Instellingsbeschikking Rijksinstituut voor Natuurbeheer

[Regeling vervallen per 11-06-2004.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-06-1981 t/m 10-06-2004

Instellingsbeschikking Rijksinstituut voor Natuurbeheer

De Minister van Landbouw en Visserij en de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

Overwegende, dat het Rijksinstituut voor Veldbiologisch Onderzoek ten behoeve van het Natuurbehoud (R.I.V.O.N.) toegepast veldbiologisch onderzoek verricht;

  • dat de Stichting Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur (I.T.B.O.N.) eveneens toegepast veldbiologisch onderzoek verricht, echter in het bijzonder uit een oogpunt van het gebruik van de bodem als cultuurland in relatie tot de natuur;

  • dat de terreinen van onderzoek zo bij elkaar aansluiten, dat een concentratie van het onderzoekpotentieel van beide instituten tot één geheel gewenst moet worden geacht;

  • dat een zodanige bundeling van krachten te meer gewenst is in het licht van het toenemende belang van de zorg voor de biosfeer en het beheer van het milieu;

  • dat er derhalve gegronde redenen zijn over te gaan tot opheffing van de beide genoemde instituten en tot instelling van één nieuw instituut,

Besluiten:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

  • 1 Er is een Rijksinstituut voor Natuurbeheer.

  • 2 Het instituut verricht onderzoek ten behoeve van het natuurbeheer, zulks ten dienste van natuurbehoud, landschapsbescherming en het behoud van de natuurlijke hulpbronnen.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

  • 1 De algemeen directeur van het instituut is voor de uitoefening van zijn taak rechtstreeks verantwoordelijk aan de algemeen directeur van het Staatsbosbeheer.

  • 2 De algemeen directeur van het Staatsbosbeheer oefent de uit het eerste lid voortvloeiende bevoegdheden uit in overeenstemming met de hoofddirecteur Natuurbehoud en Openluchtrecreatie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

  • 1 Er is een programmeringscommissie bestaande uit:

    • a. de directeur Natuur- en Landschapsbescherming van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk.

    • b. een door de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk aangewezen ambtenaar van de hoofddirectie Natuurbehoud en Openluchtrecreatie van zijn departement;

    • c. het hoofd van de Stafafdeling Beleidsvoorbereiding Natuurbehoud, Recreatie en Media van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk;

    • d. de directeur Faunabeheer van het Ministerie van Landbouw en Visserij;

    • e. de directeur Natuurbehoud van het Staatsbosbeheer;

    • f. de directeur Bos- en Landschapsbouw van het Staatsbosbeheer;

    • g. de algemeen directeur Landbouwkundig Onderzoek van het Ministerie van Landbouw en Visserij;

    • h. de directeur Beheer Landbouwgronden van het Ministerie van Landbouw en Visserij;

    • i. een vertegenwoordiger van de Stichting Natuur en Milieu;

    • j. een vertegenwoordiger van de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland;

    • k. een vertegenwoordiger van de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging.

  • 2 De leden kunnen zich in de vergadering doen vervangen.

  • 3 De directeur Natuur- en Landschapsbescherming van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk is voorzitter van deze commissie. De directeur Natuurbehoud van het Staatsbosbeheer is plaatsvervangend voorzitter. De algemeen directeur van het instituut is ambtshalve secretaris.

  • 4 De niet-ambtelijke leden van de commissie worden benoemd en ontslagen door de Ministers van Landbouw en Visserij en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gezamenlijk. Hun benoeming geschiedt voor 5 jaren. Zij kunnen worden herbenoemd. Het lidmaatschap eindigt bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd.

  • 5 De algemeen directeur van het instituut stelt jaarlijks een plan van werkzaamheden voor het komende jaar op en legt dit aan de commissie voor.

  • 6 De commissie brengt vóór de eerste oktober van het jaar voorafgaande aan dat waarop het plan betrekking heeft, hierover advies uit aan de algemeen directeur van het Staatsbosbeheer en de hoofddirecteur Natuurbehoud en Openluchtrecreatie van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk. Zij stellen, indien de commissie een eenstemmig advies uitbrengt en zij zich hiermede kunnen verenigen, gezamenlijk het plan overeenkomstig het advies vast. Indien zij zich met dit advies niet kunnen verenigen, dan wel geen eenstemmig advies is uitgebracht, leggen zij het plan, vergezeld van het advies, voor aan de Ministers van Landbouw en Visserij en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, die gezamenlijk beslissen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

  • 1 Er is een wetenschappelijke begeleidingscommissie, die de algemeen directeur van het instituut desgevraagd of eigener beweging adviseert omtrent alle aangelegenheden, welke verband houden met de wetenschappelijke aspecten van het onderzoek. De adviezen worden tevens ter kennis gebracht van de programmeringscommissie.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste 5 en ten hoogste 9 leden. Zij worden benoemd en ontslagen door de Ministers van Landbouw en Visserij en van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk gezamenlijk.

  • 3 Eén der leden wordt tevens tot voorzitter benoemd. De algemeen directeur van het instituut is ambtshalve secretaris.

  • 4 De benoeming geschiedt voor 5 jaren. De leden kunnen worden herbenoemd. Het lidmaatschap eindigt bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Instellingsbeschikking Rijksinstituut voor Natuurbeheer.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 11-06-2004]

  • 1 De organisatiebeschikking R.I.V.O.N. van 19 maart/10 mei 1958 wordt ingetrokken.

  • 2 De liquidatie van de Stichting Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur (I.T.B.O.N.) zal geschieden overeenkomstig de bepalingen van de statuten dier stichting. Voor zoveel nadere voorzieningen nodig zijn in verband met de overgang van de stichting naar het Rijksinstituut voor Natuurbeheer, worden deze door de Minister van Landbouw en Visserij getroffen.

  • 3 Deze beschikking, die zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant, treedt in werking met ingang van 1 oktober 1969.

's-Gravenhage, 9 juli 1969

De

Minister

van Landbouw en Visserij,

P. J. Lardinois

Rijswijk, 24 juli 1969
De

Minister

van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk,

M. A. M. Klompé

Naar boven