Besluit spoorwegbruggen

[Regeling vervallen per 01-12-2015.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2009 t/m 30-11-2015

Besluit van 15 februari 1988, houdende vervanging van het Reglement Spoorwegbruggen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 7 juli 1987, no. WBJ/V724276, Directoraat-Generaal van het Verkeer;

Gelet op de artikelen 27 van de Spoorwegwet (Stb. 1875, 67) 4a, derde en vierde lid, 5, vijfde lid en 6, tweede lid van de Locaalspoor- en Tramwegwet (Stb. 1918, 99);

De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1987, no. W09.87.0308);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 5 februari 1988, no. WBJ/V820448, Directoraat-Generaal van het Verkeer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a. Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;

    • b. brug: een brug over water, gelegen in een spoorweg waarop voorschriften, gegeven bij of krachtens de Spoorwegwet of de Locaalspoor- en Tramwegwet van toepassing zijn, en die uitsluitend of in hoofdzaak voor het verkeer over die spoorweg dient, met inbegrip van de voor dat verkeer noodzakelijke installaties en van de bij die brug behorende beschermingswerken;

    • c. vaartuig: elk voorwerp, hoe ook genaamd en van welke aard ook, bestemd of in staat tot verplaatsing te water, waarbij voor de toepassing van dit reglement een samenstel van vaartuigen als sleep, als duwstel of anderszins met een vaartuig gelijk wordt gesteld:

    • d. brugwachter: degene die als personeelslid van de spoorwegdienst of uit anderen hoofde belast is met het bedienen van een beweegbare brug, zomede degene die hem daarbij helpt;

    • e. schipper: degene die een vaartuig voert;

    • f. des daags: de tijd tussen zonsopgang en zonsondergang;

    • g. des nachts: de tijd tussen zonsondergang en zonsopgang.

  • 2 Indien een brug uit één of meer vaste overspanningen en één of meer beweegbare gedeelten bestaat, wordt voor de toepassing van dit besluit onder een beweegbare brug mede verstaan elk beweegbaar gedeelte van die brug.

  • 3 Ten aanzien van spoorwegen onder beheer van een publiekrechtelijk lichaam worden voor de naleving van dit besluit als bestuurders, bedoeld in artikel 9 van de Spoorwegwet, aangemerkt zij, die door dit publiekrechtelijk lichaam aan het hoofd van de spoorweg zijn gesteld.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 Onze Minister bepaalt:

    • a. voor welke beweegbare bruggen vaste openingstijden door hem worden vastgesteld;

    • b. welke beweegbare bruggen op verzoek van de schipper worden geopend volgens een door hem goed te keuren regeling van de bestuurders;

    • c. welke beweegbare bruggen als regel geopend zijn, en alleen gesloten worden indien een trein moet passeren;

    • d. bij welke beweegbare bruggen door hem voor te schrijven communicatiemiddelen ten behoeve van de scheepvaart aanwezig moeten zijn;

    • e. ten aanzien van welke bruggen de bestuurders door hem goed te keuren voorwaarden voor de doorvaart vaststellen voor zover dit in verband met de uit de afmetingen van schepen voortvloeiende gevaren en beperkingen en met het oog daarop te nemen maatregelen nodig is.

  • 2 Onze Minister hoort alvorens hij zijn bevoegdheden ingevolge het eerste lid, uitoefent, de bestuurders en de beheerder van het vaarwater.

  • 3 Onze Minister kan bepalen hoe lang vóórdat een trein een brug als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, moet passeren, met het sluiten van de brug kan of moet worden aangevangen.

  • 4 Indien in een vaarweg ter plaatse van een beweegbare brug de scheepvaart is gestremd, kan in afwijking van hetgeen in of krachtens de vorige leden is bepaald, deze brug gesloten blijven.

  • 5 Onze Minister kan voorschriften vaststellen omtrent het gebruik van communicatiemiddelen.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

De beweegbare bruggen worden door Onze minister, naar het belang van de vaarweg voor de scheepvaart en gelet op de plaatselijke omstandigheden, ten aanzien van de te tonen tekens voor de doorvaart, verdeeld in drie groepen, te weten A, B en C.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 De bestuurders dragen zorg dat bij de beweegbare bruggen van de groepen A en B vaste tekens worden getoond:

    • - bij bruggen van groep A: op gelijke hoogte aan weerszijden van de doorvaartopening

    • - bij bruggen van groep B: alleen aan stuurboordzijde of met goedkeuring van Onze Minister alleen aan bakboordzijde van de doorvaartopening

    overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.26, vierde lid, onderdelen a, b, d en e van het Binnenvaartpolitiereglement (Stb. 1983, 682).

  • 2 De bestuurders dragen zorg dat bij bruggen van groep A bovendien tekens worden getoond, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.26, vierde lid, onderdelen c en f van het Binnenvaartpolitiereglement, met dien verstande dat het teken, bedoeld in artikel 6.26, vierde lid, onderdeel f, van het Binnenvaartpolitiereglement alleen wordt getoond, indien Onze Minister zulks bepaalt of goedkeurt.

  • 3 Alvorens een brug van groep C voor de doorvaart wordt gesloten en tijdens het sluiten toont de brugwachter des daags een rode vlag en des nachts een rood vast licht overeenkomstig Bijlage 7, teken A 1, van het Binnenvaartpolitiereglement.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 De bestuurders kunnen eigener beweging zorgdragen of dragen, indien Onze Minister zulks bepaalt, zorg dat boven elke doorvaartopening vaste tekens worden getoond overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 6.25 en 6.26, vijfde lid, van het Binnenvaartpolitiereglement.

  • 2 Bij hefbruggen wordt voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde onder gesloten toestand mede verstaan het in gedeeltelijk geheven toestand verkeren van de hefbrug.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Ingeval lichttekens gestoord zijn, dragen de bestuurders zorg dat in plaats van een rood of groen licht een bord getoond wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.26, zesde lid, van het Binnenvaartpolitiereglement. Het tonen van borden in plaats van rode of groene lichten kan beperkt blijven tot één zijde van de doorvaartopening.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Indien een brug op korte afstand van één of meer andere bruggen of wegverkeersbruggen waarop tekens op grond van het Binnenvaartpolitiereglement zijn aangebracht, is gelegen, kan Onze Minister bepalen dat de tekens voor de vaart door die bruggen of die wegverkeersbruggen geheel of voor een door hem te bepalen gedeelte in de plaats treden van de tekens voor de vaart door de brug.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 Bij de vaart door een geopende beweegbare brug moet, indien twee doorvaartopeningen aanwezig zijn, door de rechter opening worden gevaren, tenzij het teken of de brugwachter anders aangeeft.

  • 2 Artikel 6.26 van het Binnenvaartpolitiereglement is van overeenkomstige toepassing, voorzover in dit besluit daar niet van wordt afgeweken.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Indien door tijdelijke obstakels aan of bij een brug de doorvaart wordt belemmerd dragen de bestuurders zorg dat zulks wordt kenbaar gemaakt door één of meer van de borden bedoeld in Bijlage 7, onderdeel C, van het Binnenvaartpolitiereglement. Deze borden moeten des nachts worden verlicht.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Onze Minister stelt de eisen vast waaraan de uitvoering en de plaatsing van de tekens moet voldoen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 Ingeval door een vaartuig een doorvaartopening is versperd, waardoor de goede uitoefening van de spoorwegdienst wordt belemmerd of dreigt te worden belemmerd, is de schipper van dit vaartuig verplicht onmiddellijk de voor de opheffing van de versperring of voor de beperking van de schade aan de werken, nodige maatregelen te treffen, die redelijkerwijs in die situatie van hem kunnen worden verlangd.

  • 2 De schipper is verplicht elke schade aan een brug terstond bij de brugwachter of bij de bestuurders aan te melden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 Het is verboden

    • a. te handelen in strijd met het krachtens artikel 2, eerste, derde en vijfde lid, bepaalde;

    • b. voor de scheepvaart door de bruggen andere tekens te tonen dan de voorgeschrevene;

    • c. bij de vaart te handelen in strijd met de getoonde tekens of de door de brugwachter krachtens dit besluit gegeven aanwijzingen;

    • d. te handelen in strijd met het in artikel 8 bepaalde;

    • e. door een brug te varen indien niet redelijkerwijs kan worden aangenomen dat dit zonder gevaar voor beschadiging van de brug of versperring van de doorvaartopening mogelijk is;

    • f. een doorvaartopening te versperren;

    • g. een brug te beschadigen;

    • h. een vaartuig aan enig bedeelte van een brug of in een doorvaartopening te meren;

    • i. een brug te openen of te sluiten of enig gedeelte daarvan te verzetten;

    • j. een vaartuig te verhalen anders dan aan de daarvoor bestemde voorzieningen.

  • 2 Niet strafbaar is hij die een in het eerste lid genoemde handeling verricht uit de aard van zijn betrekking tot of met toestemming van, de bestuurders.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

  • 1 Het koninklijk besluit van 14 maart 1962 (Stb. 86) tot vaststelling van een reglement voor de scheepvaart ter beveiliging van de spoorwegbruggen (Reglement Spoorwegbruggen) wordt ingetrokken.

  • 2 [Red: Wijzigt het koninklijk besluit van 5 april 1966 (Stb.176).]

  • 3 De beweegbare bruggen welke zijn aangewezen onderscheidenlijk ingedeeld op grond van de artikelen 2, eerste lid, onder a, b of c, 7 onderscheidenlijk 3, van het in het eerste lid genoemde reglement, worden geacht te zijn aangewezen onderscheidenlijk ingedeeld op grond van de artikelen 2, eerste lid, onder a, b of c, 7 onderscheidenlijk 3 van dit besluit.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 maart 1988 met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 1989.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-12-2015]

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit spoorwegbruggen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage, 15 februari 1988

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

N. Smits-Kroes

Uitgegeven de negenentwintigste februari 1988

De Minister van Justitie,

F. Korthals Altes

Naar boven