Eerste uitvoeringsbeschikking provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting.

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 16-04-1981 t/m heden

Eerste uitvoeringsbeschikking provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting

De Minister en de Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 152, achtste en elfde lid, van de Provinciewet (Stb. 1962, 17);

Besluiten:

Artikel 2

De opbrengst van de ten behoeve van een provincie geheven opcenten wordt per kalendermaand aan die provincie uitgekeerd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 en 4.

Artikel 3

  • 1 Als opbrengst over een kalendermaand wordt aangemerkt de zuivere opbrengst over die maand

  • 2 De zuivere opbrengst over een kalendermaand is het verschil tussen:

    • a. de som van de bedragen aan opcenten, die zijn begrepen in de in die maand betaalde motorrijtuigenbelasting, en

    • b. de som van de bedragen aan opcenten, die zijn begrepen in de in die maand terugbetaalde motorrijtuigenbelasting.

Artikel 4

De opbrengst over een kalendermaand wordt betaalbaar gesteld op de vijfentwintigste dag van de daarop volgende kalendermaand. De Minister van Financiën is bevoegd in bijzondere gevallen af te wijken van het bepaalde in de vorige volzin.

Artikel 5

  • 1 Het bedrag van de ten laste van een provincie komende kosten die zijn verbonden aan de werkzaamheden welke de rijksbelastingdienst ten behoeve van de provincies verricht krachtens artikel 152, derde lid, van de Provinciewet, wordt per kalenderjaar aan die provincie in rekening gebracht.

  • 2 Als de aan een kalenderjaar toe te rekenen kosten wordt aangemerkt het evenredige deel van de aan de heffing en invordering van de motorrijtuigenbelasting verbonden kosten, zoals die door de Minister van Financiën voor dat jaar zijn vastgesteld.

  • 3 Het in het eerste lid bedoelde kostenbedrag wordt verrekend met de opbrengst die betaalbaar wordt gesteld in de maand september na afloop van het kalenderjaar waarop dat kostenbedrag betrekking heeft.

Artikel 6

Vóór 1 september van elk jaar wordt aan de provincie een overzicht gezonden van de opbrengsten en het in artikel 5 bedoelde kostenbedrag over het voorgaande kalenderjaar.

Artikel 7

  • 1 In afwijking in zoverre van het bepaalde in artikel 3, tweede lid, wordt met betrekking tot de berekening van de zuivere opbrengsten over de kalendermaanden maart tot en met september 1981 geen rekening gehouden met in die maanden op naheffingsaanslagen ontvangen motorrijtuigenbelasting.

Artikel 8

  • 1 Deze beschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Zij vindt toepassing met betrekking tot de tijdvakken die aanvangen nà 31 maart 1981.

  • 3 Zij kan worden aangehaald als: Eerste uitvoeringsbeschikking provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting.

De

Minister

van Financiën,

A. P. J. M. M. van der Stee

De

Staatssecretaris

van Financiën,

M. J. J. van Amelsvoort

Naar boven