Het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
Het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten”, genoemd, vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,
en
de Europese Gemeenschap,
hierna „de Gemeenschap” genoemd,
en
de Republiek Zuid-Afrika,
hierna gezamenlijk „de partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling en samenwerking tussen
de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Zuid-Afrika,
anderzijds, op 11 oktober 1999 te Pretoria is ondertekend en op 1 mei 2004 in werking
is getreden;
OVERWEGENDE dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en
Roemenië tot de Europese Unie op 25 april 2005 in Luxemburg is ondertekend en op 1
januari 2007 in werking is getreden;
OVERWEGENDE dat, overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005,
de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Overeenkomst inzake handel, ontwikkeling
en samenwerking wordt geregeld door de sluiting van een protocol bij die overeenkomst,