Wet van 7 juli 1987, houdende regelen omtrent de bescherming van de titels architect,
stedebouwkundige, tuin- en landschapsarchitect en interieurarchitect
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is bij de wet regelen te
stellen omtrent de bescherming van de titels architect, stedebouwkundige, tuin- en
landschapsarchitect en interieurarchitect, alsmede regelen te stellen ter uitvoering
van de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1985 inzake
de onderlinge erkenning van de diploma's, certificaten en andere titels op het gebied
van de architectuur, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke
uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PbEG 1985, L 223/15);
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: