Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,
en
Zijne Majesteit de Koning van Groot-Britannië, Ierland en de Britsche Overzeesche
Gewesten, Keizer van Indië,
wenschende binnen hun wederzijdsch grondgebied het voeren van rechtsgedingen in burgerlijke
en handelszaken, die bij hunne rechterlijke autoriteiten aanhangig zijn of vermoedelijk
zullen worden, wederzijds te vergemakkelijken;
Hebben besloten te dien einde een Verdrag te sluiten en hebben tot hunne gevolmachtigden
benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
-
Jonkheer R. de Marees van Swinderen, Ridder-Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau,
Commandeur in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, Ridder-Grootkruis in de Victoria-Orde,
Hoogst Derzelver Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Londen;
-
en
Zijne Majesteit de Koning van Groot-Britannië, Ierland en de Britsche Overzeesche
Gewesten, Keizer van Indië:
-
Voor Groot-Britannië en Noord-Ierland:
-
The Right Honourable Sir John Allsebrook Simon, G.C.S.I., K.C.V.O., O.B.E., K.C.,
M.P., Hoogst Deszelfs Eersten Staatssecretaris voor Buitenlandsche Zaken;
die, na elkander hunne in goeden en behoorlijken vorm bevonden volmachten te hebben
medegedeeld, zijn overeengekomen als volgt: