Besluit van 20 juni 1956, bepalende de gelijkstelling van rangen en standen bij de
landmacht en de luchtmacht
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog van 15 juni 1956, Directie Militair
Personeel, Jura, Nr. P. 105.270 N;
Overwegende, dat met de officiersrangen vermeld in de Wet bevordering en ontslag beroepsofficieren
en de Wet reservepersoneel der krijgsmacht bij de landmacht en de luchtmacht door
Ons ingevolge die wetten behoren te worden gelijkgesteld de bij de landmacht en de
luchtmacht voorkomende officiersrangen welke niet in die wetten zijn vermeld en dat
ter zake van de overige rangen alsook standen bij de landmacht en de luchtmacht een
overeenkomstige regeling wenselijk is;
Hebben goedgevonden en verstaan: