Beschikking wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele EEG-heffingen, de omzetbelasting
en de accijnzen
De Staatssecretaris van Financiën,
In overeenstemming met de Ministers van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken,
Overwegende, dat het noodzakelijk is voorzieningen te treffen tot uitvoering van de
op 4 november 1977 door de Commissie van de Europese Gemeenschappen vastgestelde Richtlijn
tot vaststelling van de praktische maatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging
van sommige bepalingen van Richtlijn 76/308/EEG betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die
voortvloeien uit verrichtingen die deel uitmaken van het financieringsstelsel van
het EOGFL, alsmede van landbouwheffingen en douanerechten (Pb.E.G. L333);
Gelet op artikel 41 van de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van enkele
EEG-heffingen (Stb. 1979, 572).