Examenprogramma tolk-vertaler Frans ingaande 1982

[Regeling vervallen per 31-12-2004.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 16-06-1981 t/m 30-12-2004

Examenprogramma tolk-vertaler Frans ingaande 1982

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen brengt de volgende regeling onder de aandacht van belanghebbenden:

Regeling van de examens ter verkrijging van een getuigschrift van tolk-vertaler Frans ingaande 1982

[Regeling vervallen per 31-12-2004]

  • 1 Het examen ter verkrijging van een getuigschrift van tolk-vertaler bestaat uit twee gedeelten:

    • a. een schriftelijk gedeelte;

    • b. een mondeling gedeelte.

  • 2 Het schriftelijk gedeelte bestaat uit de volgende onderdelen:

    • 2.1 vertaling in het Nederlands—duur 3,5 uur

    • 2.2 vertaling uit het Nederlands – duur 3,5 uur.

      Beide vertalingen zijn van algemeen maatschappelijk-informatieve aard, niet literair en niet te gespecificeerd technisch.

      Zij bestaan beide uit twee, onderling onafhankelijke delen van duidelijk verschillend karakter en van verschillende auteurs. Elk van de twee delen van beide vertalingen bestaat uit ± 200 woorden.

    • 2.3 het schrijven van twee brieven – duur 3,5 uur.

      De opgaven zullen van algemeen maatschappelijke aard zijn. Zij zullen niet in zodanige vorm worden verstrekt, dat de kandidaat kan volstaan met het vertalen ervan. Handelsbrieven in de gebruikelijke betekenis van het woord komen niet in aanmerking.

      Bij alle onderdelen van het schriftelijke gedeelte is het gebruik van woordenboeken toegestaan.

  • 3 Het mondeling gedeelte bestaat uit de volgende onderdelen:

    • 3.1 Tekstbegrip

      De kandidaat moet in ± 5 minuten een samenvatting in het Nederlands geven van een uit ± 350 woorden bestaande tekst in de vreemde taal, en in ± 5 minuten een samenvatting in de vreemde taal van een Nederlandse tekst bestaande uit ± 350 woorden. De beide teksten worden de kandidaat vóór het examen gedurende 30 minuten ter bestudering voorgelegd.

    • 3.2 Kennis van land en volk

      Met de kandidaat wordt een gesprek gevoerd, al of niet aan de hand van een door de commissie voorgelegde tekst, om inzicht te verkrijgen in zijn kennis van land en volk met betrekking tot de beide talen die het examen bevat. Duur 15 minuten.

      De commissie zal op verzoek opgave verstrekken van aanbevolen literatuur.

    • 3.3 Consecutief tolken

      Het tolken geschiedt aan de hand van een kandidaat uitsluitend mondeling aangeboden tweetalige dialoog (verhoor, interview, congressituatie etc.) waarbij doorlopend van het Nederlands in de vreemde taal en vice versa moet worden vertaald. Deze dialoog zal naast korte zinnen ook passages van grotere omvang bevatten, die de kandidaat, eventueel aan de hand van aantekeningen tijdens de aanbieding, zal moeten weergeven Duur ± 20 minuten.

  • 4 Toetsing van de kennis van de spraakkunst vindt zowel tijdens het schriftelijk als het mondeling gedeelte plaats.

  • 5 Toetsing van de vaardigheid in het spreken en van een goede uitspraak vindt plaats tijdens het mondeling gedeelte.

  • 6 Voor elk van de navolgende onderdelen wordt één cijfer toegekend:

    • -

      spraakkunst

    • -

      vertaling in het Nederlands

    • -

      vertaling uit het Nederlands

    • -

      brieven

    • -

      tekstbegrip

    • -

      kennis van land en volk

    • -

      consecutief tolken

    • -

      vaardigheid

    • -

      uitspraak.

    De judicia worden slechts in hele cijfers uitgedrukt.

  • 7 De kandidaat wordt afgewezen, indien één van de cijfers een 4 (of minder) is, of indien voor het onderdeel ‘tolken’ een vijf is toegekend.

    Indien twee der cijfers een 5 zijn, dan wordt de kandidaat eveneens afgewezen behalve als één der vijven betrekking heeft op het onderdeel ‘uitspraak’.

    Het totaal voor de drie onderdelen van het schriftelijk gedeelte van het examen dient ten minste 18 te zijn, waarbij ten hoogste één der cijfers een 5 mag zijn.

  • 8 Voor die onderdelen van het examen waarvoor een zeven of hoger werd verkregen, wordt vrijstelling verleend bij het afleggen van een volgend examen gedurende de twee kalenderjaren die volgen op het kalenderjaar waarin de vrijstellingen werden verkregen.

De examens zullen voor het eerst volgens deze nieuwe regeling worden afgenomen in 1982.

Naar boven