De Hoge Verdragsluitende Partijen bij dit protocol, lidstaten van de Europese Unie,
Onder verwijzing naar de akte van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1997,
Wensend ervoor te zorgen dat hun strafwetgeving doeltreffend bijdraagt tot de bescherming
van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen,
Erkennend het belang dat de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen
van de Europese Gemeenschappen heeft met het oog op de bestrijding van fraude met betrekking tot de communautaire
ontvangsten en uitgaven,
Erkennend het belang dat het protocol van 27 september 1996 bij die overeenkomst heeft bij de bestrijding van corruptie waardoor de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen worden of kunnen worden geschaad,
Zich ervan bewust dat de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen geschaad
of bedreigd kunnen worden door feiten die namens rechtspersonen worden begaan en door
feiten die verband houden met witwasoperaties,
Ervan overtuigd dat het nationale recht waar nodig moet worden aangepast in die zin
dat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld in gevallen van fraude of actieve
corruptie en witwassen van geld die hun tot voordeel strekken en waardoor de financiële
belangen van de Europese Gemeenschappen worden of kunnen worden geschaad,
Ervan overtuigd dat het nationale recht waar nodig moet worden aangepast om het witwassen
van opbrengsten van fraude of corruptie waardoor de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen worden of kunnen worden geschaad, strafbaar te stellen en de confiscatie
van zulke opbrengsten mogelijk te maken,
Ervan overtuigd dat het nationale recht waar nodig moet worden aangepast om te verhinderen
dat wederzijdse rechtshulp wordt geweigerd louter omdat de delicten die onder dit
protocol vallen delicten inzake heffingen of douanerechten betreffen of als zodanig
worden beschouwd;
Vaststellend dat de samenwerking tussen de lidstaten al geregeld is in de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen
van de Europese Gemeenschappen, maar dat er, onverminderd de verplichtingen uit hoofde van het Gemeenschapsrecht,
daarnaast behoefte is aan een passende regeling voor de samenwerking tussen de lidstaten
en de Commissie, waaronder medebegrepen de uitwisseling van informatie tussen de lidstaten
en de Commissie, om ervoor te zorgen dat er doeltreffend wordt opgetreden tegen fraude,
actieve en passieve corruptie en het daarmee verband houdende witwassen van geld waardoor
de belangen van de Europese Gemeenschappen worden of kunnen worden geschaad;
Overwegende dat er, om de uitwisseling van informatie te bevorderen en te vergemakkelijken,
gezorgd moet worden voor een adequate bescherming van persoonsgegevens;
Overwegende dat de uitwisseling van gegevens lopende onderzoeken niet mag belemmeren
en dat derhalve moet worden gezorgd voor de bescherming van de geheimhouding van het
onderzoek;
Overwegende dat er passende bepalingen moeten worden vastgesteld inzake de bevoegdheden
van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen;
Overwegende ten slotte dat de desbetreffende bepalingen van de Overeenkomst van 26 juli 1995 aangaande de bescherming van de financiële belangen
van de Europese Gemeenschappen toepasselijk moeten worden gemaakt op sommige in dit protocol bedoelde handelingen,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen: