Model van Veiligheidscertificaat voor Passagiersschepen
VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR PASSAGIERSSCHEPEN
Dit certificaat dient te worden aangevuld door een Uitrustingsrapport (formulier P)
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
voor een/een korte internationale reis
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988.
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters (roepnaam)......................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
Vaargebieden waarvoor het certificaat is afgegeven (voorschrift IV/2).................................................................
IMO-nummer.......................................................
Datum van de bouw:
-
- Datum van bouwcontract .........................
-
- Datum waarop de kiel werd gelegd of de bouw van het schip zich in een soortgelijk
stadium bevond .........................
-
- Datum van oplevering .................................
-
- Aanvangsdatum van werkzaamheden ten behoeve van een verandering of wijziging van ingrijpende
aard (indien van toepassing) ...............................
Alle daarvoor in aanmerking komende data moeten worden ingevuld.
Ondergetekende verklaart:
-
1. Dat het schip is onderzocht overeenkomstig de eisen, van voorschrift I/7 van het Verdrag.
-
2. Dat uit het onderzoek is gebleken:
-
2.1 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking, tot:
-
.1 de constructie, hoofd- en hulpwerktuigen, ketels en andere drukvaten;
-
.2 de inrichting van en de bijzonderheden met betrekking tot de waterdichte indeling;
-
.3 de volgende indelingslastlijnen:
Vastgestelde Indelingslastlijnen zoals deze op het scheepsboord midscheeps zijn aangebracht
(voorschrift II-1/184)
|
Uitwatering
|
Toe te passen wanneer de passagiersruimten de volgende, beurtelings voor passagiers
of goederen gebruikt wordende, afdelingen omvatten
|
P.1
|
.............................
|
......................................
|
P.2
|
.............................
|
......................................
|
P.3
|
.............................
|
......................................
|
4 Voor schepen gebouwd vóór 1 januari 2009 moet de toepasselijke indelingsnotering
„C.1 , C.2 en C.3” worden gebruikt.
-
2.2 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot de structurele
bescherming tegen brand, systemen en apparaten voor beveiliging tegen brand en brandbestrijdingsplannen;
-
2.3 dat er was voorzien in de reddingmiddelen, reddingvlotten en hulpverleningsboten in
overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.4 dat het schip was uitgerust met een lijnwerptoestel en in reddingmiddelen gebruikte
radio-installaties in overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.5 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot radio-installaties;
-
2.6 dat de werking van de in reddingmiddelen gebruikte radioinstallaties voldeed aan de
eisen van het Verdrag;
-
2.7 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot de navigatiemiddelen
aan boord van schepen, inschepingsmiddelen voor loodsen en zeevaartkundige publikaties;
-
2.8 dat het schip was uitgerust met de lichten, dagmerken en middelen voor het geven van
geluidseinen en noodseinen in overeenstemming met de eisen van het Verdrag en van
de geldende Internationale Voorschriften ter voorkoming van aanvaringen op zee;
-
2.9 dat het schip in elk ander opzicht voldeed aan de desbetreffende eisen van het Verdrag;
-
2.10 op het schip wel/geen/ vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.11 aan dit certificaat een/geen document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen en -voorzieningen is gehecht;
-
2.10 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.11 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor
machines en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur en -voorzieningen/reddingsmiddelen
en -voorzieningen is gehecht.
-
3. Dat er een/geen Certificaat van Vrijstelling is afgegeven.
Dit certificaat is geldig tot.............................................................................
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: .....................................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Endossering wanneer het verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
overeenkomstig voorschrift I/14(d) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot..........................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat totdat de haven
van onderzoek is bereikt of voor een gedoogperiode wanneer Voorschrift I/14(e) of
l/14(f) van toepassing.
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e) of- I/14(f) van
het Verdrag, als geldig te worden aanvaard tot.....................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR PASSAGIERSSCHEPEN (FORMULIER
P)
Dit rapport dient permanent aan het Veiligheidseertificaat voor Passagiersschepen
te zijn gehecht
UITRUSTINGSRAPPORT TEN EINDE TE VOLDOEN AAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING
VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET PROTOCOL VAN 1988
-
1. Gegevens inzake het schip
Naam van het schip ..................................................................
Onderscheidingsnummers of -letters ...........................................
Aantal passagiers dat het schip mag vervoeren............................
Minimum aantal personen met de vereiste bekwaamheden om de radio-installaties te bedienen
............................................
-
2. Gegevens inzake de reddingmiddelen
1 Totaal aantal personen waarvoor reddingmiddelen aanwezig zijn
|
......................................
|
|
Bakboord
|
Stuurboord
|
2 Totaal aantal reddingboten
|
........................
|
........................
|
2.1 Totaal aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
........................
|
........................
|
2.2 Aantal gedeeltelijk overdekte reddingboten (voorschrift III/42)
|
........................
|
........................
|
2.3 Aantal zelfrichtende gedeeltelijk overdekte reddingboten (voorschrift III/43)
|
........................
|
........................
|
2.4 Aantal geheel overdekte reddingboten (voorschrift III/44)
|
........................
|
........................
|
2.5 Andere reddingboten
|
........................
|
........................
|
2.5.1 Aantal
|
........................
|
........................
|
2.5.2 Type
|
........................
|
........................
|
3 Aantal motorreddingboten (begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten)
|
........................
|
........................
|
3.1 Aantal reddingboten uitgerust met zoeklichten
|
........................
|
........................
|
4 Aantal hulpverleningsboten
|
........................
|
........................
|
4.1 Aantal boten begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten
|
........................
|
........................
|
5 Reddingvlotten
|
........................
|
........................
|
5.1 Reddingvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
........................
|
........................
|
5.1.1 Aantal reddingvlotten
|
........................
|
........................
|
5.1.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
........................
|
........................
|
5.2 Reddingvlotten waarvoor geen goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
........................
|
........................
|
5.2.1 Aantal reddingvlotten
|
........................
|
........................
|
5.2.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
........................
|
........................
|
6 Drijvende toestellen
|
........................
|
........................
|
6.1 Aantal toestellen
|
........................
|
........................
|
6.2 Aantal personen dat deze drijvende kunnen houden
|
........................
|
........................
|
7 Aantal reddingboeien
|
........................
|
........................
|
8 Aantal reddinggordels
|
........................
|
........................
|
9 Overlevingspakken
|
........................
|
........................
|
9.1 Totaal aantal
|
........................
|
........................
|
9.2 Aantal pakken dat voldoet aan de eisen voor reddinggordels
|
........................
|
........................
|
10 Aantal hulpmiddelen tegen warmteverlies1)
|
........................
|
........................
|
11.1 Aantal uitrustingen voor opsporing en redding
|
........................
|
........................
|
11.1.1 Radartransponders voor opsporing en redding (SART)
|
........................
|
........................
|
11.1.2 AIS-zenders voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
........................
|
........................
|
11.2 Aantal duplex VHF radiotelefonietoestellen
|
........................
|
........................
|
1) Behalve die vereist in de voorschriften III/38.5.1.24, III/41.8.31 en IlI/47.2.2.13.
-
3. Gegevens inzake radiovoorzieningen
Soort
|
Aanwezig
|
1 Primaire systemen
|
|
1.1 VHF-radio-installatie
|
|
1.1.1 DSC codeerinrichting
|
.................................................
|
1.1.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.1.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.2 MF radio-instaliatie
|
|
1.2.1 DSC codeerinrichting
|
.................................................
|
1.2.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.2.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.3 MF/HF radio-installatie
|
|
1.3.1 DSC codeerinnchting
|
.................................................
|
1.3.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.3.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.3.4 Radiotelegrafie met telex
|
.................................................
|
1.4 INMARSAT grondstation aan boord van een schip
|
.................................................
|
2 Reservevoorzieningen om alarm te slaan
|
.................................................
|
3 Voorzieningen voor het ontvangen van maritieme veiligheidsberichtgeving
|
|
3.1 NAVTEX-ontvanger
|
.................................................
|
3.2 EGC-ontvanger
|
.................................................
|
3.3 HF-radiotelegrafie-ontvanger met telex
|
.................................................
|
4 EPIRB-satelliet
|
|
4.1 COSPAS-SARSAT
|
.................................................
|
4.2 INMARSAT
|
.................................................
|
5 VHF EPIRB
|
.................................................
|
6 Uitrusting op het schip voor opsporing en redding
|
.................................................
|
6.1 Radartransponder voor opsporing en redding (SART)
|
.................................................
|
6.2 AIS-zender voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
.................................................
|
-
4. Gehanteerde methoden ter waarborging van de beschikbaarheid van radiovoorzieningen
(voorschriften IV/15.6 en 15.7)
4.1
|
Dubbele uitrusting
|
.............................................
|
4.2
|
Onderhoud aan de wal
|
..........................................
|
4.3
|
Vermogen tot onderhoud op zee
|
.............................................
|
-
5. Navigatiesystemen en -apparatuur
|
Soort
|
Aanwezig
|
1.1
|
Magnetisch standaardkompas*
|
...............
|
1.2
|
Magnetisch reservekompas*
|
...............
|
1.3
|
Gyrokompas*
|
...............
|
1.4
|
Gyrokompas koers-repeater*
|
...............
|
1.5
|
Gyrokompas peiling-repeater*
|
...............
|
1.6
|
Koers- of track-controlesysteem*
|
..............
|
1.7
|
Pelorus of peilkompas*
|
..............
|
1.8
|
Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
..............
|
1.9
|
Koersinformatie-apparatuur (THD)*
|
..............
|
2.1
|
elektronische zeekaart presentatie en informatiesysteem (ECDIS)**
|
..............
|
2.2
|
Back-up voorzieningen voor ECDIS
|
...............
|
2.3
|
Nautische publicaties
|
..............
|
2.4
|
Back-up voorzieningen voor elektronische nautische publicaties
|
...............
|
3.1
|
Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem / radionavigatiesysteem te
land**
|
...............
|
3.2
|
9 GHz radar*
|
..............
|
3.3
|
Tweede radar (3 GHz / 9 GHz**)*
|
..............
|
3.4
|
Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)*
|
..............
|
3.5
|
Automatisch trackinghulpmiddel*
|
...............
|
3.6
|
Tweede automatisch trackinghulpmiddel*
|
..............
|
3.7
|
Elektronisch plotapparaat*
|
..............
|
4.1
|
Automatisch identificatiesysteem (AIS)
|
...............
|
4.2
|
Lange-afstand identificatie- en trackingsysteem
|
...............
|
5
|
Reisgegevensrecorder (VDR)
|
...............
|
6.1
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)*
|
...............
|
6.2
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse en
zijwaartse richting)*
|
...............
|
7
|
Echolood*
|
...............
|
8.1
|
Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters en spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven*
|
...............
|
8.2
|
Bochtaanwijzer*
|
...............
|
9
|
Geluidsontvangstsysteem*
|
...............
|
10
|
Telefoon naar de noodstuurpositie*
|
...............
|
11
|
Dagseinlamp*
|
...............
|
12
|
Radarreflector*
|
...............
|
13
|
Internationaal Seinboek
|
...............
|
14
|
Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
...............
|
14
|
Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
...............
|
* Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan
dit vereiste te voldoen. Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden
vermeld welke dit zijn.
** Doorhalen wat niet van toepassing is.
Dit certificaat is geldig tot ............................................................
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: .....................................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Model van een Constructieveiligheidscertificaat voor vrachtschepen
VEILIGHEIDSCONSTRUCTIECERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag tot Beveiliging van
Mensenlevens op Zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters......................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
Draagvermogen van het schip (metrieke ton).................................................................
IMO-nummer.........................................................................
Type schip
Bulkcarrier
Olietankschip
Chemicaliëntankschip
Gasschip
Ander vrachtschip dan de hierboven genoemde
Datum van de bouw:
-
- Datum van bouwcontract .........................
-
- Datum waarop de kiel werd gelegd of de bouw van het schip zich in een soortgelijk
stadium bevond .........................
-
- Datum van oplevering .........................
-
- Aanvangsdatum van werkzaamheden ten behoeve van een verandering of wijziging van ingrijpende
aard (indien van toepassing) .........................
Alle daarvoor in aanmerking komende data moeten worden ingevuld.
Ondergetekende verklaart:
-
1. Dat het schip overeenkomstig de eisen van voorschrift I/10 van het Verdrag is onderzocht.
-
2. Dat het onderzoek aantoonde dat de staat van de constructie, machine-installaties
en uitrusting zoals omschreven in bovengenoemd voorschrift bevredigend was en dat
het schip voldeed aan de desbetreffende eisen van de hoofdstukken II-1 en II-2 van
het Verdrag (met uitzondering van die met betrekking tot de systemen en apparaten
voor beveiliging tegen brand en brandbestrijdingsplannen).
-
3. Dat de laatste twee inspecties van het vlak van het schip aan de buitenzijde plaats
vonden op
......................................... en .......................................
|
(data)
|
-
4. op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 van het Verdrag;
-
5. aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur is gehecht;
-
4. Dat er een/geen Certificaat van vrijstelling is afgegeven;
-
5. op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge
voorschrift(en) II-1/55 / II-2/17 van het Verdrag;
-
6. aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur is gehecht.
Dit certificaat is geldig tot onder voorbehoud van de jaarlijkse en tussentijdse onderzoeken en inspecties van
het vlak van het schip aan de buitenzijde in overeenstemming met voorschrift I/10
van het Verdrag.
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: .....................................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Endossering voor jaarlijkse en tussentijdse onderzoeken
Ondergetekende verklaart dat bij een onderzoek als vereist in voorschrift I/10 van
het Verdrag is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Jaarlijks onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
|
Plaats: ......................................
|
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/Tussentijds onderzoek4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
|
Plaats: ......................................
|
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks/Tussentijds onderzoek4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
|
Plaats: ......................................
|
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
|
Plaats: ......................................
|
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/tussentijds onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat bij een jaarlijks/tussentijds onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii) van het Verdrag is geconstateerd
dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor inspecties van het vlak van het schip aan de buitenzijde van het
schip
Ondergetekende verklaart dat bij een inspectie als vereist in voorschrift I/10 van
het Verdrag is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Eerste inspectie:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Tweede inspectie:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van het certificaat indien het geldig is voor korter dan
5 jaar wanneer voorschrift I/14(c) van toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en in overeenstemming
met voorschrift I/14(c) van het Verdrag dient dit certificaat als geldig te worden
aanvaard tot ................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering wanneer hel verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(d) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot ....................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheid van het certificaat totdat de haven van
onderzoek is bereikt of met een gedoogperiode wanneer voorschrift 1/14(e) ofl/14(f)
van toepassing
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e)/I/14(f) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard tot ..............................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor vervroeging van de verjaardatum wanneer voorschrift I/14(h) van toepassing
is
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
...................................................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
...................................................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Model van een Uitrustingsveiligheidscertificaat voor vrachtschepen
UITRUSTINGSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN
Dit certificaat dient te worden aangevuld door een Uitrustingsrapport (formulier E)
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging
van Mensenlevens op zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters ......................................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
Draagvermogen van het schip (metrieke ton).................................................................
Lengte van het schip (voorschrift III/3.10) ...............................................
IMO-nummer
Type schip
Bulkcarrier
Olietankschip
Chemicaliëntankschip
Gastankschip
Ander vrachtschip dan de hierboven genoemde
Datum waarop de kiel werd gelegd of waarop de bouw zich in een soortgelijk stadium
bevond of, wanneer van toepassing, datum waarop de werkzaamheden voor een verbouwing
of voor veranderingen of wijzigingen van ingrijpende aard zijn begonnen .........................................
Ondergetekende verklaart:
-
1. Dat het schip is onderzocht overeenkomstig de eisen van voorschrift I/8 van het Verdrag.
-
2. Dat uit het onderzoek is gebleken:
-
2.1 dat het schip voldeed aan de eisen gesteld in het Verdrag met betrekking tot systemen
en apparaten voor beveiliging tegen brand en brandbestrijdingsplannen;
-
2.2 dat er was voorzien in de reddingmiddelen en de uitrusting van reddingboten, reddingvlotten
en hulpverleningsboten in overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.3 het schip was uitgerust met een lijnwerptoestel en in reddingmiddelen gebruikte radio-installaties
in overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.4 het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot de navigatiemiddelen
aan boord van schepen, inschepingsmiddelen voor loodsen en zeevaartkundige publikaties;
-
2.5 het schip was uitgerust met de lichten, dagmerken en middelen voor het geven van geluidseinen
en noodseinen in overeenstemming met de eisen van het Verdrag en van de geldende Internationale Voorschriften ter voorkoming van aanvaringen op zee;
-
2.6 het schip in elk ander opzicht voldeed aan de desbetreffende eisen van het Verdrag;
-
2.7 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.8 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen
en -voorzieningen is gehecht;
-
2.7 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.8 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen
en -voorzieningen is gehecht.
-
3. Dat het schip in overeenstemming met voorschrift III/26.1.1.1 wordt geëxploiteerd
binnen de grenzen van het vaargebied
-
4. Dat er een/geen Certificaat van Vrijstelling is afgegeven.
-
5. op het schip wel/geen/ vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift
II-2/17 van het Verdrag;
-
6. aan dit Certificaat een/geen/ Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen is gehecht.
Dit certificaat is geldig tot ............................. onder voorbehoud van de jaarlijkse en periodieke onderzoeken in overeenstemming met
voorschrift I/8 van het Verdrag.
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Endossering voor jaarlijkse en periodieke onderzoeken
Ondergetekende verklaart dat bij een onderzoek zoals vereist in voorschrift I/8 van
het Verdrag is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/periodiek4) onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks/periodiek4) onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat bij een jaarlijks/periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii) van het Verdrag is geconstateerd
dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van het certificaat indien het geldig is voor korter dan
5 jaar wanneer voorschrift I/14(c) van toepassing
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat,
dient in overeenstemming met voorschrift I/14(c) van het Verdrag, als geldig te worden
aanvaard tot ................................................
|
Getekend: ........................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering wanneer het verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(d) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot .............................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat totdat de haven
van onderzoek is bereikt of met een gedoogperiode wanneer voorschrift I/14(e) of l/14(f)
van toepassing is
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e)/I/14(f) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard tot ..................................................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor vervroeging van de verjaardatum wanneer voorschrift I/14(h) van toepassing
is
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
.......................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
.......................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN (FORMULIER E)
Dit rapport dient permanent aan het Veiligheidscertificaat voor Vrachtschepen te zijn
gehecht
UITRUSTINGSRAPPORT TEN EINDE TE VOLDOEN AAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING
VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET PROTOCOL VAN 1988
-
1. Gegevens inzake het schip
Naam van het schip ....................................................................................
Onderscheidingsnummers of -letters ............................................................
-
2. Gegevens inzake de reddingmiddelen
1 Totaal aantal personen waarvoor reddingmiddelen aanwezig zijn
|
..........................................
|
|
Bakboord
|
Stuurboord
|
2 Totaal aantal reddingboten
|
.....................
|
.....................
|
2.1 Totaal aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
.....................
|
.....................
|
2.2 Aantal zelf richtende gedeeltelijk overdekte reddingboten (voorschrift III/43)
|
.....................
|
.....................
|
2.3 Aantal geheel overdekte reddingboten (voorschrift III/44)
|
.....................
|
.....................
|
2.4 Aantal reddingboten met een onafhankelijk luchttoevoersysteem (voorschrift III/45)
|
.....................
|
.....................
|
2.5 Aantal brandbestendige reddingboten (voorschrift III/46)
|
.....................
|
.....................
|
2.6 Andere reddingboten
|
.....................
|
.....................
|
2.6.1 Aantal
|
.....................
|
.....................
|
2.6.2 Type
|
.....................
|
.....................
|
2.7 Aantal reddingboten die door middel van vrije val te water worden gelaten
|
.....................
|
.....................
|
2.7.1 Geheel overdekt (voorschrift III/44)
|
.....................
|
.....................
|
2.7.2 Met een onafhankelijk luchttoevoersysteem (voorschrift III/45)
|
.....................
|
.....................
|
2.7.3 Brandbestendig (voorschrift III/46)
|
.....................
|
.....................
|
3 Aantal motorreddingboten (begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten)
|
.....................
|
.....................
|
3.1 Aantal reddingboten uitgerust met zoeklichten
|
.....................
|
.....................
|
4 Aantal hulpverleningsboten
|
.....................
|
.....................
|
4.1 Aantal boten begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten
|
.....................
|
.....................
|
5 Reddingvlotten
|
.....................
|
.....................
|
5.1 Reddingvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
.....................
|
.....................
|
5.1.1 Aantal reddingvlotten
|
.....................
|
.....................
|
5.1.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
.....................
|
.....................
|
5.2 Reddingvlotten waarvoor geen goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
.....................
|
.....................
|
5.2.1 Aantal reddingsvlotten
|
.....................
|
.....................
|
5.2.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
.....................
|
.....................
|
5.3 Aantal reddingvlotten vereist in voorschrift III/26.1.4
|
.....................
|
.....................
|
6 Aantal reddingboeien
|
.....................
|
.....................
|
7 Aantal reddinggordels
|
.....................
|
.....................
|
8 Overlevingspakken
|
.....................
|
.....................
|
8.1 Totaal aantal
|
.....................
|
.....................
|
8.2 Aantal overlevingspakken dat voldoet aan de eisen voor reddinggordels
|
.....................
|
.....................
|
9.1 Aantal uitrustingen voor opsporing en redding
|
.....................
|
.....................
|
9.1.1 Radartransponders voor opsporing en redding (SART)
|
.....................
|
.....................
|
9.1.2 AIS-zenders voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
.....................
|
.....................
|
9.2 Aantal duplex VHF radiotelefonietoestellen
|
.....................
|
.....................
|
-
3 Navigatiesystemen en -apparatuur
|
Soort
|
Aanwezig
|
1.1
|
Magnetisch standaardkompas*
|
. . . . . . . .
|
1.2
|
Magnetisch reservekompas*
|
. . . . . . . .
|
1.3
|
Gyrokompas*
|
. . . . . . . .
|
1.4
|
Gyrokompas koers-repeater*
|
. . . . . . . .
|
1.5
|
Gyrokompas peiling-repeater*
|
. . . . . . . .
|
1.6
|
Koers- of track-controlesysteem*
|
. . . . . . . .
|
1.7
|
Pelorus of peilkompas*
|
. . . . . . . .
|
1.8
|
Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
. . . . . . . .
|
1.9
|
Koersinformatie-apparatuur (THD)*
|
. . . . . . . .
|
2.1
|
Systeem voor elektronische zeekaarten (ECDIS)**
|
. . . . . . . .
|
2.2
|
Back-upvoorzieningen voor ECDIS
|
. . . . . . . .
|
2.3
|
Zeevaartkundige publicaties
|
. . . . . . . .
|
2.4
|
Back-upvoorzieningen voor elektronische zeevaartkundige publicaties
|
. . . . . . . .
|
3.1
|
Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem / radionavigatiesysteem te
land*,**
|
. . . . . . . .
|
3.2
|
9 GHz-radar*
|
. . . . . . . .
|
3.3
|
Tweede radar (3 GHz / 9 GHz**)*
|
. . . . . . . .
|
3.4
|
Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)*
|
. . . . . . . .
|
3.5
|
Automatisch trackinghulpmiddel*
|
. . . . . . . .
|
3.6
|
Tweede automatisch trackinghulpmiddel*
|
. . . . . . . .
|
3.7
|
Elektronisch plotapparaat*
|
. . . . . . . .
|
4.1
|
Automatisch identificatiesysteem (AIS)
|
. . . . . . . .
|
4.2
|
Lange-afstand identificatie- en trackingsysteem
|
. . . . . . . .
|
5.1
|
Reisgegevensrecorder (VDR)**
|
. . . . . . . .
|
5.2
|
Vereenvoudigde Reisgegevensrecorder (S-VDR)**
|
. . . . . . . .
|
6.1
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)*
|
. . . . . . . .
|
6.2
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse en
achterwaartse richting)*
|
. . . . . . . .
|
6.3
|
Echolood*
|
. . . . . . . .
|
7.1
|
Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters en spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven*
|
. . . . . . . .
|
7.2
|
Bochtaanwijzer*
|
. . . . . . . .
|
8
|
Geluidsontvangstsysteem*
|
. . . . . . . .
|
9
|
Telefoon naar de noodstuurpositie*
|
. . . . . . . .
|
10
|
Dagseinlamp*
|
. . . . . . . .
|
11
|
Radarreflector*
|
. . . . . . . .
|
12
|
Internationaal Seinboek
|
. . . . . . . .
|
13
|
IAMSAR-Handboek, Volume III
|
. . . . . . . .
|
14
|
Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
. . . . . . . .
|
14
|
Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
. . . . . . . .
|
* Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan
dit vereiste te voldoen. Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden
vermeld welke dit zijn.
** Doorhalen wat niet van toepassing is.
Dit certificaat is geldig tot.............................................................................
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: ..........................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Model van een Radioveiligheidscertificaat voor vrachtschepen
RADIOVEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN
Dit certificaat dient te worden aangevuld door een uitrustingsrapport betreffende
Radiovoorzieningen (formulier R)
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging
van Mensenlevens op Zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters ......................................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
Vaargebieden waarvoor het certificaat is afgegeven (voorschrift IV/2).................................................................
IMO-nummer..........................................................................
Datum waarop de kiel werd gelegd of waarin de bouw zich in een soortgelijk stadium
bevond of, wanneer van toepassing, datum waarop de werkzaamheden voor een verbouwing
of voor verandering of wijzigingen van ingrijpende aard zijn begonnen .......................................
Ondergetekende verklaart:
-
1. Dat het schip is onderzocht in overeenstemming met de eisen van voorschrift I/9 van
het Verdrag.
-
2. Dat uit het onderzoek is gebleken:
-
2.1 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot radio-installaties;
-
2.2 dat de werking van de in reddingmiddelen gebruikte radio-installaties voldeed aan
de eisen van het Verdrag;
-
3. Dat er een/geen Certificaat van Vrijstelling is afgegeven.
Dit certificaat is geldig tot ............................................. onder voorbehoud van de periodieke onderzoeken in overeenstemming met voorschrift
I/9 van het Verdrag.
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: ..........................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte)
|
Endossering voor periodieke onderzoeken
Ondergetekende verklaart dat bij een onderzoek zoals vereist in voorschrift I/9 van
het Verdrag is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Periodiek onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat, bij een periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift
I/14(h)(iii) van het Verdrag is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende
eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van het certificaat indien het geldig is voor korter dan
5 jaar wanneer voorschrift I/14(c) van toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(c) van het Verdrag als geldig te worden aanvaard
tot .............................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering wanneer het verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(d) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot ..............................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat totdat de haven
van onderzoek is bereikt of met een gedoogperiode wanneer voorschrift I/14(e) of l/14(f)
van toepassing
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e)/ I/14(f) als geldig te worden aanvaard tot .................................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter vervroeging van de verjaardatum wanneer voorschrift I/14(h) van toepassing
is
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
.................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
............................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET RADIOVEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN (FORMULIER
R)
Dit rapport dient permanent aan het Radioveiligheidseertificaat voor Vrachtschepen
te zijn gehecht
UITRUSTINGSRAPPORT BETREFFENDE RADIOVOORZIENINGEN TEN EINDE TE VOLDOEN AAN HET INTERNATIONAAL
VERDRAG VOOR DE BEVEILIGING VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET
PROTOCOL VAN 1988
-
1. Gegevens inzake het schip
Naam van het schip ................................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters ..........................................................
Minimum aantal perponen met de vereiste bekwaamheden om de radio-installaties te bedienen
.................................................
-
2. Gegevens inzake radio voorzieningen
Soort
|
Aanwezig
|
1 Primaire systemen
|
|
1.1 VHF-radio-installatie
|
|
1.1.1 DSC codeerinrichting
|
.................................................
|
1.1.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.1.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.2 MF radio-installatie
|
.................................................
|
1.2.1 DSC-codeerinrichting
|
.................................................
|
1.2.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.2.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.3 MF/HFradio-installatie
|
.................................................
|
1.3.1 DSC-codeerinrichting
|
.................................................
|
1.3.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
.................................................
|
1.3.3 Radiotelefonie
|
.................................................
|
1.3.4 Radiotelegrafie met telex
|
.................................................
|
1.4 INMARSAT grondstation aan boord van een schip
|
.................................................
|
2 Reservevoorzieningen om alarm te slaan
|
.................................................
|
3 Voorzieningen voor het ontvangen van maritieme veiligheidsberichtgeving
|
.................................................
|
4 EPIRB-satelliet
|
|
4.1 COSPAS-ARSAT
|
.................................................
|
4.2 INMARSAT
|
.................................................
|
5 VHP EPIRB
|
.................................................
|
6 Uitrusting op het schip voor opsporing en redding
|
.................................................
|
6.1 Radartransponder voor opsporing en redding (SART)
|
.................................................
|
6.2 AIS-zender voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
.................................................
|
-
3. Navigatiesystemen en -apparatuur
|
Soort
|
Aanwezig
|
1.1
|
Magnetisch standaardkompas*
|
...............
|
1.2
|
Magnetisch reservekompas*
|
...............
|
1.3
|
Gyrokompas*
|
...............
|
1.4
|
Gyrokompas koers-repeater*
|
...............
|
1.5
|
Gyrokompas peiling-repeater*
|
...............
|
1.6
|
Koers- of track-controlesysteem*
|
..............
|
1.7
|
Pelorus of peilkompas*
|
..............
|
1.8
|
Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
..............
|
1.9
|
Koersinformatie-apparatuur (THD)*
|
..............
|
2.1
|
elektronische zeekaart presentatie en informatie systeem (ECDIS)**
|
..............
|
2.2
|
Back-up voorzieningen voor ECDIS
|
...............
|
2.3
|
Nautische publicaties
|
..............
|
2.4
|
Back-up voorzieningen voor elektronische nautische publicaties
|
...............
|
3.1
|
Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem / radionavigatiesysteem te
land**
|
...............
|
3.2
|
9 GHz radar*
|
..............
|
3.3
|
Tweede radar (3 GHz / 9 GHz**)*
|
..............
|
3.4
|
Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)*
|
..............
|
3.5
|
Automatisch trackinghulpmiddel*
|
...............
|
3.6
|
Tweede automatisch trackinghulpmiddel*
|
..............
|
3.7
|
Elektronisch plotapparaat*
|
..............
|
4
|
Automatisch identificatiesysteem (AIS)
|
...............
|
5
|
Reisgegevensrecorder (VDR)
|
...............
|
6.1
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)*
|
...............
|
6.2
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse en
achterwaartse richting)*
|
...............
|
7
|
Echolood*
|
...............
|
8.1
|
Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters en spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven*
|
...............
|
8.2
|
Bochtaanwijzer*
|
...............
|
9
|
Geluidsontvangstsysteem*
|
...............
|
10
|
Telefoon naar de noodstuurpositie*
|
...............
|
11
|
Dagseinlamp*
|
...............
|
12
|
Radarreflector*
|
...............
|
13
|
Internationaal Seinboek
|
...............
|
* Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan
dit vereiste te voldoen. Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden
vermeld welke dit zijn.
** Doorhalen wat niet van toepassing is.
-
4. Schepen gebouwd voor 1 februari 1995 die niet voldoen aan alle toepasselijke eisen
van hoofdstuk IV van het Verdrag zoals gewijzigd in 1988
-
4.1 Voor schepen die in overeenstemming met het geldende Verdrag voor 1 februari 1992
moeten zijn uitgerust met radiotelegrafie
|
Eisen van de voorschriften
|
Aanwezig
|
Luisteruren door de radiotelegrafist
|
........................................
|
..............................
|
Aantal radiotelegrafisten
|
........................................
|
..............................
|
Is een auto-alarmtoestel aanwezig?
|
........................................
|
..............................
|
Is een hoofdinstallatie aanwezig?
|
........................................
|
..............................
|
Is een reserve-installatie aanwezig?
|
........................................
|
..............................
|
Zijn de hoofd- en reservezenders elektrisch gescheiden of gecombineerd?
|
........................................
|
..............................
|
-
4.2 Voor schepen die in overeenstemming met het geldende Verdrag voor 1 februari 1992
moeten zijn uitgerust met radiotelegrafie
|
Eisen van de voorschriften
|
Aanwezig
|
Luisteruren
|
........................................
|
..............................
|
Aantal radiotelefonisten
|
........................................
|
..............................
|
Ondergetekende verklaart dat dit rapport in alle opzichten juist is.
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte)
|
Model van een Veiligheidscertificaat voor vrachtschepen
VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN
Dit certificaat dient te worden aangevuld door een uitrustingsrapport (Formulier C)
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging
van Mensenlevens op Zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters......................................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
Draagvermogen van het schip (metrieke ton)...........................................
Lengte van het schip (voorschrift III/3.10)..............................................
Vaargebieden waarvoor het certificaat is afgegeven (voorschrift IV/2)...............................................................
IMO-nummer
Type schip
Olietankschip
Chemicaliëntankschip
Gasschip
Ander vrachtschip dan de hierboven genoemde
Datum waarop de kiel werd gelegd of de bouw van het schip zich in een soortgelijk
stadium bevond, of, indien van toepassing, de aanvangsdatum van werkzaamheden ten
behoeve van een verandering of wijziging van ingrijpende aard: ...
Ondergetekende verklaart:
-
1. Dat het schip is onderzocht overeenkomstig de eisen van de voorschriften I/8, I/9
en I/10 van het Verdrag.
-
2. Dat uit het onderzoek is gebleken:
-
2.1 dat de staat van de constructie, machine-installaties en uitrusting zoals omschreven
in voorschrift I/10 bevredigend was en dat het schip voldeed aan de desbetreffende
eisen van hoofdstuk II-1 en hoofdstuk II-2 van het Verdrag (met uitzondering van die
met betrekking tot de systemen en apparaten voor beveiliging tegen brand en brandbestrijdingsplannen);
-
2.2 dat de laatste twee inspecties van het vlak van het schip aan de buitenzijde plaats
vonden op
.............. en ................
|
data
|
-
2.3 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot systemen en
apparaten voor beveiliging tegen brand en brandbestrijdingsplannen;
-
2.4 dat er was voorzien in de reddingmiddelen en de uitrusting van reddingboten, reddingvlotten
en hulpverleningsboten in overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.5 dat het schip was uitgerust met een lijnwerptoestel en in reddingmiddelen gebruikte
radio-installaties in overeenstemming met de eisen van het Verdrag;
-
2.6 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot radio-installaties;
-
2.7 dat de werking van de in reddingmiddelen gebruikte radio-installaties voldeed aan
de eisen van het Verdrag;
-
2.8 dat het schip voldeed aan de eisen van het Verdrag met betrekking tot de navigatiemiddelen
aan boord van schepen, inschepingsmiddelen voor loodsen en zeevaartkundige publikaties;
-
2.9 dat het schip was uitgerust met de lichten, dagmerken en middelen voor het geven van
geluidseinen en noodseinen in overeenstemming met de eisen van het Verdrag en van
de geldende Internationale Voorschriften ter voorkoming van aanvaringen op zee;
-
2.10 dat het schip in elk ander opzicht voldeed aan de desbetreffende eisen van het Verdrag;
-
2.11 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.12 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen en -voorzieningen is gehecht.
-
3. Dat het schip wordt geëxploiteerd in overeenstemming met voorschrift III/26.1.1 binnen
de grenzen van het vaargebied .........................
-
4. Dat er een/geen Certificaat van vrijstelling is afgegeven.
Dit certificaat is geldig tot ........................ onder voorbehoud van de jaarlijkse, tussentijdse en periodieke onderzoeken en inspecties
van het vlak van het schip aan de buitenzijde in overeenstemming met de voorschriften
I/8, I/9 en I/10 van het Verdrag.
Datum van afronding van de inspectie waarop dit certificaat gebaseerd is: ..........................................................
(dd/mm/jjjj)
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Endossering voor jaarlijkse en tussentijdse onderzoeken met betrekking tot de constructie,
machine-installaties en uitrusting bedoeld in punt 2.1 van dit certificaat
Ondergetekende verklaart dat, bij een onderzoek zoals vereist in voorschrift I/10
van het Verdrag, is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen
van het Verdrag.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/tussentijds onderzoek:4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks/tussentijds onderzoek:4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/tussentijds onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat, bij een jaarlijks/tussentijds onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii) van het Verdrag is geconstateerd
dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor inspecties van het vlak van het schip aan de buitenzijde
Ondergetekende verklaart dat, bij een inspectie zoals vereist in voorschrift I/20
van het Verdrag, is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen
van het Verdrag.
Eerste inspectie:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Tweede inspectie:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor jaarlijkse en periodieke onderzoeken betreffende reddingmiddelen
en andere uitrusting zoals bedoeld in de punten 2.3, 2.4, 2.5, 2.8 en 2.9 van dit
certificaat
Ondergetekende verklaart dat, bij een onderzoek zoals vereist in voorschrift I/8 van
het Verdrag, is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/Periodiek onderzoek:4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks/Periodiek onderzoek:4)
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
4) Doorhalen wat niet van toepassing is.
Jaarlijks onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Jaarlijks/periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat, bij een jaarlijks/periodiek onderzoek in overeenstemming met de voorschriften I/8 en I/14(h)(iii) van het Verdrag,
is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor periodieke onderzoeken betreffende de radio-installaties bedoeld
in de punten 2.6 en 2.7 van dit certificaat
Ondergetekende verklaart dat, bij een onderzoek zoals vereist in voorschrift I/9 van
het Verdrag, is geconstateerd dat het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van
het Verdrag.
Periodiek onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek:
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Periodiek onderzoek in overeenstemming met voorschrift I/14(h)(iii)
Ondergetekende verklaart dat, bij een periodiek onderzoek in overeenstemming met de
voorschriften I/9 en I/14(h)(iii) van het Verdrag, is geconstateerd dat het schip
voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van het Certificaat indien het geldig is voor korter dan
5 jaar wanneer voorschrift I/14(c) van toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(c) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot: ........................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering wanneer het verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Het schip voldoet aan de desbetreffende eisen van het Verdrag en dit certificaat dient,
in overeenstemming met voorschrift I/14(d) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard
tot .................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheid van het certificaat totdat de haven van
onderzoek is bereikt of met een gedoogperiode wanneer voorschrift I/14(e) ofl/14(f)
van toepassing is
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e) of I/14(f) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard tot .................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering voor vervroeging van de verjaardatum wanneer voorschrift I/14(h) van toepassing
is
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
In overeenstemming met voorschrift I/14(h) van het Verdrag is de nieuwe verjaardatum
.................................................................
|
Getekend: ........................................(Handtekening van de bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR VRACHTSCHEPEN (FORMULIER C)
Dit rapport dient permanent te zijn gehecht aan het Veiligheidscertiflcaat voor Vrachtschepen
UITRUSTINGSRAPPORT TEN EINDE TE VOLDOEN AAN HET INTERNATIONAAL VERDRAG TOT BEVEILIGING
VAN MENSENLEVENS OP ZEE, 1974, ZOALS GEWIJZIGD BIJ HET PROTOCOL VAN 1988
-
1. Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters .....................................................
Minimum aantal personen met de vereiste bekwaamheden om de radio-installaties te bedienen
.............................................................
-
2. Gegevens inzake de reddingmiddelen
1 Totaal aantal personen waarvoor reddingmiddelen aanwezig zijn
|
...............................................................
|
|
Bakboord
|
Stuurboord
|
2 Totaal aantal reddingboten
|
......................
|
......................
|
2.1 Totaal aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
......................
|
......................
|
2.2 Aantal zelfrichtende gedeeltelijk overdekte reddingboten (voorschrift III/43)
|
......................
|
......................
|
2.3 Aantal geheel overdekte reddingboten (voorschrift III/44)
|
......................
|
......................
|
2.4 Aantal reddingboten met een onafhankelijk luchttoevoersysteem (voorschrift III/45)
|
......................
|
......................
|
2.5 Aantal brandbestendige reddingboten (voorschrift III/46)
|
......................
|
......................
|
2.6 Andere reddingboten
|
......................
|
......................
|
2.6.1 Aantal
|
......................
|
......................
|
2.6.2 Type
|
......................
|
......................
|
2.7 Aantal reddingboten die door middel van vrije val te water worden gelaten
|
|
|
2.7.1 Geheel overdekt (voorschrift III/44)
|
......................
|
......................
|
2.7.2 Met een onafhankelijk luchttoevoersysteem (voorschrift III/45)
|
......................
|
......................
|
2.7.3 Brandbestendig (voorschrift III/46)
|
......................
|
......................
|
3 Aantal motorreddingboten (begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten)
|
......................
|
......................
|
3.1 Aantal reddingboten uitgerust met zoeklichten
|
......................
|
......................
|
4 Aantal hulpverleningsboten
|
......................
|
......................
|
4.1 Aantal boten begrepen in het boven aangegeven totale aantal reddingboten
|
......................
|
......................
|
5 Reddingvlotten
|
|
|
5.1 Reddingvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
......................
|
......................
|
5.1.1 Aantal reddingvlotten
|
......................
|
......................
|
5.1.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
......................
|
......................
|
5.2 Reddingvlotten waarvoor geen goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen zijn vereist
|
......................
|
......................
|
5.2.1 Aantal reddingvlotten
|
......................
|
......................
|
5.2.2 Aantal personen waarvoor deze ruimte bieden
|
......................
|
......................
|
5.3 Aantal reddingvlotten vereist in voorschrift III/26.1.4
|
......................
|
......................
|
6 Aantal reddingboeien
|
......................
|
......................
|
7 Aantal reddinggordels
|
......................
|
......................
|
8 Overlevingspakken
|
......................
|
......................
|
8.1 Totaalaantal
|
......................
|
......................
|
8.2 Aantal pakken dat voldoet aan de eisen voor reddinggordels
|
......................
|
......................
|
9 Aantal hulpmiddelen tegen warmteverlies1)
|
......................
|
......................
|
9.1 Aantal uitrustingen voor opsporing en redding
|
......................
|
......................
|
9.1.1 Radartransponders voor opsporing en redding (SART)
|
......................
|
......................
|
9.1.2 AIS-zenders voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
......................
|
......................
|
10 In reddingmiddelen gebruikte radio-installaties
|
......................
|
......................
|
10.1 Aantal radartransponders
|
......................
|
......................
|
10.2 Aantal duplex VHF-radiotelefonietoestellen
|
......................
|
......................
|
1) Met uitzondering van die vereist in de voorschriften III/38.5.1.24, III/41.8.31 en
III/47.2.2.13.
-
3. Gegevens inzake radio voorzieningen
Soort
|
Aanwezig
|
1 Primaire systemen
|
|
1.1 VHF-radio-installatie:
|
|
1.1.1 DESC codeerinrichting
|
..............................................................
|
1.1.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
..............................................................
|
1.1.3 Radiotelefonie
|
..............................................................
|
1.2 MF radio-installatie:
|
|
1.2.1 DSC codeerinrichting
|
..............................................................
|
1.2.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
..............................................................
|
1.2.3 Radiotelefonie
|
..............................................................
|
1.3 MF/HF radio-installatie:
|
|
1.3.1 DSC codeerinrichting
|
..............................................................
|
1.3.2 DSC luisterwacht-ontvanger
|
..............................................................
|
1.3.3 Radiotelefonie
|
..............................................................
|
1.3.4 Telegraaf met telex
|
..............................................................
|
1.4 INMARSAT grondstation aan boord van een schip
|
..............................................................
|
2 Reservevoorzieningen om alarm te slaan
|
..............................................................
|
3 Voorzieningen voor ontvangst van maritieme veiligheidsberichtgeving
|
|
3.1 NAVTEX ontvanger
|
..............................................................
|
3.2 EGC ontvanger
|
..............................................................
|
3.3 HF radiotelegrafie-ontvanger met telex
|
..............................................................
|
4 EPIRB satelliet
|
..............................................................
|
4.1 COSPAS/SARSAT
|
..............................................................
|
4.2 INMARSAT
|
..............................................................
|
5 VHF EPIRB
|
..............................................................
|
6 Uitrusting op het schip voor opsporing en redding
|
..............................................................
|
6.1 Radartransponder voor opsporing en redding (SART)
|
..............................................................
|
6.2 AIS-zender voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
..............................................................
|
-
4. Methoden gebruikt ter waarborging van de beschikbaarheid van radiovoorzieningen (voorschriften
IV/15.6 en 15.7)
4.1 Dubbele uitrusting
|
...........................................................
|
4.2 Onderhoud aan de wal
|
...........................................................
|
4.3 Vermogen tot onderhoud op zee
|
...........................................................
|
-
5. Gegevens inzake navigatiesystemen en -apparatuur
|
Soort
|
Aanwezig
|
1.1
|
Magnetisch standaardkompas*
|
. . . . . . . .
|
1.2
|
Magnetisch reservekompas*
|
. . . . . . . .
|
1.3
|
Gyrokompas*
|
. . . . . . . .
|
1.4
|
Gyrokompas koers-repeater*
|
. . . . . . . .
|
1.5
|
Gyrokompas peiling-repeater*
|
. . . . . . . .
|
1.6
|
Koers- of track-controlesysteem*
|
. . . . . . . .
|
1.7
|
Pelorus of peilkompas*
|
. . . . . . . .
|
1.8
|
Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
. . . . . . . .
|
1.9
|
Koersinformatie-apparatuur (THD)*
|
. . . . . . . .
|
2.1
|
Systeem voor elektronische zeekaarten (ECDIS)**
|
. . . . . . . .
|
2.2
|
Back-upvoorzieningen voor ECDIS
|
. . . . . . . .
|
2.3
|
Zeevaartkundige publicaties
|
. . . . . . . .
|
2.4
|
Back-upvoorzieningen voor elektronische zeevaartkundige publicaties
|
. . . . . . . .
|
3.1
|
Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem / radionavigatiesysteem te
land*,**
|
. . . . . . . .
|
3.2
|
9 GHz-radar*
|
. . . . . . . .
|
3.3
|
Tweede radar (3 GHz / 9 GHz**)*
|
. . . . . . . .
|
3.4
|
Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)*
|
. . . . . . . .
|
3.5
|
Automatisch trackinghulpmiddel*
|
. . . . . . . .
|
3.6
|
Tweede automatisch trackinghulpmiddel*
|
. . . . . . . .
|
3.7
|
Elektronisch plotapparaat*
|
. . . . . . . .
|
4
|
Automatisch identificatiesysteem (AIS)
|
. . . . . . . .
|
5.1
|
Reisgegevensrecorder (VDR);
|
. . . . . . . .
|
5.2
|
Vereenvoudigde Reisgegevensrecorder (S-VDR)3,
|
. . . . . . . .
|
6.1
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)*
|
. . . . . . . .
|
6.2
|
Instrument voor het meten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse en
zijwaartse richting)*
|
. . . . . . . .
|
7
|
Echolood*
|
. . . . . . . .
|
8.1
|
Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters en spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven*
|
. . . . . . . .
|
8.2
|
Bochtaanwijzer*
|
. . . . . . . .
|
9
|
Geluidsontvangstsysteem*
|
. . . . . . . .
|
10
|
Telefoon naar de noodstuurpositie*
|
. . . . . . . .
|
11
|
Dagseinlamp*
|
. . . . . . . .
|
12
|
Radarreflector*
|
. . . . . . . .
|
13
|
Internationaal Seinboek
|
. . . . . . . .
|
14
|
IAMSAR-Handboek, Volume III
|
. . . . . . . .
|
15
|
Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
. . . . . . . .
|
* Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan
dit vereiste te voldoen. Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden
vermeld welke dit zijn.
** Doorhalen wat niet van toepassing is.
Ondergetekende verklaart dat dit rapport in alle opzichten juist is.
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het rapport afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte)
|
Formulier van Certificaat van Vrijstelling
CERTIFICAAT VAN VRIJSTELLING
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
Afgegeven krachtens de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de Beveiliging
van Mensenlevens op zee, 1974, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1988
namens de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(erkende persoon of organisatie)
|
Gegevens inzake het schip
Naam van het schip............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters .....................................................
Haven van registratie...........................................................................
Bruto-inhoud in registertonnen..............................................................
IMO-nummer............................................................
Ondergetekende verklaart:
Dat het schip, op grond van voorschrift .... van het Verdrag, is vrijgesteld van de
eisen vervat in ..................................... van het Verdrag.
Eventuele voorwaarden, waarop het Certificaat van Vrijstelling is afgegeven: .................................................................................................................................................................................................
Eventuele reizen waarvoor het Certificaat van Vrijstelling is afgegeven: ...................................................................................................................................
Dit certificaat is geldig tot .................................. onder voorbehoud
dat het ............................................................... certificaat,
waaraan dit certificaat is gehecht, geldig blijft.
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat)
|
Endossering ter verlenging van het certificaat indien het geldig is voor korter dan
5 jaar wanneer voorschrift I/14(c) van toepassing is
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(c) van het Verdrag,
als geldig te worden aanvaard tot ............................... onder voorbehoud
dat het ........................................ certificaat, waaraan dit certificaat
is gehecht, geldig blijft.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering wanneer het verlengingsonderzoek is voltooid en voorschrift I/14(d) van
toepassing is
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(d) van het Verdrag,
als geldig te worden aanvaard tot onder voorbehoud dat het certificaat, waaraan dit
certificaat is gehecht, geldig blijft.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Endossering ter verlenging van de geldigheidsduur van het certificaat totdat de haven
van onderzoek is bereikt of voor een gedoogperiode wanneer voorschrift I/14(e) of
l/14(f) van toepassing is
Dit certificaat dient, in overeenstemming met voorschrift I/14(e)/I/14(f) van het Verdrag, als geldig te worden aanvaard tot ................ onder voorbehoud
dat het .......... certificaat, waaraan dit certificaat is gehecht, geldig blijft.
|
Getekend: ........................................(Handtekening van bevoegde ambtenaar)
|
Plaats: ......................................
|
Datum: ......................................
|
(Zegel of stempel van de autoriteit)
|
Model van een Veiligheidscertificaat voor nucleaire passagiersschepen
VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR NUCLEAIRE PASSAGIERSSCHEPEN
Dit certificaat wordt aangevuld met een uitrustingsrapport (Formulier PNUC)
(Officieel zegel)
|
(Staat)
|
voor een/een korte internationale reis
Afgegeven uit hoofde van de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd
onder het gezag van de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(bevoegde persoon of organisatie)
|
Gegevens van het schip
Naam van het schip ..........................................................................................
Onderscheidineasnummer of -letters ...................................................................
Haven van registratie .........................................................................................
Brutotonnage ....................................................................................................
Zeegebieden waarbinnen het schip mag varen (voorschrift IV/2) ..............................
lMO-nummer .....................................................................................................
Datum waarop de kiel werd gelegd of de bouw van het schip zich in een soortgelijk
stadium bevond, of, indien van toepassing, de aanvangsdatum van werkzaamheden ten
behoeve van een verbouwing, verandering of wijziging van ingrijpende aard ..................................................................................
ONDERGETEKENDE VERKLAART:
-
1. Dat het schip is onderzocht in overeenstemming met de vereisten van voorschrift VIII/9
van het Verdrag.
-
2. Dat het – nucleaire – schip voldoet aan alle vereisten van Hoofdstuk VIII van het
Verdrag en aan de voor het schip goedgekeurde Veiligheidsbeoordeling; en dat:
-
2.1 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van:
-
.1 de constructie, hoofd- en hulpwerktuigen, ketels en andere drukvaten, met inbegrip
van de nucleaire voortstuwingsreactor en de beschermende constructie tegen aanvaringen;
-
.2 de voorzieningen en detailuitwerking van de waterdichte indeling;
-
.3 de volgende indelingslastlijnen:
De toegewezen en midscheeps in de scheepszijde gemarkeerde indelingslastlijnen (voorschrift
II-1/183)
|
Vrijboord
|
Toe te passen wanneer ruimten waarin passagiers worden vervoerd de volgende alternatieve
ruimten omvatten
|
P.1
|
.............................
|
......................................
|
P.2
|
.............................
|
......................................
|
P.3
|
.............................
|
......................................
|
3 Voor schepen gebouwd vóór 1 januari 2009 moet de toepasselijke indelingsnotering
„C.1 , C.2 en C.3” worden gebruikt.
-
2.2 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van structurele brandbeveiliging,
brandbeveiligingssystemen, -apparatuur en brandbeheersingsplannen;
-
2.3 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van systemen en apparatuur
voor stralingsbescherming;
-
2.4 de reddingsmiddelen en de apparatuur van de reddingsboten en -vlotten en hulpverleningsboten
aanwezig zijn, in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag;
-
2.5 het schip is uitgerust met een lijnwerptoestel en radio-installatie voor gebruik in
reddingsmiddelen, in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag;
-
2.6 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van radio-installaties;
-
2.7 het functioneren van de in de reddingsmiddelen gebruikte radio-installaties voldoet
aan de vereisten van het Verdrag;
-
2.8 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van de aanwezigheid
aan boord van navigatieapparatuur, middelen om loodsen aan boord te nemen en nautische
publicaties;
-
2.9 het schip is uitgerust met lichten, dagmerken en middelen om geluidssignalen en noodsignalen
af te geven in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag en van de van kracht
zijnde Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee;
-
2.10 het schip in alle andere opzichten voldoet aan de desbetreffende vereisten van het
Verdrag;
-
2.11 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.12 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen en -voorzieningen is gehecht.
Dit certificaat is geldig tot .....................................................................
Datum van voltooiing van liet onderzoek waarop dit certificaat gebaseerd is ..................................................
dd/mm/jjjj
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de autoriteit belast met de afgifte van het certificaat afgeeft,
naargelang wat van toepassing is)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR NUCLEAIRE PASSAGIERSSCHEPEN
(FORMULIER PNUC)
Dit rapport moet permanent gehecht zijn aan het Veiligheidscertificaat voor nucleaire
passagiersschepen
Uitrustingsrapport ter naleving van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd
-
1 Gegevens inzake het schip
Naam van het schip................................................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters .........................................................................
Aantal passagiers dat mag worden vervoerd..............................................................
Minimumaantal personen met de vereiste kwalificaties om de radio-installaties te bedienen
............................................
-
2 Gegevens met betrekking tot reddingsmiddelen
1 Totaal aantal personen waarvoor reddingsmiddelen aanwezig zijn
|
.............................................
|
|
Bakboordzijde
|
Stuurboordzijde
|
2 Totaal aantal reddingsboten
|
...................
|
...................
|
2.1 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
...................
|
...................
|
2.2 Aantal gedeeltelijk overdekte reddingsboten (voorschrift III/21 en LSA-code, sectie
4.5)
|
...................
|
...................
|
2.3 Aantal geheel overdekte reddingsboten (voorschrift III/21 en LSA-code, sectie
4.6)
|
...................
|
...................
|
2.4 Overige reddingsboten
|
|
|
2.5.1 Aantal
|
...................
|
...................
|
2.5.2 Type
|
...................
|
...................
|
3 Aantal gemotoriseerde reddingsboten inbegrepen in het bovenstaande totale aantal
reddingsboten
|
.......................................................
|
3.1 Aantal met zoeklichten uitgeruste reddingsboten
|
.......................................................
|
4 Aantal hulpverleningsboten
|
.......................................................
|
4.1 Aantal boten inbegrepen in het bovenstaande totale aantal reddingsboten
|
.......................................................
|
5 Reddingsvlotten
|
|
5.1 Reddingsvlotten waarvoor goedgekeurde tewmedatingsmiddelen vereist zijn
|
|
5.1.1 Aantal reddingsvlotten
|
.......................................................
|
5.1.2 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
.......................................................
|
5.2 Reddingsvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterladingsmiddelen niet vereist zijn
|
|
5.2.1 Aantal reddingsvlotten
|
.......................................................
|
5.2.2 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
.......................................................
|
6 Drijvende toestellen
|
|
6.1 Aantal drijvende toestellen
|
.......................................................
|
6.2 Aantal personen dat ze kunnen dragen
|
.......................................................
|
7 Aantal reddingsboeien
|
.......................................................
|
8 Aantal reddingsvesten
|
|
9 Overlevingspakken
|
.......................................................
|
9.1 Totaal aantal
|
.......................................................
|
9.2 Aantal pakken dat voldoet aan de vereisten voor reddingsvesten
|
.......................................................
|
10 Aantal thermische beschermingsmiddelen1
|
.......................................................
|
11 Radio-installaties voor gebruik in reddingsmiddelen
|
.......................................................
|
11.1 Aantal uitrustingen voor opsporing en redding
|
.......................................................
|
11.1.1 Radartransponders voor opsporing en redding (SART)
|
.......................................................
|
11.1.2 AIS-zenders voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
.......................................................
|
11.2 Aantal tweeweg-VHF-radiotelefonietoestellen
|
.......................................................
|
1 Met uitzondering van die vereist door de LSA-code, paragrafen 4.1.5.1.24, 4.4.8.31
en 5.1.2.213.
-
3. Gegevens met betrekking tot radiovoorzieningen
Item
|
Aanwezig
|
1 Primaire systemen
|
|
1.1 VHF-radio-installatie
|
|
1.1.1 DSC-encoder
|
...................................
|
1.1.2 DSC-wachtontvanger
|
...................................
|
1.1.3 Radiotelefonie
|
...................................
|
1.2 MF-radio-installatie
|
|
1.2.1 DSC-encoder
|
...................................
|
1.2.2 DSC-wachtontvanger
|
...................................
|
1.2.3 Radiotelefonie
|
...................................
|
1.3 MF/HF-radio-installatie
|
|
1.3.1 DSC-encoder
|
...................................
|
1.3.2 DSC-wachtontvanger
|
...................................
|
1.3.3 Radiotelefonie
|
...................................
|
1.3.4 Direct-printing radiotelegrafie
|
...................................
|
1.4 INMARSAT-scheepsgrondstation
|
|
2 Secundaire noodoproepingsmiddelen
|
|
3 Voorzieningen voor de ontvangst van informatie over de veiligheid op zee
|
|
3.1 NAVTEX-ontvanger
|
...................................
|
3.2 EGC-ontvanger
|
...................................
|
3.3 HF direct-printing radiotelegrafieontvanger
|
...................................
|
4 Satelliet-EPIRB
|
|
4.1 COSPAS-SARSAT
|
...................................
|
4.2 INMARSAT
|
...................................
|
5 VHF EPIRB
|
...................................
|
6 Uitrusting op het schip voor opsporing en redding
|
...................................
|
6.1 Radartransponder voor opsporing en redding (SART)
|
...................................
|
6.2 AIS-zender voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
...................................
|
-
4. Methodes om de beschikbaarheid van radiovoorzieningen te waarborgen(voorschriften
IV/15.6 en 15.7)
4.1 Verdubbeling van de apparatuur
|
.....................................................
|
4.2 Onderhoud aan de wal
|
.....................................................
|
4.3 Onderhoudsmogelijkheden op zee
|
.....................................................
|
-
5. Gegevens met betrekking tot navigatiesystemen en -apparatuur
|
Aanwezig
|
1.1 Magnetisch standaardkompas2
|
..............................
|
1.2 Magnetisch reservekompas2
|
..............................
|
1.3 Gyrokompas2
|
..............................
|
1.4 Gyrokompas koers-repeater2
|
..............................
|
1.5 Gyrokompas peiling-repeater2
|
..............................
|
1.6 Koers- of track-controlesysteem2
|
..............................
|
1.7 Pelorus of peilkompas2
|
..............................
|
1.8 Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
..............................
|
1.9 Koersinformatieapparatuur (THD)2
|
..............................
|
2.1 Systeem voor elektronische zeekaarten (ECDIS)3
|
..............................
|
2.2 Back-up voorzieningen voor ECDIS
|
..............................
|
2.3 Nautische publicaties
|
..............................
|
2.4 Back-up voorzieningen voor elektronische nautische publicaties
|
..............................
|
3.1 Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem/ radionavigatiesysteem
te land2, 3
|
..............................
|
3.2 9 GHz-radar2
|
..............................
|
3.3 Tweede radar (3 GHz/ 9 GHz3)2
|
..............................
|
3.4 Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)2
|
..............................
|
3.5 Automatisch trackinghulpmiddel2
|
..............................
|
3.6 Tweede automatisch trackinghulprniddel2
|
..............................
|
3.7 Elektronisch plotapparaat2
|
..............................
|
4 Automatisch identificaliesysleem (AIS)
|
..............................
|
5 Reisgegevensrecorder (VDR)
|
..............................
|
6.1 Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)2
|
..............................
|
6.2 Instrument voor het nieten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse
en achterwaartse richting)2
|
..............................
|
7 Echolood2
|
..............................
|
8.1 Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters, spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven2
|
..............................
|
8.2 Bochtaanwijzer2
|
..............................
|
9 Geluidsontvangstsysteem2
|
..............................
|
10 Telefoon naar de noodstuurpositie2
|
..............................
|
11 Dagseinlamp2
|
..............................
|
12 Radarreflector2
|
..............................
|
13 Internationaal Seinboek
|
..............................
|
14 IAMSAR-Handboek, Volume III
|
..............................
|
15 Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
..............................
|
2 Doorhalen wat niet van toepassing is
3 Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan dit
vereiste te voldoen, Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden vermeld
welke dit zijn.
ONDERGETEKENDE VERKLAART dat dit rapport in alie opzichten correct is.
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de instantie die het certificaat afgeeft, naargelang wat van
toepassing is)
|
Model van een Veiligheidscertificaat voor nucleaire vrachtschepen
VElLlGHEIDSCERTIFICAAT VOOR NUCLEAIRE VRACHTSCHEPEN
Dit certificaat wordt aangevuld met een uitrustingsrapport (Formulier CNUC)
(Officieel stempel)
|
(Staat)
|
Afgegeven uit hoofde van de bepalingen van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd
onder het gezag van de Regering van
—————————————————————
|
(naam van de Staat)
|
door ————————————————————————
|
(bevoegde persoon of organisatie)
|
Gegevens van het schip
Naam van het schip .....................................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters ...............................................................
Haven van registratie....................................................................................
Brutotonnage ..............................................................................................
Draagvermogen van het schip (ton) .................................................................
Lengte van het schip (voorschrift III/3.12) ........................................................
Zeegebieden waarbinnen het schip mag varen (voorschrift IV/2) ........................
IMO-nummer ...............................................................................................
Type schip:
Datum waarop de kiel werd gelegd of de bouw van het schip zich in een soortgelijk
stadium bevond, of, indien van toepassing, de aanvangsdatum van werkzaamheden ten
behoeve van een verandering of wijziging van ingrijpende aard .....................................................................................
ONDERGETEKENDE VERKLAART:
-
1. Dat het schip is onderzocht in overeenstemming met de vereisten van voorschrift VIII/9
van het Verdrag.
-
2. Dat het – nucleaire – schip voldoet aan alle vereisten van hoofdstuk VIII van het
Verdrag en aan de voor het schip goedgekeurde Veiligheidsbeoordeling; en dat:
-
2.1 de toestand van de constructie, machines en apparatuur als omschreven in voorschrift
I/10 (in voorkomend geval ter naleving van voorschrift VIII/9), met inbegrip van de
nucleaire voortstuwingsreactor en de beschermende constructie tegen aanvaringen naar
tevredenheid is en dat het schip voldoet aan de relevante vereisten van de Hoofdstukken
II-1 en II-2 van het Verdrag (anders dan die welke betrekking hebben op brandbeveiligingssystemen,
-apparatuur en brandbeheersingsplannen);
-
2.2 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van brandbeveiligingssystemen,
-apparatuur en brandbeheersingsplannen;
-
2.3 de reddingsmiddelen en de apparatuur van de reddingsboten en -vlotten en hulpverleningsboten
aanwezig zijn, in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag;
-
2.4 het schip is uitgerust met een lijnwerptoestel en radio-installatie voor gebruik in
reddingsmiddelen, in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag;
-
2.5 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van radio-installaties;
-
2.6 het functioneren van de in de reddingsmiddelen gebruikte radio-installaties voldoet
aan de vereisten van het Verdrag;
-
2.7 het schip voldoet aan de vereisten van het Verdrag ten aanzien van de aanwezigheid
aan boord van navigatieapparatuur, middelen om loodsen aan boord te nemen en nautische
publicaties;
-
2.8 het schip is uitgerust met lichten, dagmerken en middelen om geluidssignalen en noodsignalen
af te geven in overeenstemming met de vereisten van het Verdrag en van de van kracht
zijnde Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee;
-
2.9 het schip in alle andere opzichten voldoet aan de desbetreffende vereisten van de
voorschriften, voor zover deze vereisten op het schip van toepassing zijn.
-
2.10 op het schip wel/geen vervangende ontwerpen en voorzieningen van toepassing zijn ingevolge voorschrift(en)
II-1/55 / II-2/17 / III/38 van het Verdrag;
-
2.11 aan dit certificaat een/geen Document van goedkeuring voor vervangende ontwerpen en voorzieningen voor machines
en elektrische installaties/brandbestrijdingsapparatuur/reddingsmiddelen en -voorzieningen is gehecht.
Dit certificaat is geldig tot .....................................................................................................................................
Datum van voltooiing van het onderzoek waarop dit certificaat gebaseerd is
|
..........................................
|
dd/mm/jjjj
|
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de instantie die het rapport afgeeft, naargelang wat van toepassing
is)
|
UITRUSTINGSRAPPORT VOOR HET VEILIGHEIDSCERTIFICAAT VOOR NUCLEAIRE VRACHTSCHEPEN (FORMULIER
CNUC)
Dit rapport moet permanent gehecht zijn aan het Velligheidscertificaat voor nucleaire
vrachtschepen
Uitrustingsrapport ter naleving van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging
van mensenlevens op zee, 1974, als gewijzigd
-
1. Gegevens inzake het schip
Naam van het schip.............................................................................
Onderscheidingsnummer of -letters ......................................................
Minimumaantal personen met de vereiste kwalificaties om de radio-installaties te bedienen
..............................
-
2. Gegevens met betrekking tot reddingsmiddelen
Totaal aantal personen waarvoor reddingsmiddelen aanwezig zijn
|
.................................................................
|
|
Bakboordzijde
|
Stuurboordzijde
|
2 Totaal aantal reddingsboten
|
...................
|
...................
|
2.1 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
...................
|
...................
|
2.2 Aantal geheel overdekte reddingsboten (voorschrift III/31 en LSA-code, sectie
4.6)
|
...................
|
...................
|
2.3 Aantal gedeeltelijk overdekte zelfoprichtende reddingsboten (voorschrift III/31
en LSA-code, sectie 4.8)
|
...................
|
...................
|
2.4 Aantal reddingsboten met brandbeveiliging (voorschrift III/31 en LSA-code, sectie
4.9)
|
...................
|
...................
|
2.5 Overige reddingsboten
|
...................
|
...................
|
2.5.1 Aantal
|
...................
|
...................
|
2.5.2 Type
|
...................
|
...................
|
2.6 Aantal vrije-valreddingsboten
|
...................
|
...................
|
2.6.1 Geheel overdekt (voorschrift III/31 en LSA-code, sectie 4.7)
|
...................
|
...................
|
2.6.2 Onafhankelijk (voorschrift III/31 en LSA-code, sectie 4.8)
|
...................
|
...................
|
2.6.3 Met brandbeveiliging (voorschrift III/31 en LSA-code, sectie 4.9)
|
...................
|
...................
|
3 Aantal gemotoriseerde reddingsboten inbegrepen in het bovenstaande totaal aantal
reddingsboten
|
........................................................
|
3.1 Aantal met zoeklichten uitgeruste reddingsboten
|
........................................................
|
4 Aantal hulpverleningsboten
|
........................................................
|
4.1 Aantal boten inbegrepen in het bovenstaande totaal aantal reddingsboten
|
........................................................
|
5 Reddingsvlotten
|
........................................................
|
5.1 Reddingsvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterlatingsmiddelen vereist zijn
|
........................................................
|
5.1.1 Aantal reddingsvlotten
|
........................................................
|
5.1.2 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
........................................................
|
5.2 Reddingsvlotten waarvoor goedgekeurde tewaterlalingsmiddelen niet vereist zijn
|
........................................................
|
5.2.1 Aantal reddingsvlotten
|
........................................................
|
5.2.2 Totaal aantal personen dat hierin kan worden ondergebracht
|
........................................................
|
5.3 Aantal reddingsvlotten vereist in voorschrift III/31.1.4
|
........................................................
|
6 Aantal reddingsboeien
|
........................................................
|
7 Aantal reddingsvesten
|
........................................................
|
8 Overlevingspakket
|
........................................................
|
8.1 Totaal aantal
|
........................................................
|
8.2 Aantal pakken dat voldoet aan de vereisten voor reddingsvesten
|
........................................................
|
9 Radio-installalies voor gebruik in reddingsmiddelen
|
........................................................
|
9.1 Aantal uitrustingen voor opsporing en redding
|
........................................................
|
9.1.1 Radartransponders voor opsporing en redding (SART)
|
........................................................
|
9.1.2 AIS-zenders voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
........................................................
|
9.2 Aantal tweeweg-VHF-radiotelefonietoestellen
|
........................................................
|
-
3. Gegevens met betrekking tot radiovoorzieningen
Item
|
Aanwezig
|
1 Primaire systemen
|
|
1.1 VHF-radio-installatie
|
|
1.1.1 DSC-encoder
|
..............................
|
1.1.2 DSC-wachtontvanger
|
..............................
|
1.1.3 Radiotelefonie
|
..............................
|
1.2 MF-radio-installatie
|
|
1.2.1 DSC-encoder
|
..............................
|
1.2.2 DSC-wachtontvanger
|
..............................
|
1.2.3 Radiotelefonie
|
..............................
|
1.3 MF/HF-radio-installatie
|
|
1.3.1 DSC-encoder
|
..............................
|
1.3.2 DSC-wachtontvanger
|
..............................
|
1.3.3 Radiotelefonie
|
..............................
|
1.3.4 Direct-printing radiotelegrafie
|
..............................
|
1.4 INMARSAT-scheepsgrondstation
|
|
2 Secundaire noodoproepingsmiddelen
|
|
3 Voorzieningen voor de ontvangst van informatie over de veiligheid op zee
|
|
3.1 NAVTEX-ontvanger
|
..............................
|
3.2 EGC-ontvanger
|
..............................
|
3.3 HF direct-printing radiotelegrafieontvanger
|
..............................
|
4 Satelliet-EPIRB
|
|
4.1 COSPAS-SARSAT
|
..............................
|
4.2 INMARSAT
|
..............................
|
5 VHF EPIRB
|
..............................
|
6 Uitrusting op het schip voor opsporing en redding
|
..............................
|
6.1 Radartransponder voor opsporing en redding (SART)
|
..............................
|
6.2 AIS-zender voor opsporing en redding (AIS-SART)
|
..............................
|
-
4. Methodes om de beschikbaarheid van radiovoorzieningen te waarborgen (voorschriften
IV/15.6 en 15.7)
4.1 Verdubbeling van de apparatuur
|
.....................................................
|
4.2 Onderhoud aan de wal
|
..............................................................
|
4.3 Onderhoudsmogelijkheden op zee
|
.....................................................
|
-
5. Gegevens met betrekking tot navigatiesystemen en -apparatuur
|
Aanwezig
|
1.1 Magnetisch standaardkompas2
|
........................
|
1.2 Magnetisch reservekompas2
|
........................
|
1.3 Gyrokompas2
|
........................
|
1.4 Gyrokompas koers-repeater2
|
........................
|
1.5 Gyrokompas peiling-repeater2
|
........................
|
1.6 Koers- of track-controlesysteem2
|
........................
|
1.7 Pelorus of peilkompas2
|
|
1.8 Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
........................
|
1.9 Voorziening om koersen en peilingen te corrigeren
|
........................
|
2.1 Koersinformatieapparatuur (THD)2
|
........................
|
2.2 Nautische kaarten/Systeem voor elektronische zeekaarten (ECDIS)3
|
........................
|
2.3 Back-up voorzieningen voor ECDIS Nautische publicaties
|
........................
|
2.4 Back-up voorzieningen voor elektronische nautische publicaties
|
........................
|
3.1 Ontvanger voor een wereldwijd navigatiesatellietsysteem/radionavigatiesysteem
te land2,3
|
........................
|
3.2 9 GHz radar2
|
........................
|
3.3 Tweede radar (3 GHz/9 GHz3) 2
|
........................
|
3.4 Automatic Radar Plotting Aid (ARPA)2
|
........................
|
3.5 Automatisch trackinghulpmiddel
|
........................
|
3.6 Tweede automatisch trackinghulpmiddel2
|
........................
|
3.7 Elektronisch plotapparaat2
|
........................
|
4 Automatisch identificatiesysteem (ATS)
|
........................
|
5.1 Reisgegevensrecorder (VDR)3
|
........................
|
5.2 Vereenvoudigde Reisgegevensrecorder (S-VDR)3
|
........................
|
6.1 Instrument voor het meten van snelheid en afstand (door het water)2
|
........................
|
6.2 Instrument voor het meten van snelheid en afstand (over de grond in voorwaartse
en achterwaartse richting)2
|
........................
|
6.3 Echolood2
|
........................
|
7.1 Roerstandaanwijzers, schroeftachometers, stuwkrachtmeters, spoedmeters en meters
die de operationele modus aangeven2
|
........................
|
7.2 Bochtaanwijzer2
|
........................
|
8 Geluidsontvangstsysteem2
|
........................
|
9 Telefoon naar de noodstuurpositie2
|
........................
|
10 Dagseinlamp2
|
........................
|
11 Radarreflector2
|
........................
|
12 Internationaal Seinboek
|
........................
|
13 IAMSAR-Handboek, Volume III
|
........................
|
14 Brugwachtalarmsysteem (BNWAS)
|
........................
|
2 Ingevolge voorschrift V/19 mogen vervangende voorzieningen aanwezig zijn om aan dit
vereiste te voldoen. Indien andere voorzieningen worden gebruikt, moet worden vermeld
welke dit zijn.
3 Doorhalen wat niet van toepassing is.
ONDERGETEKENDE VERKLAART dat dit rapport in alle opzichten correct is.
Afgegeven te ..........................................................................
|
|
(Plaats van afgifte van het certificaat)
|
...........................
|
...............................................................
|
(Datum van afgifte)
|
(Handtekening van de bevoegde ambtenaar die het certificaat afgeeft)
|
(Zegel of stempel van de instantie die het certificaat afgeeft, naargelang wat van
toepassing is)
|