Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur (Binnenlandse Zaken)

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-1983 t/m heden

Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur (Binnenlandse Zaken)

De Minister van Binnenlandse Zaken,

Overwegende, dat de interim-rapportage van de Evaluatiecommissie Wet openbaarheid van bestuur van 26 oktober 1981 aanleiding geeft tot wijziging van de bij de beschikking van 29 april 1980, nr. SG80/U347 vastgestelde Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur,

Besluit

Voor het departement van Binnenlandse Zaken vast te stellen de navolgende Regeling ter uitvoering van de Wet openbaarheid van bestuur;

Algemeen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • -

    de wet: de Wet openbaarheid van bestuur van 9 november 1978, Staatsblad 581;

  • -

    het besluit: het Besluit openbaarheid van bestuur van 12 oktober 1979, Staatsblad 590;

  • -

    aanwijzing: het desbetreffende onderdeel van de Aanwijzingen inzake openbaarheid van bestuur, vastgesteld bij besluit van de minister-president van 21 december 1979, Staatscourant nr. 6 van 9 januari 1980, nadien gewijzigd;

  • -

    het departement: het departement van Binnenlandse Zaken (in de zin van artikel 86 van de Grondwet);

  • -

    het ministerie: het te 's-Gravenhage gevestigde, met de leiding van het departement belaste, deel van het departement.

Registers

Artikel 2

  • 2.1 Er is voor het departement een register van instellingen, diensten en bedrijven, als bedoeld in artikel 1, tweede lid van het besluit.

  • 2.2 Het register vermeldt de namen, adressen en informatiepunten van de instellingen, diensten en bedrijven.

  • 2.3 Het register ligt ter inzage op de leeszaal van de afdeling Documentatie en Bibliotheek en bij de stafafdeling Voorlichting van het ministerie.

  • 2.4 Het hoofd van de stafafdeling Voorlichting is belast met het bijhouden van dit register.

Artikel 3

  • 3.1 Er is voor het departement een register van niet-ambtelijke adviescommissies, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

  • 3.2 Het register ligt ter inzage op de leeszaal van de afdeling Documentatie en Bibliotheek en bij de stafafdeling Voorlichting.

  • 3.3 Het hoofd van het bureau Secretaris-Generaal is belast met het bijhouden van het register.

Gemachtigd ambtenaar

Artikel 4

  • 4.1 Als gemachtigd ambtenaar voor het departement, als bedoeld in aanwijzing 6, wordt aangewezen de secretaris-generaal en bij zijn afwezigheid of ontstentenis de plaatsvervangend secretaris-generaal.

  • 4.2 De gemachtigd ambtenaar wordt bij verschil van opvatting tussen het centraal informatiepunt (zie artikel 5.1.) en het bij het informatieverzoek betrokken departementsonderdeel omtrent de behandeling van het verzoek geadviseerd door een departementale WOB-commissie.

  • 4.3 De departementale WOB-commissie bestaat uit door de secretaris-generaal aan te wijzen vertegenwoordigers van de respectieve directoraten-generaal, de stafafdeling Constitutionele Zaken en Wetgevingsaangelegenheden, de directie Overheidsorganisatie en -Automatisering alsmede uit het hoofd van de stafafdeling Voorlichting en de departementale WOB-functionaris en worden voorgezeten door de juridisch adviseur van het ministerie of diens plaatsvervanger.

  • 4.5 De gemachtigd ambtenaar wijst binnen de stafafdeling Voorlichting een staffunctionaris openbaarheid van bestuur aan die hem bijstaat voor wat betreft de uitvoering van de wet in de gevallen, genoemd in aanwijzing 6.

  • 4.6 Schriftelijke en gemotiveerde afwijzingen van een verzoek worden vooraf ter beoordeling voorgelegd aan de juridisch adviseur of diens plaatsvervanger.

Informatiepunten

Artikel 5

  • 5.1 Als centraal informatiepunt voor het departement wordt aangewezen de stafafdeling Voorlichting van het ministerie, in het bijzonder de ambtenaar genoemd in artikel 4.5.

  • 5.2 Als informatiepunt van het ministerie wordt mede aangewezen de leeszaal van de afdeling Documentatie en Bibliotheek van het ministerie, voor zover het betreft ter inzage gelegde documenten, en voor zover het publikaties betreft: het Overheidsvoorlichtingscentrum.

  • 5.3 De afdeling Documentatie en Bibliotheek richt in samenwerking met de stafafdeling Voorlichting een actueel documentatiecentrum in waarin de openbare informatiedelen van het actie- en wetgevingsprogramma van het ministerie ter inzage worden gelegd.

  • 5.4 Als informatiepunten voor de instellingen, diensten en bedrijven, genoemd in het desbetreffende register, worden aangewezen zij die door de leiding van zodanige instelling, dienst of bedrijf daartoe zijn aangewezen.

Artikel 6

  • 6.1 In de gevallen, genoemd in aanwijzing 6, handelt het centraal informatiepunt overeenkomstig het bepaalde in de aanwijzingen 6 en 7.

  • 6.2 De informatiepunten leggen alle gevallen, waarin twijfel bestaat of aan een door hen ontvangen verzoek om informatie, geheel of gedeeltelijk, kan worden voldaan, dan wel waarin zij menen dat het verzoek niet behoort te worden ingewilligd en de verzoeker zijn vraag handhaaft, voor aan het centraal informatiepunt.

  • 6.3 Indien aan een verzoeker om informatie is kenbaar gemaakt dat het desbetreffend verzoek behoort te worden afgewezen, wordt daarbij mededeling gedaan van het recht het desbetreffende verzoek te handhaven.

  • 6.4 Voor ambtenaren van het departement, niet zijnde informatiepunt, die in de uitoefening van hun functie informatie plegen te verstrekken, is het bepaalde in 6.2, van overeenkomstige toepassing.

Informatietermijn

Artikel 7

  • 7.1 Bij het beantwoorden binnen redelijke termijn van verzoeken om informatie dient zowel de aard van het verzoek als het belang van de verzoeker daarbij in aanmerking te worden genomen.

  • 7.2 Vertegenwoordigers van publiciteitsmedia ontvangen binnen een termijn van drie dagen ten minste de mededeling of de gevraagde informatie in enigerlei vorm zal worden verstrekt. De feitelijke informatieverstrekking dient in beginsel binnen één week te worden verstrekt, tenzij te verkrijgen ambtsberichten of interdepartementaal overleg dat verhinderen.

  • 7.3 Van vertraging in de beantwoording dient schriftelijk onder opgaaf van redenen aan de informatieverzoeker mededeling te worden gedaan.

  • 7.4 Het hoofd van de stafafdeling Voorlichting is belast met een correcte naleving van de aangeduide antwoordtermijn.

  • 7.5 Beantwoording van informatieverzoeken van particulieren behoort in beginsel binnen een termijn van drie weken te geschieden, tenzij één der in artikel 7.2, genoemde redenen of wel het belang van een vlotte doorgang der werkzaamheden dat verhindert. In dat geval wordt een mededeling, als genoemd in artikel 7.3, aan de informatieverzoeker verzonden.

Publikatie van adviezen

Artikel 8

  • 8.1 De openbaarmaking van adviezen van niet-ambtelijke adviescommissies en het doen van mededeling omtrent zodanige adviezen in de Staatscourant, als voorgeschreven in artikel 3, eerste respectievelijk derde lid van de wet, geschieden door de zorg van het hoofd van de stafafdeling Voorlichting.

  • 8.2 Deze adviezen worden ter inzage gelegd op de leeszaal, bedoeld in artikel 5.2.

  • 8.3 Bij de instelling van een adviescommissie, als bedoeld in artikel 8.1., wordt in de toelichting bij de instellingsbeschikking melding gemaakt van de in artikel 3 van de wet bepaalde openbaarmaking.

  • 8.4 Over openbaarmaking van adviezen van ambtelijke dan wel gemengd samengestelde commissies, werkgroepen en andere adviesinstanties, werkzaam onder auspiciën van de minister van Binnenlandse Zaken, op een beleidsterrein dat de algemene publieke belangstelling heeft, beslist de minister na advies van het hoofd van de stafafdeling Voorlichting en van de leiding van het betrokken departementsonderdeel.

  • 8.5 Bij aanvang der werkzaamheden van de in artikel 8.4. genoemde adviesinstanties zal – met inachtneming van het gestelde in aanwijzing 24 – door of namens de minister zo nodig mededeling worden gedaan van het voornemen van de minister tot actieve openbaarmaking van het uit te brengen beleidsadvies.

Indeling en stijl

Artikel 9

  • 9.1 Extern gerichte ambtelijke adviezen, nota's en rapporten die, gezien hun omvang daarvoor in aanmerking komen, worden voorzien van een voor eventuele openbaarmaking bestemde samenvatting.

  • 9.2 Het bureau Secretaris-Generaal draagt er zorg voor dat de opsteller van het advies de in artikel 9.1. genoemde samenvatting toevoegt, alvorens het document aan de departementsleiding wordt aangeboden.

  • 9.3 Bij de indeling en stijl van ambtelijke stukken wordt, zoals omschreven in de Aanwijzingen inzake indeling en stijl van ambtelijke stukken, AA-stijl, rekening gehouden met een scheiding tussen feitelijke informatie, prognoses en mogelijke beleidsalternatieven enerzijds en de persoonlijke beleidsopvattingen anderzijds.

  • 9.4 Ter bevordering van de in de artikel 9.1., 9.2. en 9.3. aangeduide redactionele indeling wordt gebruik gemaakt van het daartoe ontworpen ‘nota-formulier’ nr. 012243LC.

  • 9.5 Het bureau Secretaris-Generaal draagt zorg voor uitvoering van de in artikel 9.4. aangeduide procedure.

Behandeling van beroep

Artikel 10

Voor de behandeling namens de minister van administratief beroep in het kader van de uitvoering van de wet wordt aangewezen de juridisch adviseur of diens plaatsvervanger, daarbij terzijde gestaan door een vertegenwoordiger van het departementsonderdeel waar de informatieweigering op betrekking heeft en de ambtenaar, genoemd in artikel 4.5.

Verslag

Artikel 11

  • 11.1 Het hoofd van de stafafdeling Voorlichting is belast met het samenstellen voor wat het departement betreft van het verslag, als bedoeld in artikel 5 van de wet.

  • 11.2 De informatiepunten en andere ambtenaren, genoemd in de artikelen 5 en 6 van deze beschikking, houden het centraal informatiepunt op de hoogte van hun werkzaamheden in het kader van de uitvoering van de wet.

Tarieven

Artikel 12

  • 12.1 Met de inning der gelden voor het verstrekken van fotocopieën volgens de tarieven, genoemd in Aanwijzing 51, is belast het hoofd van het bureau Post- en Archiefzaken van het ministerie, voor zover het afschriften betreft door de zorg van dit bureau vervaardigd.

  • 12.2 Met de inning van gelden voor het verstrekken van fotocopieën, volgens de in artikel 12.1. bedoelde tarieven, in de leeszaal van het ministerie is belast de sectie administratie van de afdeling Documentatie en Bibliotheek.

  • 12.3 Bij het hanteren van de tariefregeling vindt zo nodig overleg plaats met het centraal informatiepunt.

Overige werkzaamheden

Artikel 13

Waar in de wet, het besluit of de aanwijzingen wordt gesproken van:

  • -

    de mogelijkheid van een keuze tussen verschillende wijzen van publikatie of informatieverstrekking,

  • -

    het verstrekken van informatie in geobjectiveerde vorm of in begrijpelijke vorm,

  • -

    het maken van samenvattingen, uittreksels, toelichting en dergelijke, draagt de stafafdeling Voorlichting, zonodig is samenwerking met het betrokken departementsonderdeel, zorg voor de uitvoering van deze taak. Het hoofd van de stafafdeling Voorlichting is – met inachtneming van de door de minister verstrekte richtlijnen – belast met een juiste afstemming van het voorlichtingsbeleid op de door het departement gehanteerde doelstellingen, uitgangspunten en middelen.

Slotartikelen

Artikel 15

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 1983.

Afschrift van deze beschikking, welke zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant zal worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de directeuren-generaal, chefs van de directies, (hoofd)afdelingen, diensten en rechtstreeks onder de secretaris-generaal ressorterende bureaus.

's-Gravenhage, 18 oktober 1982

De

Minister

van Binnenlandse Zaken,

M. G. Rood

Naar boven