Deze regeling verstaat onder:
-
a.
Onze Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
b.
de wet: de Opiumwet 1960 BES;
-
c.
het verdrag: het op 30 maart 1961 te New York tot stand gekomen Enkelvoudig Verdrag inzake verdovende
middelen (Trb. 1963, 81), zoals gewijzigd bij het op 25 maart 1972 te Genève tot stand
gekomen Protocol tot wijziging van dat verdrag (Trb. 1987, 90), dan wel het op 21
februari 1971 te Wenen tot stand gekomen Verdrag inzake psychotrope stoffen (Trb.
1989, 129);
-
d.
verdovende middelen: alle stoffen, als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Opiumwet 1960 BES;
-
e.
invoer: elke invoer, voor zover geen doorvoer op de voet van artikel 12;
-
f.
uitvoer: elke uitvoer, al dan niet uit het vrije verkeer, voor zover geen doorvoer op de voet
van artikel 12.
Het verlof voor invoer en voor uitvoer van verdovende middelen, als bedoeld in artikel 6 van de wet, kan schriftelijk worden aangevraagd door een naamloze vennootschap, een coöperatieve
of andere rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging of een stichting, onder vermelding
van haar naam en de plaats, waar het bedrijf wordt uitgeoefend.
Anderen dan verlofhouders mogen niet in- of uitvoeren.
Invoer en uitvoer van verdovende middelen is uitsluitend geoorloofd aan of ten behoeve
van hem, die hiertoe het in artikel 2 van deze regeling bedoelde verlofheeft verkregen en wie tevens door of namens Onze
Minister een certificaat, betrekking hebbende op die invoer of uitvoer, is verstrekt.
Dit certificaat wordt alleen verstrekt voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden.
Bij invoer van verdovende middelen, uitgevoerd uit een land, dat het stelsel van in-
en uitvoercertificaten op de in te voeren middelen toepast overeenkomstig de bepalingen
van het verdrag, moeten deze vergezeld zijn van een exemplaar van de vergunning tot
uitvoer uit dat land of van een in artikel 31, twaalfde lid van het verdrag bedoeld
certificaat tot wijziging van bestemming.
Elke ingevoerde zending moet ten invoer in het vrije verkeer of tot opslag in entrepot
worden aangegeven en ter visitatie aangeboden binnen de geldigheidstermijn en volgens
de aanwijzingen van het invoercertificaat, waarvan een exemplaar, evenals het in het
eerste lid bedoelde document, aan de met de visitatie belaste ambtenaren ter intrekking
moet worden overgegeven. Bij uitslag uit entrepot anders dan ten uitvoer is een nieuw
invoercertificaat nodig, dat op gelijke wijze moet worden behandeld als in het vorige
lid ten aanzien van invoer rechtstreeks van buitenslands is bepaald.
Ingevoerde zendingen van verdovende middelen, welke niet voldoen aan het gestelde
in het eerste lid van dit artikel, worden door de met de visitatie belaste ambtenaren
vastgehouden.
Bij uitvoer van verdovende middelen – uitslag uit entrepot met bestemming ten uitvoer
hieronder begrepen – moeten deze vergezeld zijn van een geldig uitvoercertificaat
in tweevoud. Beide exemplaren moeten door of vanwege belanghebbende voorzien zijn
van een nauwkeurige vermelding van aantal, aard en merken der colli's, waarin de verdovende
middelen verpakt zijn. Bij het verlaten van het Nederlands grondgebied moet een exemplaar,
dat de zending blijft vergezellen, door de met de uitklaring belaste ambtenaren zijn
afgetekend en het andere aan hen ter intrekking zijn overgegeven. Voor uitvoer bestemde
zendingen van verdovende middelen, welke niet vergezeld zijn van twee exemplaren van
een geldig uitvoercertificaat, worden door de met de uitklaring belaste ambtenaren
vastgehouden.
Op het vervoeren van verdovende middelen tussen het Europese deel van Nederland en
de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn de bepalingen inzake in-
en uitvoer van deze regeling van toepassing.
Invoer van verdovende wordt beperkt tot die middelen, welker vervaardiging in de Nederlandse
Antillen niet of niet voldoende in de behoefte voorziet, en tot een hoeveelheid, welke
door de Inspecteur voor Geneesmiddelen in verband met het verbruik is vastgesteld.
Indien dit niet reeds uit de aangiften duidelijk blijkt, moet bij invoer en bij uitvoer
van verdovende middelen in mindere hoeveelheid dan in de bijzondere certificaten is
vermeld, van de aanwezige hoeveelheid van ieder soort steeds nauwkeurige mededeling
worden gedaan aan de met de aftekening of intrekking belaste ambtenaren.
Andere verschillen met de certificaten en het brengen van wijziging in de hoeveelheid
onderweg zijn niet toegelaten. In elke aangifte ten in- of uitvoer, waarbij aan de
met de inklaring, visitatie of uitklaring belaste ambtenaren niet tegelijkertijd een
certificaat of vergunning voor de aanwezige verdovende middelen wordt overgelegd,
moeten deze met name zijn genoemd.
Uitvoer van zendingen gericht aan een postbusadres of aan een bank ter rekening van
een andere persoon dan die genoemd in het uitvoercertificaat is niet toegestaan.
Verlof tot doorvoer van verdovende middelen, met uitzondering van bereid opium en
van bereidingen van bereid opium, al dan niet gepaard gaande met overlading of met
tijdelijke opslag in entrepot of elders, wordt geacht door Onze Minister te zijn verleend
voor elke zending, ten aanzien waarvan is of wordt voldaan aan de volgende voorwaarde
-
a. Zij moet vergezeld zijn van een, de zending juist omschrijvend exemplaar van de uitvoervergunning
of van een even deugdelijk certificaat tot wijziging van de bestemming. Een of ander
moet onverwijld aan de met de inklaring, de visitatie en de uitklaring belaste ambtenaren
worden vertoond. Indien de zending is uitgevoerd uit een land, dat het stelsel van
invoer- en uitvoercertificaten op de door te voeren middelen niet of niet overeenkomstig
de bepalingen van het verdrag toegepast en dientengevolge een uitvoervergunning ontbreekt
en ook een certificaat tot wijziging van bestemming de zending niet vergezelt, moeten
de aanwezige verdovende middelen met name in de doorvoeraangifte – bij doorvoer per
post in de douaneverklaringen – zijn vermeld en bovendien in de ladingspapieren worden
vermeld. Uit de ladingspapieren of andere geloofwaardige bescheiden moet dan echter
tevens blijken, dat die middelen reeds in het land van uitvoer bij de afzending uit
dat land een buiten de Nederlandse Antillen gelegen bestemming hadden.
-
b. Zij moet tijdens de doorvoer ongeschonden, bijeengehouden worden, zonder verbreking
anders dan door hiertoe bevoegde ambtenaren van een op de zending of op haar bewaarplaats
toegepaste ambtelijke verzegeling of sluiting.
-
c. Zij moet, indien wijziging wordt gebracht in de bestemming der zending, zoals deze
is aangegeven in de uitvoervergunning (of op het certificaat tot wijziging van bestemming),
begeleid worden door een in de Nederlandse Antillen af te geven bijzonder certificaat
tot wijziging der bestemming, ter vervanging van de uitvoervergunning (of van het
tevoren afgegeven certificaat tot wijziging van bestemming). Dit bijzondere certificaat
wordt slechts verleend onder intrekking van het exemplaar van de uitvoerdergunning
(of het certificaat van wijziging van bestemming), dat de zending vergezelt, en met
overeenkomstige toepassing der bepalingen betreffende het verstrekken van uitvoercertificaten
van artikelen 11, 15 en 16 dezer regeling.
De bestemming van verdovende middelen, waarvoor een certificaat is verstrekt voor
invoer in het vrije verkeer of tot opslag in entrepot kan worden gewijzigd in:
-
a. opslag in entrepot of invoer in het vrije verkeer;
-
b. doorvoer, hetzij naar het land van herkomst (terugzending), hetzij naar een ander
land.
Het bijzondere certificaat tot wijziging der bestemming, dat daarvoor vereist wordt,
wordt slechts verleend onder intrekking van het exemplaar van de uitvoervergunning
(of het certificaat tot wijziging van bestemming), dat de zending vergezelt, en van
het exemplaar van het invoercertificaat, bestemd voor overlegging bij de aangifte
ten invoer of tot opslag entrepot, en met overeenkomstige toepassing der bepalingen
betreffende het verstrekken van uitvoercertificaten van de artikelen 11, 15 en 16 dezer regeling.
Verdovende middelen mogen tijdens de in-, uit- of doorvoer of tijdens de opslag in
entrepot niet onderworpen worden aan enigerlei bewerking, die verandering zou kunnen
brengen in de aard van de desbetreffende middelen. De verpakking mag niet worden gewijzigd
zonder vergunning van de Inspecteur voor Geneesmiddelen.
De Inspecteur voor Geneesmiddelen is gemachtigd namens Onze Minister certificaten
van invoer of uitvoer, in artikel 3 bedoeld, en certificaten tot wijziging van bestemming, in artikel 12 of 13 bedoeld te verstrekken.
-
2 De aanvraag voor een invoercertificaat moet inhouden:
-
a. naam, eventuele niet-beschermende internationale benaming en hoeveelheid der in te
voeren verdovende middelen;
-
b. naam en volledig adres van degene, door wie de middelen zullen worden geleverd, en
van degene, door wie de middelen zullen worden ingevoerd;
-
c. termijn, waarbinnen de invoer in een of meer dan een zending zal geschieden;
-
d. een verklaring inhoudende:
-
– ten aanzien van ruw opium of cocabladeren, dat zij benodigd zijn voor wettige doeleinden;
-
– ten aanzien van bereid opium of bereidingen van bereid opium, dat zij benodigd zijn
voor wetenschappelijke of ten politionele doeleinden;
-
– ten aanzien van alle andere verdovende middelen, dat zij uitsluitend benodigd zijn
voor geneeskundige of wetenschappelijke doeleinden;
-
– of de in te voeren verdovende middelen bestemd zijn voor het vrije verkeer of voor
opslag in entrepot.
De aanvraag voor een invoercertificaat moet vergezeld zijn van een staat, waaruit
de toeneming (inslag, vervaardiging) en de afneming (aflevering, verbruik) van de
voorraad blijkt.
-
3 De aanvraag voor een uitvoercertificaat moet inhouden:
-
a. naam en hoeveelheid der uit te voeren verdovende middelen;
-
b. naam en volledig adres van degene, door wie de middelen zullen worden geleverd, en
van degene, die de middelen zal invoeren in het land van bestemming;
-
c. of de uit te voeren verdovende middelen worden uitgevoerd uit het verkeer of uit entrepot;
-
d. termijn, waarbinnen de uitvoer zal geschieden;
-
e. nummer en dagtekening van het betreffende invoercertificaat;
-
f. de instantie die het invoercertificaat heeft afgegeven.
Bij uitvoer naar landen, welke het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten op de
te voeren middelen toepassen, moet bij deze aanvraag tevens worden overgelegd een
invoercertificaat, afgegeven door de bevoegde instanties van het land van invoer,
waarin wordt verklaard, dat de invoer van het daarin bedoelde verdovende middel of
de daarin bedoelde verdovende middelen is goedgekeurd.
-
4 Uitvoercertificaten voor andere landen dan in het derde en vierde lid van dit artikel
zijn bedoeld, worden slechts verleend, indien ten genoegen van de inspecteur voornoemd,
blijkt, dat de geadresseerde bevoegd is de uit te voeren verdovende middelen te ontvangen,
of dat geen redelijke twijfel bestaat omtrent de bestemming der verdovende middelen
voor geoorloofde doeleinden.
-
1 Degene, aan wie een certificaat voor invoer of uitvoer, als bedoeld in artikel 3, is verstrekt, is verplicht:
-
a. in een uitsluitend daartoe bestemd, doorlopend genummerd register, ingericht ten genoegen
van en gewaarmerkt door de Inspecteur voor Geneesmiddelen, onmiddellijk aantekening
te houden van iedere invoer en van iedere uitvoer van verdovende middelen, onder vermelding
van de datum, de naam, de hoeveelheid en het land van herkomst of bestemming dier
stoffen, met aanduiding of de goederen in entrepot zijn opgeslagen en voor de niet
in entrepot opgeslagen middelen van het gehalte aan morfine, bij de aantekeningen
betreffende opium en alle bereidingen met of uit opium of met morfine van het gehalte
aan diacetylmorfine of cocaïne bij de aantekeningen betreffende de bereidingen daarmede,
van het gehalte aan cocaïne met inbegrip van andere bestanddelen voor haar bereiding,
bij de aantekeningen betreffende ruwe cocaïne en van het gehalte aan totaal alcaloiden
bij de aantekeningen betreffende cocabladeren en van de aard, de merken, het bruto-
en het nettogewicht van colli met ruw opium of cocabladeren;
-
b. aan de ambtenaren, met de handhaving van de wet belast, inzage te geven van het register,
onder lid 1, a van dit artikel bedoeld, en van alle boeken en bescheiden, welke op
zijn bedrijf betrekking hebben, alle tot handhaving van die wet gevraagde inlichtingen
te verstrekken en toe te staan, monsters te nemen van alle stoffen, welke in zijn
bedrijf worden aangetroffen en onder de wet vallen of vermoed worden daaronder te
vallen;
-
c. de door hem ingevoerde verdovende middelen te bewaren op een plaats en wijze, welke
schriftelijk door de Inspecteur voor Geneesmiddelen zijn goedgekeurd, tenzij die bewaring
in een entrepot of, voor zover gevestigde apothekers betreft, overeenkomstig de wettelijke
voorschriften geschiedt;
-
d. zich bij de bewaring in entrepot te gedragen naar de hiervoor door de ambtenaren met
de handhaving van de wet belast te geven baanwijzigingen.
-
2 Met gehalte van grondstoffen voor de vervaardiging van verdovende middelen (ruw opium,
ruwe morfine, cocabladeren, ruwe cocaïne) aan morfine, cocaïne of ecgonine of dat
daaruit kan worden getrokken, zal worden bepaald met inachtneming van de door Onze
Minister gegeven voorschriften.
-
3 In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder a houdt de apotheker, aan wie
een certificaat voor invoer, als bedoeld in artikel 3, is verstrekt, van iedere invoer aantekening in een register vermeldende de datum
van invoer, de naam, de hoeveelheid, de leverancier en het land van herkomst van elk
ingevoerd verdovend middel.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling in-, uit- en doorvoer van verdovende
middelen BES.