De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Israël,
Geleid door de wens, in het belang van hun economische betrekkingen, het goederenvervoer
over de weg tussen hun onderscheiden landen en in doorvoer over hun grondgebied te
bevorderen;
Besloten hebbende een Overeenkomst te sluiten ten einde bestaande faciliteiten te
bevestigen en verdere faciliteiten te scheppen:
Zijn als volgt overeengekomen:
Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder „voertuig”:
-
1. Ieder mechanisch voortbewogen voertuig dat is gebouwd of ingericht voor:
-
2. Iedere aanhangwagen of oplegger die is gebouwd voor het vervoer van goederen.
-
3. Ieder gemonteerd, verbonden of gekoppeld voertuig, met inbegrip van de hierboven omschreven
voertuigen.
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen staat vervoerders die zijn gemachtigd door
de bevoegde autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij, toe zonder bijzondere
vergunning door middel van voertuigen goederen tussen de beide landen te vervoeren:
-
a. tussen enige plaats op haar grondgebied en enige plaats op het grondgebied van het
andere land,
-
b. in doorvoer over haar eigen grondgebied.
Niets in deze Overeenkomst wordt geacht vervoerders die zijn gemachtigd door de bevoegde
autoriteiten van een der Overeenkomstsluitende Partijen, toe te staan goederen die
zijn geladen op enige plaats op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij naar enige andere plaats op dat grondgebied te vervoeren.
Tenzij in deze Overeenkomst anders is bepaald, dienen vervoerders die zijn gemachtigd
door de bevoegde autoriteiten van een der Overeenkomstsluitende Partijen, de wetten
die van kracht zijn op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende Partij
na te leven.
In geval van overtreding van de bepalingen van deze Overeenkomst door een vervoerder
die is gemachtigd door de bevoegde autoriteiten van een der Overeenkomstsluitende
Partijen, kan de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de overtreding plaatsvond,
hiervan kennisgeven aan de andere Overeenkomstsluitende Partij, die de maatregelen
neemt waarin haar nationale wetgeving voorziet.
-
1 Voertuigen van vervoerders die zijn gemachtigd door de bevoegde autoriteiten van een
der Overeenkomstsluitende Partijen zijn, indien gebruikt bij internationaal vervoer
vallend onder de bepalingen van deze Overeenkomst, vrijgesteld van belastingen en
heffingen op het rijden met of het bezit van die voertuigen, en tevens van alle bijzondere
belastingen of heffingen op het vervoer op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij.
-
2 De zich in de normale reservoirs van de voertuigen, genoemd in het eerste lid van
dit artikel, bevindende brandstof, alsmede de uitsluitend voor de goede werking van
die voertuigen bestemde smeermiddelen, zijn op het grondgebied van de andere Overeenkomstsluitende
Partij vrijgesteld van invoerrechten en andere belastingen en betalingen.
Indien het gewicht of de afmetingen van een voertuig dat is geregistreerd op het grondgebied
van een der Overeenkomstsluitende Partijen, indien gebruikt bij internationaal vervoer
vallend onder de bepalingen van deze Overeenkomst, het toegestane maximum op het grondgebied
van de andere Overeenkomstsluitende Partij overschrijdt, is een bijzondere toestemming
van de bevoegde autoriteit van die Overeenkomstsluitende Partij vereist.
De bepalingen van deze Overeenkomst zoals vervat in de artikelen 1 t/m 7 gelden alle
gelijkelijk voor het eigen vervoer van goederen.
-
3 Deze Overeenkomst zal voor een tijdvak van een jaar vanaf de datum van haar inwerkingtreding
van kracht blijven en zal daarna van jaar tot jaar stilzwijgend worden verlengd, tenzij
zij door een van de Overeenkomstsluitende Partijen zes maanden voordat haar geldigheid
verstrijkt, wordt opgezegd.