Besluit monovitaminepreparaten

[Regeling vervallen per 01-07-2007.]
Geraadpleegd op 05-05-2024.
Geldend van 01-06-1968 t/m 30-06-2007

Besluit Monovitaminepreparaten

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid,

Gelet op artikel 4, vijfde lid, onder a, van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening (Stb. 1958, 408);

Gezien de aanbeveling van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie inzake de harmonisatie der wetgevingen betreffende de overmaat van de werkzame bestanddelen in monovitaminepreparaten M(66)22, Benelux Publikatieblad 1966–8,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-07-2007]

  • 1 Het vitaminegehalte van een monovitaminepreparaat, naar zijn aard bestemd te worden gebruikt voor genezing of voorkoming van enige aandoening, ziekte, ziekteverschijnselen of gebrek bij de mens, mag:

    • a. niet minder bedragen dan 90% van het op de verpakking of in een geschrift, gevoegd bij of in de verpakking, op te geven gehalte;

    • b. indien het één der op de bij dit besluit behorende lijst vermelde vitaminen bevat, niet meer bedragen dan het op die lijst vermelde percentage van het onder a bedoelde opgegeven gehalte.

  • 2 Bij de bepaling van het vitaminegehalte moet rekening worden gehouden met de standaardafwijking van de gebruikte analysemethode.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-07-2007]

Artikel 1 is niet van toepassing op monovitaminepreparaten, welke op het tijdstip, waarop dit besluit in werking treedt, reeds in Nederland door de fabrikant of importeur zijn afgeleverd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-07-2007]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit monovitaminepreparaten.

  • 2 Het treedt in werking met ingang van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst.

's-Gravenhage, 19 april 1968

De

Staatssecretaris

voornoemd,

R. J. H. Kruisinga

Lijst, behorende bij het Besluit monovitaminepreparaten

[Regeling vervallen per 01-07-2007]

Maximaal toegelaten vitaminegehalte, uitgedrukt in het percentage van het op de verpakking of in een geschrift, gevoegd bij of in de verpakking, opgegeven gehalte.

in olieachtige oplossing

in waterige oplossing

in vaste toestand

Vitamine A . . . . . . . . .

120

120

120

Vitamine B-1 . . . . . . . . .

110

110

Vitamine B-2 . . . . . . . .

110

110

Vitamine B-6 . . . . . . . .

110

110

Cyanocobalamine . . . . . . .

110

110

Hydroxocobalamine

110

110

110 1

Vitamine C . . . . . . . .

150 2

110

Vitamine D . . . . . .

120

120

120

Vitamine E . . . . . . .

110

110

110

Vitamine K-3 en K-4 . . . . . .

110

110

Nicotinamide (PP) . . . . . . .

110

110

Calcium pantothenaat

110

Panthenol . . . . .

110

110

Foliumzuur

120

110

Rutine en vitamine P-4

110

110

Behoort bij beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 19 april 1968, Directoraat-Generaal van de Volksgezondheid, afdeling Geneesmiddelenvoorziening, nr. 98006.

Mij bekend,

De

secretaris-generaal

,

J. H. Klatte.

  1. In oplossingen, bestemd voor parenterale toediening. ^ [1]
  2. In vloeistoffen, bestemd voor orale toediening. ^ [2]
Naar boven