Sofia, 7 juli 1961
Mijnheer de Tijdelijk Zaakgelastigde,
Tijdens de onderhandelingen die hebben geleid tot de afsluiting van de heden ondertekende
Overeenkomst tussen de Volksrepubliek Bulgarije en het Koninkrijk der Nederlanden
inzake de regeling van financiële vraagstukken, heeft vaststelling plaats gevonden
enerzijds van de saldi op de rekeningen „Binnenlandse lewa's” van Nederlandse natuurlijke
en rechtspersonen bij de Nationale Bank van Bulgarije en de Bulgaarse Spaarkas tot
een bedrag van 221.022,18 lewa = 84.045,25 gulden, overeenkomstig lijst A, welke een
integrerend deel vormt van deze brief, en anderzijds van de tegoeden van Bulgaarse
natuurlijke en rechtspersonen op Nederlandse banken tot een bedrag van 64.353,09 gulden
overeenkomstig lijst B, welke een integrerend deel vormt van deze brief.
Teneinde voornoemde wederzijdse schulden en vorderingen definitief te regelen zijn
de beide Overeenkomstsluitende Partijen overeengekomen als volgt tot schuldvergelijking
over te gaan.
Binnen 60 dagen na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zullen de Nederlandse
banken, genoemd in lijst B, van de Bulgaarse schuldeisers opdracht ontvangen de tegoeden
van deze laatsten ter beschikking te stellen van de Nederlandse Regering op een rekening
in de boeken van de Nederlandsche Bank genaamd „Bulgaars-Nederlandse vorderingen”.
Binnen hetzelfde tijdsverloop zal de Nationale Bank van Bulgarije het verschil tussen
het totaal van lijst A en dat van lijst B, te weten 19.692,15 gulden, op dezelfde
rekening overmaken.
Na de ontvangst van deze bedragen zal de Nederlandse Regering aan de in lijst A genoemde
schuldeisers de daarbij vermelde bedragen uitbetalen.
Zodra op deze wijze schuldvergelijking tussen genoemde vorderingen en schulden heeft
plaats gevonden, zullen de Bulgaarse en Nederlandse Partijen de in bedoelde lijsten
genoemde wederzijdse vorderingen en schulden als definitief geregeld beschouwen.
Ik zal het op prijs stellen, indien U mij zou willen mededelen, dat de Nederlandse
Regering zich met het vorengaande kan verenigen.
Met de verzekering, Mijnheer de Tijdelijk Zaakgelastigde, van mijn gevoelens van hoogachting,
(w.g.) V. TODOROV
Aan de Tijdelijk Zaakgelastigde
van Nederland,
de Heer W. A. Frowein,
Sofia.