden van provinciale staten van een provincie
                                          die één kieskring vormt.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 De leden van het kiescollege worden gekozen door degenen die Nederlander zijn, op
                                                de dag van de stemming de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en op de dag van
                                                kandidaatstelling geen ingezetenen van Nederland zijn, met uitzondering van degenen
                                                die op de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben in Aruba,
                                                Curaçao of Sint Maarten.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het bij en krachtens hoofdstuk D bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van het kiescollege,
                                          met dien verstande dat in artikel D 2 in plaats van «aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel B 1» wordt gelezen: aan wie kiesrecht toekomt op grond van artikel Pa 2.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Voor de verkiezing van de leden van het kiescollege vormt het gebied buiten Nederland
                                          één kieskring: kieskring buitenland.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3 De artikelen E 5, vierde lid, en E 5a zijn van overeenkomstige toepassing op het briefstembureau bedoeld in het
                                                tweede lid, met dien verstande dat in plaats van artikel E 5a, eerste lid, wordt gelezen:
                                                Burgemeester en wethouders van ’s-Gravenhage benoemen tijdig voor de verkiezing van
                                                de leden van het kiescollege de leden van het briefstembureau en een voldoend aantal
                                                plaatsvervangende leden.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van provinciale staten van
                                          de provincie Zuid-Holland fungeert tevens als het centraal stembureau voor de verkiezing
                                          van de leden van het kiescollege.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het centraal stembureau doet van de beslissing, bedoeld in artikel G 2, vijfde lid, en het schrappen van de aanduiding in het register, bedoeld in artikel G 2, zevende
                                          lid, mededeling in de Staatscourant.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Het bepaalde bij of krachtens artikel G 1a over het registreren van logo’s is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing
                                                van de leden van het kiescollege, met dien verstande dat in plaats van het eerste
                                                lid, eerste volzin, wordt gelezen: Een politieke groepering waarvan het logo niet
                                                reeds bij het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer
                                                is geregistreerd, kan aan het centraal stembureau voor de verkiezing van de leden
                                                van het kiescollege schriftelijk verzoeken haar logo bij te schrijven in het register,
                                                bedoeld in artikel Pa 1 in samenhang met G 2 van de Kieswet.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het minimumaantal over te leggen verklaringen van ondersteuning, bedoeld in artikel H 4, eerste lid, bedraagt voor de verkiezing van de leden van het kiescollege: 10.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 In afwijking van artikel H 4, derde lid, legt een kiezer een verklaring van ondersteuning af in een digitale omgeving, ten
                                                overstaan van de burgemeester van ’s-Gravenhage of een door deze daartoe aangewezen
                                                ambtenaar van de gemeente. In de digitale omgeving maakt de kiezer door middel van
                                                een wilsuitdrukking kenbaar hoe de verklaring ingevuld dient te worden en dat de burgemeester
                                                of ambtenaar de ondersteuningsverklaring namens hem mag invullen. De burgemeester
                                                of ambtenaar verklaart dat de ondersteuningsverklaring overeenstemt met de wilsuitdrukking
                                                van de kiezer door de verklaring te ondertekenen. Bij ministeriële regeling wordt
                                                voor het formulier voor de verklaring een model vastgesteld.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
3 In afwijking van artikel H 4, vierde lid, tweede volzin, gaat de burgemeester of ambtenaar onverwijld na of de in de digitale omgeving aanwezige
                                                persoon geregistreerd is voor de verkiezing van het kiescollege en tekent dit op de
                                                verklaring aan.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
5 Onmiddellijk na het afleggen van de verklaring van ondersteuning wordt een kopie van
                                                de verklaring langs elektronische weg aan de kiezer toegestuurd. De kiezer en de burgemeester
                                                blijven aanwezig in de digitale omgeving totdat de kiezer de kopie van de verklaring
                                                ontvangt en kenbaar maakt of de verklaring op de juiste wijze namens hem is ingevuld
                                                en ondertekend. Indien dat niet het geval is, kan de kiezer verzoeken om een nieuwe
                                                verklaring af te leggen. De nieuwe verklaring treedt in de plaats van de eerste verklaring.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       In artikel H 7, derde lid, wordt gelezen: Indien voor de verkiezing van de leden van het kiescollege op een
                                          lijst de naam voorkomt van een kandidaat die ingezetene is van Nederland, dient bij
                                          de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring, waaruit
                                          blijkt, dat hij voornemens is of dat hij bij benoeming bereid is zich te vestigen
                                          buiten Nederland.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
2 Indien een kandidaat geen gemachtigde aanwijst, tekent hij op de verklaring van instemming,
                                                bedoeld in artikel H 9, eerste lid, aan dat hij ermee instemt de kennisgeving van zijn benoeming te ontvangen via een
                                                elektronisch systeem voor gegevensverwerking waarin de geadresseerde toegang heeft
                                                tot het bericht via een publiek uitgegeven authenticatiemiddel.
                                           
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Voor elke kandidatenlijst die wordt ingeleverd voor de verkiezing van de leden van
                                          het kiescollege wordt aan de gemeente ‘s-Gravenhage een waarborgsom betaald van €
                                          225.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Het centraal stembureau gaat na afloop van de zittingen, bedoeld in artikel I 1, eerste lid, respectievelijk artikel I 4, voor de verkiezing van de leden van provinciale staten van Zuid-Holland over tot
                                                het houden van deze zittingen voor de verkiezing van de leden van het kiescollege.
                                                Het tijdstip van de zitting bedoeld in artikel I 4 wordt tijdig op een algemeen toegankelijke
                                                wijze elektronisch openbaar gemaakt. Bij algemene maatregel van bestuur wordt de bekendmaking
                                                van het tijdstip en de digitale locatie van de zitting geregeld.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Bij de zitting bedoeld in artikel I 4 kunnen geïnteresseerden, anders dan fysiek aanwezigen, aanwezig zijn door deze bij
                                                te wonen in een digitale omgeving. Daarnaast dienen geïnteresseerden de zitting op
                                                afstand te kunnen volgen door middel van een live-verbinding.
                                           
                                       
                                       
                                       
                                       
                                       
                                        
                                    
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       In aanvulling op artikel I 3 worden de in dat artikel bedoelde stukken met weglating van de ondertekening op een
                                          algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       De openbaarmaking van de kandidatenlijsten voor de verkiezing van het kiescollege,
                                          bedoeld in artikel I 17, eerste lid, geschiedt overeenkomstig artikel I 17, tweede lid, onderdeel a.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Een kiezer kan uitsluitend per brief deelnemen aan de stemming voor de verkiezing
                                          van de leden van het kiescollege. Kiezers ontvangen geen stempas en kunnen geen stem
                                          uitbrengen in een stemlokaal.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       De mogelijkheid om te stemmen bij volmacht of met een kiezerspas, bedoeld in de hoofstukken K en L, blijft buiten toepassing.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het bij of krachtens hoofdstuk M bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de verkiezing van de leden van het
                                          kiescollege, met dien verstande dat in artikel M 1, eerste lid, wordt gelezen: Degene die als kiezer is geregistreerd als bedoeld in Pa 3 in samenhang met artikel D 2 ontvangt als bewijs dat hij mag stemmen voor de stemming een briefstembewijs.
                                        
                                    
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       In artikel P 1 wordt in plaats «het proces-verbaal van een gemeentelijk stembureau dan wel een hoofdstembureau»
                                          gelezen: de processen-verbaal van het briefstembureau.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       In afwijking van artikel P 10 worden de overblijvende zetel of zetels niet toegewezen aan een lijst indien aan
                                          een lijst meer zetels zouden moet worden toegewezen dan er kandidaten zijn.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       Het centraal stembureau gaat na afloop van de zitting bedoeld in artikel P 20, tweede lid, voor de verkiezing van de leden van provinciale staten van Zuid-Holland over tot
                                          het houden van deze zitting voor de verkiezing van de leden van het kiescollege. Het
                                          tijdstip wordt tijdig op een algemeen toegankelijke wijze elektronisch openbaar gemaakt.
                                          Bij algemene maatregel van bestuur wordt de bekendmaking van het tijdstip en de digitale
                                          locatie van de zitting geregeld.
                                        
                                    
                                       
                                       
                                       
                                       
                                          - 
                                             
1 Bij de zitting bedoeld in artikel P 20, tweede lid, kunnen geïnteresseerden, anders dan fysiek aanwezigen, aanwezig zijn door deze bij
                                                te wonen in een digitale omgeving. Daarnaast dienen geïnteresseerden de zitting op
                                                afstand te kunnen volgen door middel van een live-verbinding.