-
a) Landen, die geen lid zijn van de bijzondere Unie, doch partij zijn bij het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriële eigendom, kunnen tot deze Akte toetreden en daardoor lid worden van de bijzondere Unie.
-
b) Zodra aan het Internationale Bureau zal zijn bericht, dat een zodanig land tot deze
Schikking is toegetreden, zal het aan de Administratie van dat land, overeenkomstig
artikel 3, een collectieve opgave verstrekken van de merken, welke op dat ogenblik internationale
bescherming genieten.
-
c) Deze kennisgeving is op zichzelf voldoende om aan genoemde merken het genot der voorafgaande
bepalingen op het grondgebied van het toegetreden land te verzekeren en zij doet de
termijn van een jaar aanvangen, gedurende welke de betrokken Administratie de in artikel 5 bedoelde verklaring kan afleggen.
-
d) Een zodanig land kan echter bij zijn toetreding tot deze Schikking verklaren, dat,
behalve voor zover betreft de internationale merken, welke reeds eerder in dat land
het voorwerp hebben uitgemaakt van een overeenkomstige nationale inschrijving, die
nog van kracht is, en welke merken op verzoek van de belanghebbende onmiddellijk erkend
worden, de toepassing van deze Akte beperkt blijft tot die merken, die worden ingeschreven
vanaf de dag, waarop die toetreding van kracht wordt.
-
e) Deze verklaring ontheft het Internationale Bureau van de verplichting de hierboven
bedoelde collectieve opgave te verstrekken. Het beperkt zich er toe kennis te geven
van de merken, ten behoeve waarvan het, onder vermelding van nauwkeurige gegevens,
binnen de termijn van een jaar van de toetreding van het nieuwe land af, een verzoek
ontvangt om deze merken in het genot te stellen van de uitzondering, bedoeld onder
d).
-
f) Het Internationale Bureau verstrekt geen collectieve opgave aan de landen, die bij
hun toetreding tot deze Akte verklaren gebruik te maken van de in artikel 3bis bedoelde bevoegdheid. Deze landen kunnen bovendien tegelijkertijd verklaren, dat
de toepassing van deze Akte beperkt is tot de merken, die worden ingeschreven vanaf
de dag, waarop deze toetreding van kracht wordt; deze beperking geldt evenwel niet
ten aanzien van de internationale merken, die reeds eerder in dat land het voorwerp
van een overeenkomstige nationale inschrijving hebben uitgemaakt en die grond kunnen
vormen voor overeenkomstig de artikelen 3ter en 8, tweede lid, onder c, verrichte en doorgegeven verzoeken om uitbreiding van de bescherming,
-
g) De inschrijvingen van merken, die het voorwerp hebben uitgemaakt van een der in dit
lid bedoelde opgaven, worden geacht in de plaats te zijn getreden van de inschrijvingen,
rechtstreeks geschied in het nieuwe overeenkomstsluitende land vóór de datum, waarop
zijn toetreding van kracht werd.