De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,
Door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau bijeengeroepen te Genève
en aldaar bijeengekomen op 25 oktober 1921 in haar derde zitting,
Besloten hebbende, verschillende voorstellen aan te nemen betreffende de arbeid van
kinderen in de landbouw tijdens de uren van verplicht schoolbezoek, welk onderwerp
vervat is in het derde punt van de agenda der zitting,
Besloten hebbende, dat deze voorstellen de vorm zullen aannemen van een internationaal
Verdrag,
Neemt het volgende Verdrag aan, hetwelk kan worden aangehaald als het „Verdrag betreffende
de minimumleeftijd (landbouw), 1921”, ter bekrachtiging door de Leden van de Internationale
Arbeidsorganisatie, zulks overeenkomstig de bepalingen van het Statuut van de Internationale
Arbeidsorganisatie: