Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
                                                kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
                                             2 Indien aan degene aan wie een uitkering op grond van deze wet is toegekend, een maatwerkvoorziening
                                                wordt verstrekt, bestaande uit beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de
                                                Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en hij op grond van die wet hiervoor een
                                                bijdrage is verschuldigd, is het UWV bevoegd de uitkering tot het bedrag van die bijdrage
                                                in plaats van aan degene, aan wie die uitkering is toegekend, zonder diens machtiging
                                                uit te betalen aan het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige
                                                zorg, dat voor de gemeente de bijdrage int.
                                             3  Indien degene, aan wie een uitkering is toegekend, in een inrichting ter verpleging
                                                van geesteszieken of van zwakzinnigen is opgenomen en het UWV, van de desbetreffende
                                                inrichting of van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die de
                                                opnamekosten betaalt, het verzoek ontvangt om de uitkering aan die inrichting of die
                                                gemeente uit te betalen, is het UWV bevoegd dat verzoek zonder het stellen van andere
                                                voorwaarden in te willigen. 
                                             4 Indien het eerste of tweede lid toepassing vindt, heeft de in het derde lid bedoelde
                                                bevoegdheid betrekking op het gedeelte van de uitkering dat niet aan de in het eerste
                                                of tweede lid genoemde instantie wordt uitbetaald.
                                             5 Een herziening van de uitkering op grond van het eerste of tweede lid als gevolg van
                                                een wijziging van de verschuldigde bijdrage vindt plaats zonder dat dit bij beschikking
                                                is vastgesteld.
                                             Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
                                                kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
                                             2 Indien aan degene aan wie een uitkering op grond van deze wet is toegekend, een maatwerkvoorziening
                                                wordt verstrekt, bestaande uit beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de
                                                Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en hij op grond van die wet hiervoor een
                                                bijdrage is verschuldigd, is het UWV bevoegd de uitkering tot het bedrag van die bijdrage
                                                in plaats van aan degene, aan wie die uitkering is toegekend, zonder diens machtiging
                                                uit te betalen aan het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige
                                                zorg, dat voor de gemeente de bijdrage int.
                                             3  Indien degene, aan wie een uitkering is toegekend, in een inrichting ter verpleging
                                                van geesteszieken of van zwakzinnigen is opgenomen en het UWV, van de desbetreffende
                                                inrichting of van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die de
                                                opnamekosten betaalt, het verzoek ontvangt om de uitkering aan die inrichting of die
                                                gemeente uit te betalen, is het UWV bevoegd dat verzoek zonder het stellen van andere
                                                voorwaarden in te willigen. 
                                             4 Indien het eerste of tweede lid toepassing vindt, heeft de in het derde lid bedoelde
                                                bevoegdheid betrekking op het gedeelte van de uitkering dat niet aan de in het eerste
                                                of tweede lid genoemde instantie wordt uitbetaald.
                                             5 Een herziening van de uitkering op grond van het eerste of tweede lid als gevolg van
                                                een wijziging van de verschuldigde bijdrage vindt plaats zonder dat dit bij beschikking
                                                is vastgesteld.
                                             Stb. 2016, 270, datum inwerkingtreding 01-08-2016, bevat een wijziging met terugwerkende
                                                kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2015.
                                             2 Indien aan degene aan wie een uitkering op grond van deze wet is toegekend, een maatwerkvoorziening
                                                wordt verstrekt, bestaande uit beschermd wonen als bedoeld in artikel 1.1.1 van de
                                                Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, en hij op grond van die wet hiervoor een
                                                bijdrage is verschuldigd, is het UWV bevoegd de uitkering tot het bedrag van die bijdrage
                                                in plaats van aan degene, aan wie die uitkering is toegekend, zonder diens machtiging
                                                uit te betalen aan het CAK, genoemd in artikel 6.1.1, eerste lid, van de Wet langdurige
                                                zorg, dat voor de gemeente de bijdrage int.
                                             3  Indien degene, aan wie een uitkering is toegekend, in een inrichting ter verpleging
                                                van geesteszieken of van zwakzinnigen is opgenomen en het UWV, van de desbetreffende
                                                inrichting of van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die de
                                                opnamekosten betaalt, het verzoek ontvangt om de uitkering aan die inrichting of die
                                                gemeente uit te betalen, is het UWV bevoegd dat verzoek zonder het stellen van andere
                                                voorwaarden in te willigen. 
                                             4 Indien het eerste of tweede lid toepassing vindt, heeft de in het derde lid bedoelde
                                                bevoegdheid betrekking op het gedeelte van de uitkering dat niet aan de in het eerste
                                                of tweede lid genoemde instantie wordt uitbetaald.
                                             5 Een herziening van de uitkering op grond van het eerste of tweede lid als gevolg van
                                                een wijziging van de verschuldigde bijdrage vindt plaats zonder dat dit bij beschikking
                                                is vastgesteld.