Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 5 van de Overeenkomst
-
1. De partijen komen overeen dat een politieke dialoog op ministerieel niveau ten minste
een maal per jaar dient plaats te vinden.
-
2. De partijen zijn van mening dat een politieke dialoog tussen het Europees Parlement
en de Marokkaanse parlementaire instellingen moet worden ingesteld.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 10 van de Overeenkomst
De twee partijen komen overeen dat Marokko in overleg een landbouwelement kan onderscheiden
in de rechten bij invoer die op de in lijst 2 van bijlage 2 van de overeenkomst genoemde
produkten van oorsprong uit de Gemeenschap van toepassing zijn vóór de inwerkingtreding
van de overeenkomst.
Dit principe is tevens van toepassing op de produkten van lijst 3 van bijlage 2 van
de overeenkomst alvorens een begin wordt gemaakt met de afbraak van het industrie-element.
In het geval dat Marokko de op 1.1.1995 geldende rechten zou verhogen, als gevolg
van het landbouwelement, voor de hierboven genoemde produkten kent zij de Gemeenschap
een reductie van 25 % op de verhoging van de rechten toe.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 12 van de Overeenkomst
-
1. De partijen komen overeen dat, met betrekking tot de textielprodukten en kledingartikelen,
het tijdschema voor de afschaffing van de in artikel 12, lid 1, bedoelde referentieprijzen en tariefverlaging via een briefwisseling wordt overeengekomen
vóór de ondertekening van de overeenkomst.
-
2. Overeengekomen is dat voor de produkten waarop de in artikel 12, lid 2, bedoelde tariefafbraak van toepassing is, in Marokko technische controles worden
ingesteld met technische bijstand van de Gemeenschap. Marokko verbindt zich ertoe
deze technische controles in te voeren vóór 31 december 1999.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 33 van de Overeenkomst
Overeengekomen is dat de convertibiliteit van de lopende betalingen wordt geïnterpreteerd
in overeenstemming met artikel VIII van de overeenkomst inzake het Internationaal Monetair Fonds.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 39 van de Overeenkomst
De partijen komen overeen dat in het kader van de overeenkomst intellectuele, industriële
en commerciële eigendom inzonderheid het volgende omvat: auteursrechten, met inbegrip
van de auteursrechten op computerprogramma's, en naburige rechten, fabrieks- en handelsmerken,
geografische aanduidingen, met inbegrip van benamingen van oorsprong, industriële
tekeningen en modellen, octrooien, schema's (topografieën) van geïntegreerde schakelingen,
alsmede bescherming van niet-openbaargemaakte informatie en bescherming tegen oneerlijke
mededinging als bedoeld in artikel 10 bis van het Verdrag van Parijs voor de bescherming van industriële eigendom in de Akte van Stockholm (Unie van Parijs).
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 42 van de Overeenkomst
De overeenkomstsluitende partijen bevestigen opnieuw het belang dat zij hechten aan
de gedecentraliseerde samenwerkingsprogramma's als een aanvullend middel ter bevordering
van de uitwisseling van ervaring en de overdracht van kennis in het Middellandse-Zeegebied
en tussen de Europese Gemeenschap en haar partners.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 43 van de Overeenkomst
De partijen komen overeen dat in het kader van de economische samenwerking wordt voorzien
in technische bijstand op het gebied van de vrijwaringsclausules en de anti-dumpingcontrole.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 49 van de Overeenkomst
De overeenkomstsluitende partijen onderkennen de noodzaak van modernisering van de
Marokkaanse produktiesector om deze beter aan te passen aan de realiteit van de internationale
en Europese economie.
De Gemeenschap zal Marokko steunen bij de uitvoering van een steunprogramma voor de
industriesectoren die zullen worden geherstructureerd en op peil gebracht om het hoofd
te bieden aan eventuele problemen na de liberalisering van het handelsverkeer en met
name de afschaffing van tarieven.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 50 van de Overeenkomst
De overeenkomstsluitende partijen hechten belang aan een toename van de stroom van
directe investeringen in Marokko.
Zij komen overeen dat Marokko grotere toegang krijgt tot de communautaire instrumenten
ter bevordering van investeringen in overeenstemming met de desbetreffende communautaire
bepalingen.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 51 van de Overeenkomst
De partijen komen overeen zo spoedig mogelijk uitvoering te geven aan de in artikel 51 bedoelde samenwerkingsactiviteiten en deze prioriteit te geven.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 64 van de Overeenkomst
-
1. Onverminderd de in elke Lid-Staat geldende voorwaarden en modaliteiten onderzoeken
de partijen de kwestie van toegang tot de arbeidsmarkt van een Lid-Staat van de uit
hoofde van gezinshereniging wettig verblijvende echtgenoot en kinderen van een Marokkaanse
werknemer die wettig op het grondgebied van een Lid-Staat is tewerkgesteld, met uitzondering
van seizoenwerknemers, gedetacheerden en stagiaires, gedurende de periode van het
toegestane tewerkstellingsbedrijf van de werknemer.
-
2. Wat betreft het ontbreken van discriminatie op het gebied van ontslag kan geen beroep
op artikel 64, lid 1, van de overeenkomst worden gedaan voor de verlenging van een verblijfsvergunning. De toekenning, verlenging
en weigering van een verblijfsvergunning valt uitsluitend onder de wetgeving van elke
Lid-Staat en onder de tussen Marokko en die Lid-Staat van kracht zijnde overeenkomsten
en bilaterale verdragen.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 65 van de Overeenkomst
Overeengekomen is dat de term „gezinsleden” wordt gedefinieerd volgens de nationale
wetgeving van het betrokken gastland.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 34, 35, 76 en 77 van de Overeenkomst
Indien zich voor Marokko tijdens de geleidelijke tenuitvoerlegging van de overeenkomst
ernstige problemen in verband met de betalingsbalans voordoen, kunnen Marokko en de
Gemeenschap overleg voeren over de meest geschikte middelen en modaliteiten om Marokko
te helpen aan deze problemen het hoofd te bieden.
Deze besprekingen vinden plaats in samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 90 van de Overeenkomst
-
1. De partijen komen overeen dat wat betreft de interpretatie en de praktische toepassing
van deze overeenkomst onder de in artikel 90 bedoelde bijzonder dringende gevallen wordt verstaan gevallen van ernstige schending
van de overeenkomst door een van beide partijen. Een ernstige schending van de overeenkomst
bestaat uit:
-
2. De partijen komen overeen dat de in artikel 90 bedoelde „passende maatregelen” bestaan uit maatregelen die zijn genomen overeenkomstig
het internationaal recht. Indien een van de partijen in een bijzonder dringend geval
een maatregel neemt uit hoofde van artikel 90 kan de andere partij een beroep doen
op de procedure voor geschillenbeslechting.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 96 van de Overeenkomst
Met de voordelen voor Marokko van de door Frankrijk toegekende regelingen uit hoofde
van het protocol betreffende de goederen van oorsprong en van herkomst uit bepaalde
landen onderworpen aan een bijzondere regeling bij invoer in een van de Lid-Staten,
die is gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, is in deze
overeenkomst rekening gehouden. Deze bijzondere regeling moet dan ook als opgeheven
worden beschouwd met ingang van de inwerkingtreding van genoemde overeenkomst.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende textielprodukten
Overeengekomen is dat de regeling voor textielprodukten in een afzonderlijk, voor
31 december 1995 te sluiten protocol wordt vastgelegd, waarin de in 1995 van toepassing
zijnde bepalingen zijn opgenomen.
Gemeenschappelijke verklaring betreffende de wedertoelating
De partijen komen overeen bilateraal de passende bepalingen en maatregelen vast te
stellen voor de wedertoelating van hun ingezetenen die hun land hebben verlaten. Hiertoe
worden voor de Lid-Staten van de Europese Unie als ingezetenen beschouwd de onderdanen
van de Lid-Staten zoals gedefinieerd voor communautaire doeleinden.