Besluit van 4 maart 1824, nopens de regten voortspruitende uit concessien van Mijnen
Wij WILLEM, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog
van Luxemburg, enz., enz., enz.
Gezien de wetten van den 28sten Julij 1791, en 21 April 1810 nopens de Mijnen;
Herzien de instructien van den 18den Messidor 9de Jaar, en 3 Augustus 1810;
Op de voordragt van Onzen Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, van den
25sten Augustus 1823, n°. 18 W;
Den Raad van State gehoord,
Gezien het nader rapport van Onzen Minister voornoemd, van den 11den Februarij II.
n°. 71;
Den Raad van State nader gehoord.
Hebben besloten en besluiten: