Bijlage als bedoeld in de artikelen 48a, vijfde lid, 66, vijfde lid, en 67, vijfde lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie
                              
                              Formulier voor het afleggen van de eed of belofte door een deskundig lid
                              
                              Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal onderhouden en nakomen.
                              
                              Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel
                                 ook, tot het verkrijgen van een benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd,
                                 noch zal geven of beloven.
                              
                              Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen
                                 of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding
                                 heeft of zal krijgen waarbij ik als deskundig lid betrokken zou kunnen zijn.
                              
                              Ik zweer/beloof dat ik gegevens waarover ik als deskundig lid de beschikking krijg
                                 en waarvan ik het vertrouwelijke karakter ken of redelijkerwijs moet vermoeden, behoudens
                                 voor zover enig wettelijk voorschrift mij tot mededeling verplicht of uit mijn werkzaamheden
                                 als deskundig lid de noodzaak tot mededeling voortvloeit, geheim zal houden.
                              
                              Ik zweer/beloof dat ik mijn werkzaamheden als deskundig lid met eerlijkheid, nauwgezetheid
                                 en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal verrichten en mij in deze verrichtingen
                                 zal gedragen zoals een goed deskundig lid betaamt.
                              
                              Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
                              
                              Op ........................, werd te .....................
                              
                              ten overstaan van (1) ..............................
                              
                              door (2) .............................
                              
                              de bovenvermelde eed/belofte afgelegd.
                              
                              (1) .............................
                              
                              (2) .............................