Het Koninkrijk der Nederlanden,
en
De Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen),
Gelet op het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen
of modellen) van 25 februari 2005;
In acht nemende het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Benelux-Organisatie
voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen), en het bepaalde
in artikel 1.6 van genoemd Verdrag;
Overwegende dat ingevolge artikel 1.5 van genoemd Verdrag de Benelux-Organisatie voor
de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen) haar zetel heeft te ’s-Gravenhage
en dat het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of
modellen) is gevestigd te ’s-Gravenhage;
Zijn overeengekomen als volgt:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
-
a. „Verdrag”, het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen
of modellen) van 25 februari 2005;
-
b. „Hoge Verdragsluitende Partijen”, het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden;
-
c. „Protocol”, het Protocol inzake voorrechten en immuniteiten van de Benelux-Organisatie
voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen);
-
d. „Organisatie”, de Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen
of modellen);
-
e. „Bureau”, het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen
of modellen);
-
f. „Directeur-Generaal”, de Directeur-Generaal van het Bureau;
-
g. „Regering”, de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden;
-
h. „Verdrag van Wenen”, het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer van 18 april
1961;
-
i. „Kantoorruimten van de Organisatie”, het terrein en de gebouwen in gebruik van de
Organisatie voor de uitoefening van haar officiële taken;
-
j. „Archieven”, alle dossiers, correspondentie, documenten, manuscripten, computer- en
mediagegevens, foto’s, films, video- en geluidsopnamen die de Organisatie of haar
personeel in het kader van de taakuitoefening bezit of onder zich heeft; en alle overige,
soortgelijke materialen die aan de Organisatie toebehoren of die zij onder zich houdt,
ongeacht waar deze zich bevinden en bij wie zij berusten, en voor alle daarin vervatte
informatie;
-
k. „Gastland”, het Koninkrijk der Nederlanden.
Artikel 2. Onschendbaarheid kantoorruimten, archieven en documenten
Artikel 3. Officiële berichtgeving
Artikel 4. Bureaufaciliteiten
De Regering erkent dat bepaalde diensten, voorzieningen en ondersteuning nodig zijn
voor het naar behoren en efficiënte functioneren van de Organisatie en zal zich inspannen
om de Organisatie bij te staan bij het bewerkstelligen en in stand houden van het
naar behoren functioneren van de faciliteiten van de Organisatie in Nederland.
Artikel 5. Kantoorruimten van de Organisatie
De kantoorruimten van de Organisatie omvatten gebouwen, delen van gebouwen en daarbij
behorende grond of voorzieningen, daaronder begrepen installaties en voorzieningen
die aan de Organisatie in Nederland ter beschikking zijn gesteld of door haar worden
onderhouden, ingenomen of gebruikt voor de uitoefening van haar officiële werkzaamheden.
De Directeur-Generaal doet de Regering een plattegrond hiervan toekomen.
Artikel 6. Immuniteit van rechtsmacht
-
2 Activa, fondsen en tegoeden van de Organisatie, ongeacht waar deze zich bevinden op
het grondgebied van Nederland, zijn vrij van vordering, inbeslagneming, onteigening
en beslaglegging.
-
3 Activa, fondsen en tegoeden van de Organisatie zijn eveneens vrij van elke vorm van
administratieve of gerechtelijke dwang, behalve voor zover deze tijdelijk geboden
zou zijn in verband met het voorkomen van ongevallen waarbij motorvoertuigen zijn
betrokken, die toebehoren aan de Organisatie of namens deze worden gebruikt, en het
instellen van een onderzoek naar de toedracht van die ongevallen.
Artikel 7. Belastingvrijstellingen
-
1 Voor de toepassing van artikel 5, eerste lid, van het Protocol omvat „directe belastingen”
alle directe rijksbelastingen en alle directe belastingen, rechten en heffingen opgelegd
door een provincie, gemeente of waterschap, zulks onverminderd het bepaalde in het
derde lid van genoemd artikel.
-
4 Door de Organisatie betaalde omzetbelasting op geleverde goederen of verrichte diensten
wordt op verzoek aan de Organisatie terugbetaald.
De belasting op minerale oliën zoals huisbrandolie en brandstoffen voor motorrijtuigen
die de Organisatie voor officiële doeleinden nodig heeft, wordt op verzoek aan de
Organisatie terugbetaald.
Vrijstelling van accijns ter zake van de uitslag van accijnsgoederen aan de Organisatie
uit een accijnsgoederenplaats wordt verleend indien voorafgaand aan de uitslag een
vergunning van de inspecteur verkregen is.
De Organisatie dient de verzoeken voor terugbetaling in binnen drie maanden na het
kwartaal gedurende hetwelk betaling werd verricht voor geleverde goederen of verrichte
diensten en voegt de desbetreffende documenten bij de verzoeken.
De Organisatie verbindt zich ertoe de verificatie door de bevoegde autoriteiten van
de feiten waarop de vrijstelling of terugbetaling van belasting kan worden gebaseerd,
te vergemakkelijken.
Ten aanzien van de terugbetaling van de genoemde omzetbelasting zijn de door de Regering
vastgestelde quota’s en regelingen van toepassing.
Artikel 8. Tewerkstellingsvergunning, verblijfsvergunning, verplichte registratie
-
2 De aan personeelsleden van de Organisatie tijdens de periode van hun dienstverband
en aan hun inwonende gezinsleden verleende rechten vervallen bij het definitieve vertrek
van het personeelslid of bij het verstrijken van een redelijke termijn als bedoeld
in artikel 39, tweede en derde lid, van het Verdrag van Wenen, welke termijn wordt
geteld vanaf de datum waarop het personeelslid zijn taak beëindigt of het gezinslid
niet langer inwonend is.
Artikel 9. Tewerkstelling gezinsleden
-
2 De inwonende gezinsleden die betaald werk vinden, genieten geen immuniteit ten aanzien
van de strafrechtelijke, burgerrechtelijke of bestuursrechtelijke rechtsmacht wat
betreft aangelegenheden die ontstaan in de loop van of verband houden met deze werkzaamheden,
mits maatregelen tot tenuitvoerlegging worden genomen zonder inbreuk te maken op de
onschendbaarheid van hun persoon of hun woning, indien zij recht hebben op een dergelijke
onschendbaarheid.
-
3 Bij insolventie van een persoon jonger dan 18 jaar in verband met een vordering die
voortvloeit uit betaalde werkzaamheden van die persoon op wie dit artikel van toepassing
is, doet de Organisatie ten behoeve van schikking van de vordering afstand van de
onschendbaarheid van het personeelslid van wiens gezin de betrokkene lid is, in overeenstemming
met de bepalingen van het toepasselijke internationale juridische instrument inzake
afstand.
-
4 De in dit artikel bedoelde werkzaamheden dienen in overeenstemming te zijn met de
Nederlandse wetgeving, met inbegrip van de wetgeving inzake belastingen en sociale
zekerheid, tenzij anders bepaald door een ander toepasselijk internationaal juridisch
instrument.
Artikel 10. Identiteitskaarten
-
4 De Organisatie zal de identiteitskaarten van de in het tweede lid van dit artikel
genoemde personen na beëindiging van de tewerkstelling van de betrokken personen terugzenden,
met inachtneming van de in artikel 8, tweede lid, van deze Overeenkomst gestelde redelijke
termijn.
Artikel 11. Voorrechten en immuniteiten van de Directeur-Generaal
-
1 De Directeur-Generaal, alsmede diens inwonende gezinsleden, genieten dezelfde voorrechten
en immuniteiten als die welke door Nederland worden verleend aan hoofden van de diplomatieke
vertegenwoordigingen in Nederland overeenkomstig het Verdrag van Wenen.
-
2 De vrijstelling van rechtsvordering geldt niet in geval van een door derden ingediende
civiele rechtsvordering ter zake van schade die voortvloeit uit een door de Directeur-Generaal
begane verkeersovertreding, of in geval van schade veroorzaakt door een motorvoertuig
dat hem toebehoort of dat door hem wordt bestuurd.
-
3 Het bepaalde in de voorgaande leden van dit artikel is niet van toepassing op personen
die de Nederlandse nationaliteit bezitten of duurzaam verblijf houden in Nederland,
en die niet behoren tot het personeel van een rechtsvoorganger van de Organisatie,
met uitzondering van:
-
a. de vrijstelling van belasting op de salarissen, emolumenten en vergoedingen die ter
zake van hun dienstverband bij de Organisatie worden betaald, met dien verstande dat
deze vrijstelling niet geldt voor het opnemen van een spaartegoed onder de levensloopregeling;
en
-
b. de immuniteit ten aanzien van handelingen verricht in de uitoefening van hun functie.
Artikel 12. Voorrechten en immuniteiten van het personeel van de Organisatie
-
1 De personeelsleden in de hoogste functies van de Organisatie die hun werkzaamheden
in Nederland uitoefenen, alsmede hun inwonende gezinsleden, genieten dezelfde voorrechten
en immuniteiten als die welke door Nederland worden verleend aan diplomatieke ambtenaren
van de diplomatieke vertegenwoordigingen die in Nederland zijn gevestigd overeenkomstig
het Verdrag van Wenen, met dien verstande dat immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht
in strafzaken en persoonlijke onschendbaarheid zich niet uitstrekken tot handelingen
verricht buiten de uitoefening van hun functie.
-
2 Leden van het administratief en technisch personeel van de Organisatie die hun werkzaamheden
in Nederland uitoefenen, alsmede hun inwonende gezinsleden, genieten dezelfde voorrechten
en immuniteiten als die welke door Nederland worden verleend aan administratief en
technisch personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen die in Nederland zijn
gevestigd overeenkomstig het Verdrag van Wenen, met dien verstande dat immuniteit
ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken en persoonlijke onschendbaarheid zich
niet uitstrekken tot handelingen verricht buiten de uitoefening van hun functie.
-
3 Leden van het bedienend personeel van de Organisatie die hun werkzaamheden in Nederland
uitoefenen, genieten dezelfde voorrechten en immuniteiten als die welke door Nederland
worden verleend aan bedienend personeel van de diplomatieke vertegenwoordigingen die
in Nederland zijn gevestigd overeenkomstig het Verdrag van Wenen.
-
4 Het Gastland bepaalt, in samenwerking met de Organisatie, welke categorieën personeel
onder welke van de drie groepen, als vervat in de leden een tot en met drie van dit
artikel, vallen.
-
5 De vrijstelling van rechtsvordering geldt niet in geval van een door derden ingediende
civiele rechtsvordering ter zake van schade die voortvloeit uit een door het personeelslid
begane verkeersovertreding, of in geval van schade veroorzaakt door een motorvoertuig
dat hem toebehoort of dat door hem wordt bestuurd.
Artikel 13. Fiscale heffing inkomsten en vermogensbestanddelen
[Vervallen per 01-01-2015]
Deskundigen die namens de Organisatie een functie uitoefenen of voor haar een zending
uitvoeren genieten, ook tijdens de reizen die zij in de uitoefening van hun functie
maken of tijdens deze zendingen, van de hierna vermelde voorrechten en immuniteiten,
voor zover deze noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun functie:
-
a. immuniteit van rechtsmacht voor handelingen verricht in de uitoefening van hun functie,
met inbegrip van hetgeen zij hebben gezegd of geschreven; deze immuniteit geldt niet
in geval van een door een deskundige begane verkeersovertreding, of in geval van schade
veroorzaakt door een motorvoertuig dat hem toebehoort of dat door hem wordt bestuurd;
de deskundigen blijven van deze immuniteit genieten na het beëindigen van hun functie
bij de Organisatie;
-
b. onschendbaarheid van al hun officiële papieren en documenten.
-
1 Voor de tijdsduur van hun verblijf in Nederland is het personeelsleden van de Organisatie
die hun werkzaamheden in Nederland uitoefenen toegestaan om huisbedienden of, waar
van toepassing, particuliere bedienden in dienst te hebben.
Artikel 16. De vertegenwoordigers van de Hoge Verdragsluitende Partijen
De vertegenwoordigers van de Hoge Verdragsluitende Partijen, hun plaatsvervangers,
hun raadgevers of deskundigen genieten, bij de vergaderingen van de Raad van Bestuur
van het Bureau of ieder orgaan dat door deze Raad is ingesteld alsmede op hun reizen
naar de plaats van samenkomst en terug, de volgende voorrechten en immuniteiten:
-
a. immuniteit van arrestatie en gevangenhouding, alsmede inbeslagneming van hun persoonlijke
bagage, behalve wanneer zij op heterdaad betrapt worden;
-
b. vrijstelling van rechtsvervolging, ook na beëindiging van hun missie, met betrekking
tot handelingen, waaronder begrepen gesproken en geschreven woorden, door hen in de
uitoefening van hun functie verricht; deze vrijstelling geldt evenwel niet in geval
van een door een van de hierboven bedoelde personen begane verkeersovertreding of
in geval van schade veroorzaakt door een motorvoertuig dat hem toebehoort of dat door
hem wordt bestuurd;
-
c. onschendbaarheid van al hun officiële papieren en documenten;
-
d. het recht codes te gebruiken en documenten of correspondentie te ontvangen per speciale
koerier of in een verzegelde tas;
-
e. vrijstelling voor henzelf, hun samenwonende echtgeno(o)t(e) of geregistreerde partner
en inwonende kinderen ten laste van alle maatregelen die de binnenkomst van vreemdelingen
beperken alsmede van de aan de registratie van vreemdelingen verbonden formaliteiten.
Artikel 17. Binnenkomst, verblijf en vertrek
-
2 De Regering verstrekt, indien van toepassing, visa of meervoudige inreisvisa die de
in het eerste lid van dit artikel bedoelde personen nodig hebben; deze worden kosteloos
en zo spoedig mogelijk afgegeven.
Artikel 18. Inwonende gezinsleden
-
2 Kinderen van 18 tot en met 24 jaar van een personeelslid van de Organisatie, van diens
echtgeno(o)t(e) of van diens geregistreerd partner worden, ook indien zij niet aan
de voorwaarde in het eerste lid, letter c, punt iii, van dit artikel voldoen, als
inwonend gezinslid aangemerkt, zolang zij voldoen aan de overige, onder die letter
genoemde voorwaarden.
Artikel 19. Sociale zekerheid
In het geval dat de Organisatie een eigen stelsel van sociale zekerheid heeft dat
vergelijkbaar is met het Nederlandse stelsel, of deelneemt aan een met de Nederlandse
regeling vergelijkbaar stelsel van sociale zekerheid, zijn de Organisatie, en haar
personeelsleden op wie het bovengenoemde stelsel van toepassing is, uitgezonderd van
de Nederlandse sociale zekerheidsbepalingen, tenzij de functionarissen en andere werknemers
op wie het bovengenoemde stelsel van toepassing is, in Nederland betaalde arbeid verrichten
anders dan uit hoofde van de vorenbedoelde betrekking.
Artikel 20. Interpretatie van de Overeenkomst
Deze Overeenkomst dient te worden uitgelegd in het licht van haar primaire oogmerk,
te weten de Organisatie in staat te stellen in het Gastland volledig en efficiënt
haar doelstellingen te verwezenlijken.
Elk geschil tussen het Gastland en de Organisatie over de uitlegging of de toepassing
van deze Overeenkomst of het Protocol wordt beslecht overeenkomstig artikel 14 van
het Protocol.
Op verzoek van de Regering of van de Organisatie vindt overleg plaats omtrent de uitvoering
of wijziging van deze Overeenkomst.
Artikel 23. Gunstigste behandeling
Indien en voor zover de Regering in de toekomst een overeenkomst aangaat met, of haar
beleid wijzigt ten aanzien van, een intergouvernementele organisatie met in deze overeenkomst
of dit beleid voorwaarden die voor die organisatie gunstiger zijn dan vergelijkbare
voorwaarden in deze Overeenkomst, zal op verzoek van de Organisatie overleg worden
aangegaan met als doel te bespreken of dezelfde behandeling aan de Organisatie kan
worden verleend.
Artikel 24. Inwerkingtreding en duur