De lidstaten van de Raad van Europa en de andere Staten die Partij zijn bij het Europees Cultureel Verdrag, die het onderhavige Verdrag hebben ondertekend,
Overwegend dat het doel van de Raad van Europa is een grotere eenheid tussen zijn
leden tot stand te brengen;
Gelet op het Europees Verdrag inzake de gelijkstelling van tijdvakken van universitaire studie, voor ondertekening opengesteld te Parijs op 15 december 1956, dat van toepassing
is op het gebied van de moderne talen;
Ervan overtuigd dat een belangrijke bijdrage zou worden geleverd tot een goede verstandhouding
tussen de volken van Europa, indien een groter aantal studenten in alle studierichtingen
tijdvakken van studie in het buitenland zou kunnen doorbrengen en indien de door die
studenten tijdens die tijdvakken afgelegde examens en gevolgde cursussen door hun
eigen instelling zouden kunnen worden erkend;
Vastbesloten hiertoe het beginsel van de algemene gelijkstelling van tijdvakken van
universitaire studie in te stellen,
Zijn het volgende overeengekomen: