De Partijen bij dit Protocol,
Bestudeerd hebbend het Internationaal Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal
Fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, 1971, en het daarbij
behorende Protocol van 1984,
Vastgesteld hebbend dat het Protocol van 1984 bij dat Verdrag, waarbij wordt voorzien
in een ruimere werkingssfeer van het Verdrag en in een verhoging van de vergoeding,
niet in werking is getreden,
Het belang bevestigend van de handhaving van de levensvatbaarheid van het internationale
stelsel van aansprakelijkheid voor verontreiniging door olie en van vergoeding van
schade,
Zich bewust van de noodzaak de zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de inhoud
van het Protocol van 1984 te verzekeren,
Het voordeel voor de Partij zijnde Staten erkennend van een regeling waarbij voor
een overgangsperiode het gewijzigde Verdrag bestaat naast en in aanvulling op het
oorspronkelijke Verdrag,
Ervan overtuigd dat de economische gevolgen van schade door verontreiniging voortvloeiend
uit het vervoer door schepen van olie in bulk over zee dienen te blijven gedeeld door
de scheepvaart en door degenen die financiële belangen hebben bij de vervoerde olie,
Indachtig de aanneming van het Protocol van 1992 tot wijziging van het Internationaal Verdrag inzake de wettelijke
aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging door olie, 1969,
Zijn het volgende overeengekomen:
Het Verdrag dat door de bepalingen van dit Protocol wordt gewijzigd is het Internationaal
Verdrag betreffende de instelling van een Internationaal Fonds voor vergoeding van
schade door verontreiniging door olie, 1971, hierna te noemen het „Fondsverdrag, 1971”.
Ten aanzien van Staten die Partij zijn bij het Protocol van 1976 bij het Fondsverdrag,
1971, wordt met deze term bedoeld het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dat
Protocol.
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
[Red: Wijzigt het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds
voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie (ter aanvulling van het
Internationaal Verdrag inzake de wettelijke aansprakelijkheid voor schade door verontreiniging
door olie, 1969); Brussel, 18 december 1971.]
-
1 Het Fondsverdrag, 1971, en dit Protocol worden, wat de Partijen bij dit Protocol betreft,
gelezen en uitgelegd als één enkel document.
Artikel 28. Ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring en toetreding
-
4 Slechts de Staten die het Aansprakelijkheidsverdrag, 1992, hebben bekrachtigd, aanvaard, goedgekeurd of ertoe zijn toegetreden, kunnen dit
Protocol bekrachtigen, aanvaarden, goedkeuren of ertoe toetreden.
-
6 Een Staat die Partij is bij dit Protocol maar geen Partij is bij het Fondsverdrag,
1971, is gebonden door de bepalingen van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij
dit Protocol, met betrekking tot andere Partijen hierbij, maar is niet gebonden door
de bepalingen van het Fondsverdrag, 1971, met betrekking tot Partijen daarbij.
-
7 Akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding, die zijn nedergelegd
nadat een wijziging van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol,
in werking is getreden, worden geacht van toepassing te zijn op het aldus gewijzigde
Verdrag, zoals gewijzigd door bedoelde wijziging.
Artikel 29. Informatie omtrent bijdragende olie
-
1 Alvorens dit Protocol ten aanzien van een Staat in werking treedt, moet die Staat
bij de nederlegging van een akte bedoeld in artikel 28, vijfde lid, en vervolgens
jaarlijks op een door de Secretaris-Generaal van de Organisatie vast te stellen tijdstip,
deze de naam en het adres mededelen van de personen die voor die Staat op grond van
artikel 10 van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol, verplicht
zouden zijn aan het Fonds bij te dragen, alsmede gegevens betreffende de in aanmerking
komende hoeveelheden bijdragende olie die binnen het grondgebied van die Staat gedurende
het voorgaande kalenderjaar door die personen zijn ontvangen.
-
2 Tijdens de overgangsperiode verstrekt de Directeur, namens de Partijen, jaarlijks
aan de Secretaris-Generaal van de Organisatie gegevens betreffende de hoeveelheden
bijdragende olie ontvangen door personen die verplicht zouden zijn aan het Fonds bij
te dragen op grond van artikel 10 van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij
dit Protocol.
Artikel 30. Inwerkingtreding
-
3 Ten aanzien van elke Staat die dit Protocol bekrachtigt, aanvaardt, goedkeurt of ertoe
toetreedt nadat aan de in het eerste lid gestelde eisen voor inwerkingtreding is voldaan,
treedt het Protocol in werking twaalf maanden na de datum van nederlegging door die
Staat van de daartoe strekkende akte.
-
4 Iedere Staat kan, op het tijdstip van nederlegging van zijn akte van bekrachtiging,
aanvaarding, goedkeuring of toetreding met betrekking tot dit Protocol, verklaren
dat deze akte voor de toepassing van dit artikel niet eerder van kracht wordt dan
aan het einde van het tijdvak van zes maanden bedoeld in artikel 31.
-
5 Iedere Staat die een verklaring overeenkomstig het voorgaande lid heeft afgelegd,
kan deze te allen tijde intrekken door middel van een kennisgeving gericht aan de
Secretaris-Generaal van de Organisatie. Een zodanige intrekking wordt van kracht op
de datum waarop de kennisgeving wordt ontvangen en iedere Staat die een zodanige intrekking
doet, wordt geacht zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding
met betrekking tot dit Protocol op die datum te hebben nedergelegd.
Artikel 31. Opzegging van de Verdragen van 1969 en 1971
Onverminderd het bepaalde in artikel 30 dient, binnen zes maanden na de datum waarop
is voldaan aan de eis dat:
-
a. ten minste acht Staten Partij zijn geworden bij dit Protocol of akten van bekrachtiging,
aanvaarding, goedkeuring of toetreding hebben nedergelegd bij de Secretaris-Generaal
van de Organisatie, al dan niet met toepassing van artikel 30, vierde lid, en
-
b. de Secretaris-Generaal van de Organisatie informatie overeenkomstig artikel 29 heeft
ontvangen dat de personen die verplicht zijn of zouden zijn bij te dragen ingevolge
artikel 10 van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol, gedurende
het voorgaande kalenderjaar in totaal een hoeveelheid van tenminste 750 miljoen ton
bijdragende olie hebben ontvangen;
elke Partij bij dit Protocol en elke Staat die een akte van bekrachtiging, aanvaarding,
goedkeuring of toetreding, al dan niet met toepassing van artikel 30, vierde lid,
heeft nedergelegd, indien deze Partij daarbij is, het Fondsverdrag, 1971, en het Aansprakelijkheidsverdrag,
1969, op te zeggen met ingang van twaalf maanden na het verstrijken van de bovengenoemde
periode van zes maanden.
Artikel 32. Herziening en wijziging
-
2 De Organisatie roept een conferentie van de Verdragsluitende Staten bijeen tot herziening
of wijziging van het Fondsverdrag, 1992, op verzoek van ten minste een derde van alle Verdragsluitende Staten.
Artikel 33. Wijziging van de vergoedingsgrenzen
-
1 Op verzoek van ten minste een vierde van de Verdragsluitende Staten worden voorstellen
tot wijziging van de vergoedingsgrenzen neergelegd in artikel 4, vierde lid van het
Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol, door de Secretaris-Generaal
toegezonden aan alle Leden van de Organisatie en aan alle Verdragsluitende Staten.
-
3 Alle Verdragsluitende Staten bij het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol,
ongeacht of zij lid van de Organisatie zijn, zijn gerechtigd deel te nemen aan de
werkzaamheden van de Juridische Commissie ter overweging en aanneming van wijzigingen.
-
4 Wijzigingen worden aangenomen met een tweederde-meerderheid van de Verdragsluitende
Staten die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen in de Juridische Commissie, welke
is uitgebreid zoals bepaald in het derde lid, mits ten minste de helft van de Verdragsluitende
Staten aanwezig is op het tijdstip van de stemming.
-
6
-
a. Er mag geen wijziging van de grenzen ingevolge dit artikel worden overwogen vóór 15
januari 1998 en evenmin binnen vijf jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van een
voorgaande wijziging ingevolge dit artikel. Er kan geen wijziging ingevolge dit artikel
worden overwogen alvorens dit Protocol in werking is getreden.
-
b. Er mag geen grens zodanig worden verhoogd dat deze een bedrag overschrijdt dat overeenkomt
met de grens vervat in het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol, verhoogd
met zes procent per jaar berekend op samengestelde basis vanaf 15 januari 1993.
-
c. Er mag geen grens zodanig worden verhoogd, dat deze een bedrag overschrijdt dat overeenkomt
met de grens vervat in het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol, vermenigvuldigd
met drie.
-
7 Elke wijziging aangenomen overeenkomstig het vierde lid wordt door de Organisatie
ter kennis gebracht van alle Verdragsluitende Staten. De wijziging wordt geacht te
zijn aanvaard aan het einde van een tijdvak van achttien maanden na de datum van kennisgeving,
tenzij binnen dat tijdvak niet minder dan een vierde van de Staten die Verdragsluitende
Staten waren op het tijdstip van aanneming van de wijziging door de Juridische Commissie
de Organisatie hebben medegedeeld dat zij de wijziging niet aanvaarden, in welk geval
de wijziging is verworpen en deze niet van kracht wordt.
-
9 Alle Verdragsluitende Staten zijn gebonden door de wijziging, tenzij zij tenminste
zes maanden voordat de wijziging in werking treedt dit Protocol opzeggen overeenkomstig
artikel 34, eerste en tweede lid. Een zodanige opzegging wordt van kracht wanneer
de wijziging in werking treedt.
-
10 Wanneer een wijziging door de Juridische Commissie is aangenomen, maar het tijdvak
van achttien maanden voor de aanvaarding ervan nog niet is verstreken, is een Staat
die gedurende dat tijdvak een Verdragsluitende Staat wordt, door de wijziging gebonden
indien deze in werking treedt. Een Staat die na dat tijdvak een Verdragsluitende Staat
wordt, is gebonden door een wijziging die overeenkomstig het zevende lid is aanvaard.
In de gevallen bedoeld in dit lid wordt een Staat gebonden door een wijziging wanneer
deze wijziging in werking treedt, of wanneer dit Protocol voor de Staat in werking
treedt, indien deze datum later valt.
-
5 Een Partij bij dit Protocol die het Fondsverdrag, 1971, en het Aansprakelijkheidsverdrag,
1969, niet heeft opgezegd zoals vereist in artikel 31, wordt geacht dit Protocol te
hebben opgezegd met ingang van twaalf maanden na het verstrijken van de periode van
zes maanden genoemd in dat artikel. Met ingang van de datum waarop de opzeggingen
voorzien in artikel 31 van kracht worden, wordt een Partij bij dit Protocol die een
akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van, dan wel toetreding tot het
Aansprakelijkheidsverdrag, 1969, nederlegt, geacht dit Protocol te hebben opgezegd
met ingang van de datum waarop deze akte van kracht wordt.
-
6 Wat de Partijen bij dit Protocol betreft, wordt opzegging door een van hen van het
Fondsverdrag, 1971, overeenkomstig artikel 41 daarvan, niet op enigerlei wijze uitgelegd
als een opzegging van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd bij dit Protocol.
-
7 Niettegenstaande een opzegging van dit Protocol door een Partij ingevolge dit artikel
blijven de bepalingen van dit Protocol welke verband houden met de verplichtingen
om bij te dragen op grond van artikel 10 van het Fondsverdrag, 1971, zoals gewijzigd
bij dit Protocol, van toepassing ten aanzien van een voorval zoals bedoeld in artikel
12, tweede lid, onder b, van dat gewijzigde Verdrag dat zich heeft voorgedaan voordat
de opzegging van kracht wordt.
Artikel 35. Buitengewone zittingen van de Algemene Vergadering
-
1 Iedere Verdragsluitende Staat kan binnen negentig dagen na de nederlegging van een
akte van opzegging, welke naar zijn mening een belangrijke stijging van de bijdragen
voor overblijvende Verdragsluitende Staten ten gevolge zal hebben, de Directeur verzoeken
een buitengewone zitting van de Algemene Vergadering bijeen te roepen. De Directeur
moet de Algemene Vergadering uiterlijk zestig dagen na ontvangst van het verzoek bijeenroepen.
-
2 De Directeur kan op eigen initiatief een buitengewone zitting van de Algemene Vergadering
bijeenroepen binnen zestig dagen na de nederlegging van een akte van opzegging, indien
hij van mening is dat deze opzegging zal leiden tot een belangrijke stijging van de
bijdragen voor de overblijvende Verdragsluitende Staten.
-
3 Indien de Algemene Vergadering, in een buitengewone zitting bijeengeroepen overeenkomstig
het eerste of het tweede lid, besluit dat de opzegging zal leiden tot een belangrijke
stijging van de bijdragen voor de overblijvende Verdragsluitende Staten, kan ieder
van deze Staten, uiterlijk honderdtwintig dagen voor de datum waarop de opzegging
van kracht wordt, dit Protocol opzeggen met ingang van dezelfde datum.
Artikel 37. Vereffening van het Fonds
Dit Protocol is opengesteld in één oorspronkelijk exemplaar in de Arabische, de Chinese,
de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk
authentiek.