De Algemene Conferentie van de Internationale Arbeidsorganisatie,
Bijeengeroepen te Genève door de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau,
en aldaar bijeengekomen in haar tweeëndertigste zitting op 8 juni 1949,
Besloten hebbende tot het aannemen van bepaalde voorstellen met betrekking tot de
toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen,
welk onderwerp als vierde punt op de agenda van de zitting voorkomt,
Vastgesteld hebbende, dat deze voorstellen de vorm van een Internationaal Verdrag
dienen te krijgen,
aanvaardt, de eerste juli van het jaar negentienhonderd negenenveertig, het volgende
Verdrag, dat kan worden aangehaald als Verdrag betreffende het recht zich te organiseren
en collectief te onderhandelen, (1949):