U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervalt per 01-01-2030.]Geraadpleegd op 01-06-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 08-03-2025 en zichtdatum 21-05-2025. Geldend van 15-01-2025 t/m heden
Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 8 januari 2025, nr. IENW/BSK-246458, houdende tijdelijke regels voor toekenning van rijksbijdragen voor verkeersveiligheidsmaatregelen voor de periode van 1 januari 2025 tot 1 januari 2030 (Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025–2030)
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 2, derde lid, 4, eerste en tweede lid, 6, zesde lid, 8, eerste lid, 10, tweede lid, 15, vijfde lid, 22, tweede lid, en 23 vijfde lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M juncto 17, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;
BESLUIT:
In deze regeling wordt verstaan onder:
aanvrager: een gemeente, niet behorend tot de Vervoerregio Amsterdam of de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, een provincie, de Vervoerregio Amsterdam, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag namens een tot die regio’s behorende gemeente of een waterschap;
aanvraagtijdvak: termijn waarbinnen een aanvraag voor een rijksbijdrage kan worden ingediend;
minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;
rijksbijdrage: specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet of een subsidie op grond van deze regeling.
De artikelen 6, eerste lid, 8, tweede lid, onder a, 10, vierde lid, onder a tot en met d en f, 11, 12, aanhef en onder b, c en i, 14, eerste en vierde lid, 17, eerste lid, aanhef en onder a tot en met c, e en f, en tweede lid, 18 en 21 van het Kaderbesluit subsidies I en M zijn van overeenkomstige toepassing op deze regeling.
Het doel van deze regeling is het stimuleren van het nemen of versnellen van kosteneffectieve en risicogestuurde verkeersveiligheidsmaatregelen op het onderliggend wegennet.
1 De minister kan op aanvraag een rijksbijdrage verstrekken voor de kosten van het uitvoeren van maatregelen die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
2 De volgende kosten komen voor de verstrekking van een rijksbijdrage in aanmerking:
a. uitvoeringskosten; en
b. infrastructurele kosten.
3 Op grond van deze regeling wordt geen rijksbijdrage verstrekt voor:
a. maatregelen waarvoor reeds een specifieke uitkering of een subsidie door het Rijk is verstrekt;
b. maatregelen waarvoor in de begroting van de aanvrager al volledige dekking is;
c. maatregelen waarvan de uitvoering al begonnen is vóór de inwerkingtreding van deze regeling;
d. reguliere onderhoudswerkzaamheden;
e. personele kosten of kosten voor inhuur van personeel ten behoeve van de voorbereiding van werkzaamheden;
f. grondaankopen; en
g. omzetbelasting over de kosten van activiteiten en maatregelen voor zover deze omzetbelasting in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of verrekend kan worden.
1 Het rijksbijdrageplafond voor de jaren 2025–2030 bedraagt in totaal € 236.000.000,–. In bijlage 2 bij deze regeling is voor elke aanvrager bepaald welk bedrag van de rijksbijdrage voor de aanvrager ten hoogste beschikbaar is.
2 De minister stelt per aanvraagtijdvak een plafond vast voor rijksbijdragen die op grond van deze regeling worden verstrekt. Een aanvraagtijdvak en het plafond worden uiterlijk zes weken voor aanvang ervan bekendgemaakt in de Staatscourant. Aanvraagtijdvakken vinden alleen plaats in het jaar 2025.
3 De minister verdeelt de bedragen, bedoeld in het tweede lid, op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.
De totale rijksbijdrage per subsidieverstrekking bedraagt ten hoogste 50% van de kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, met een maximum per ontvanger zoals vermeld in bijlage 2 bij deze regeling.
1 Een rijksbijdrage wordt op aanvraag verstrekt.
2 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister ter beschikking gesteld aanvraagformulier.
3 Rijksbijdragen kunnen worden aangevraagd gedurende door de minister vastgestelde aanvraagtijdvakken.
4 In een aanvraagtijdvak kan een aanvrager ten hoogste één aanvraag indienen waarin alle voorgenomen maatregelen worden genoemd.
5 Onverminderd artikel 10, vierde lid, onder a tot en met d en f, van het Kaderbesluit subsidies I en M, worden in het volledig in te vullen aanvraagformulier, bedoeld in het tweede lid, in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:
a. een overzicht van de locaties waar elke maatregel wordt gerealiseerd;
b. een beschrijving van de huidige verkeersveiligheidssituatie op elke locatie en een toelichting op de wijze waarop het nemen van de voorgestelde maatregel de verkeersveiligheid op de locatie verbetert en de kans op verkeersongevallen verkleint;
c. een overzicht met de realisatiedatum van elke maatregel;
d. dat de aanvrager een risicoanalyse heeft;
e. dat de aanvrager een uitvoeringsprogramma heeft.
6 De begroting, bedoeld in artikel 10, vierde lid, onder c, van het Kaderbesluit subsidies I en M, specificeert uitsluitend de uitvoerings- en infrastructurele kosten per maatregel en geeft tevens inzicht in de eigen bijdrage en de externe financiering.
7 De aanvraag van de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag gaat tevens vergezeld van een maatregelenprogramma. De door de minister gehonoreerde aanvragen van Vervoerregio Amsterdam en Metropoolregio Rotterdam Den Haag worden uitgevoerd conform de subsidieverordening van de desbetreffende vervoerregio.
1 Een besluit tot verlening vermeldt in elk geval:
a. de maatregelen waarvoor de rijksbijdrage wordt verleend;
b. het bedrag van de rijksbijdrage;
c. de wijze waarop het bedrag van de rijksbijdrage is bepaald;
d. en de periode waarvoor de rijksbijdrage wordt verleend.
2 De minister wijst een aanvraag voor een rijksbijdrage af indien het plafond, bedoeld in artikel 5, tweede lid, in geval van honorering van de aanvraag zou worden overschreden.
3 De minister kan een aanvraag voor een rijksbijdrage tevens afwijzen, indien de aanvrager naar zijn oordeel in het verleden aanwijsbaar onvoldoende inspanning heeft gepleegd om eerder toegekende maatregelen te realiseren.
1 De minister keert bij het besluit tot verlening, bedoeld in artikel 8, een voorschot van 100% uit.
2 Het voorschot wordt uiterlijk zes weken na de dagtekening van het besluit tot verlening uitgekeerd.
Een rijksbijdrage ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
1 De ontvanger besteedt de rijksbijdrage uitsluitend aan de maatregelen waarvoor de rijksbijdrage wordt verleend.
2 Alle maatregelen waarvoor een rijksbijdrage is verstrekt, zijn uiterlijk op 31 december 2028 gerealiseerd.
1 Provincies, gemeenten en de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, namens de daartoe behorende gemeenten, leggen verantwoording af over de besteding van de rijksbijdrage op de wijze bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.
2 Waterschappen leggen verantwoording af over de besteding van de rijksbijdrage overeenkomstig de Regeling informatieverstrekking sisa.
De minister stelt de rijksbijdrage vast op 31 december van het jaar waarin de laatste verantwoording, bedoeld in artikel 12, heeft plaatsgevonden.
De minister publiceert voor 1 januari 2029 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de rijksbijdrage in de praktijk.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 januari 2025 en werkt terug tot en met 1 januari 2025. De regeling vervalt met ingang van 1 januari 2030, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op een rijksbijdrage die voor die datum is verstrekt.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025–2030.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
B. Madlener
De volgende maatregelen komen voor de verstrekking van een rijksbijdrage in aanmerking.
• Aanleg van openbare verlichting.
• Aanleg vrijliggend voetpad.
• Aanbrengen van kant- en asmarkering op fietspaden.
• Saneren van onnodig geplaatste paaltjes en verticale elementen op of vlak naast fietspaden, of wanneer dit niet mogelijk is het aanbrengen van attentieverhogende markeringen.
• Saneren van verticale trottoirbanden en overbruggen hoogteverschillen tussen verharding en berm.
• Uitvoering van gesloten verharding van fietsstroken- en paden.
• Verbreden van fietspaden.
• Aanleg plateau kruispunt op gebiedsontsluitingsweg/erftoegangsweg (GOW/ETW).
• Fietsoversteek over zijweg door middel van een uitritconstructie.
• Aanleg van een vrijliggend fietspad of vrijliggend fiets-/bromfietspad (op 50-, 60- en 80 km/uur wegen).
• Aanleg ongelijkvloerse kruising (onderdoorgang of brug).
• Verwijderen van wegversmallingen en chicanes voor fietsers.
• Aanbrengen van bermverharding langs fietspaden.
• Aanleg van een kruispuntplateau.
• Aanleg van korte rechtstanden.
• Aanleg van een uitritconstructie van zijstraten gebiedsontsluitingswegen naar 30 km/uur-zone.
• Inrichten van schoolzone met snelheidsverlagende maatregelen.
• Aanleg van een fietsstraat op een 30 km/uur weg.
• Saneren van langsparkeren of parkeerstroken langs de rijbaan.
• Links afslaan verbieden door aanleg van een doorgetrokken middengeleider.
• Aanleg van een rotonde binnen de bebouwde kom.
• Aanleg van rijrichtingscheiding door rammelstrook op asmarkering.
• Het volwaardig afwaarderen van een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur naar een erftoegangsweg 30 km/uur.
• Aanleg van een fietsoversteek, via een middeneiland, alleen bij een kruispunt.
• Aanleg van een snelheidsremmend plateau voor een fietsoversteek, alleen bij een kruispunt.
• Aanleg van een middeneiland bij een komgrens van een 60 km/uur weg naar een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur of gebiedsontsluitingsweg 80 km/u naar een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur.
• Het uitvoeren van LARGAS-maatregelen zoals de aanleg van een voorrangsplein op een kruising van een gebiedsontsluitingsweg en een erftoegangsweg en de aanleg van smalle rijstroken gescheiden door een middenberm.
• Het volwaardig afwaarderen van een gebiedsontsluitingsweg 50 km/uur naar een gebiedsontsluitingsweg 30 km/uur.
• Aanleg van verticale elementen voor korte rechtstanden (rekening houdend met landbouwverkeer).
• Aanleg van één rijloper met fiets(suggestie)stroken en bermen.
• Aanbrengen bermverharding op een erftoegangsweg 60 km/u.
• Aanleg van een fietsoversteek via een middeneiland.
• Aanleg van een snelheidsremmend plateau voor een fietsoversteek, alleen bij een kruispunt op 60 km/uur-wegen.
• Aanbrengen van een (fysieke) rijrichtingscheiding.
• Aanleggen van veilige, obstakelvrije bermen.
• Aanleg van een parallelweg voor het ontsluiten van percelen.
• Aanleg van rijrichtingsscheiding door rammelstrook op as-markering.
• Aanleg van een rotonde buiten de bebouwde kom.
• Het volwaardig afwaarderen van een 80 km/uur weg naar een 60 km/uur weg.
• Ombouw van een meerstrooksrotonde naar turborotonde.
• Aanbrengen van een fysieke rijrichtingscheiding.
• Aanleg van een ongelijkvloerse kruising.
• Het volwaardig afwaarderen van een 100 km/uur weg naar een 80 km/uur weg.
Op de volgende rijksbijdrage kan de aanvrager ten hoogste aanspraak maken gedurende de looptijd van deze regeling.
Aanvrager
Plafondbedrag
Provincie Drenthe
€ 1.062.000
Provincie Noord-Brabant
€ 1.450.700
Provincie Flevoland
€ 1.326.500
Provincie Noord-Holland
€ 1.697.400
Provincie Fryslân
€ 1.218.600
Provincie Overijssel
€ 1.900.500
Provincie Gelderland
€ 3.300.800
Provincie Utrecht
€ 877.900
Provincie Groningen
€ 1.114.200
Provincie Zeeland
€ 1.127.100
Provincie Limburg
€ 1.403.200
Provincie Zuid-Holland
€ 1.568.400
Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard
€ 226.800
Waterschap De Hollandse Delta
€ 2.106.200
HHS Hollands Noorderkwartier
€ 593.200
Waterschap Scheldestromen
€ 5.396.500
Waterschap Rivierenland
€ 845.700
Aalsmeer
€ 262.700
Oostzaan
€ 127.600
Amstelveen
€ 635.100
Ouder-Amstel
€ 190.600
Amsterdam
€ 3.656.100
Purmerend
€ 551.200
Diemen
€ 203.000
Uithoorn
€ 252.200
Edam-Volendam
€ 228.400
Waterland
€ 128.800
Haarlemmermeer
€ 1.641.800
Wormerland
Landsmeer
Zaanstad
€ 930.700
Albrandswaard
€ 186.900
Ridderkerk
€ 328.800
Barendrecht
€ 408.200
Rijswijk
€ 350.400
Capelle aan den IJssel
€ 402.200
Rotterdam
€ 3.690.100
Delft
€ 530.400
Schiedam
€ 416.700
Krimpen aan den IJssel
€ 177.800
's-Gravenhage
€ 2.159.400
Lansingerland
€ 686.000
Vlaardingen
€ 473.200
Leidschendam-Voorburg
€ 441.300
Voorne aan Zee
€ 593.600
Maassluis
€ 213.400
Wassenaar
€ 287.400
Midden-Delfland
€ 254.100
Westland
€ 1.002.400
Nissewaard
€ 629.000
Zoetermeer
€ 799.600
Pijnacker-Nootdorp
€ 458.800
Aa en Hunze
€ 965.800
Loon op Zand
€ 350.000
Aalten
€ 585.700
Lopik
€ 193.300
Achtkarspelen
€ 506.700
Losser
€ 480.300
Alblasserdam
€ 135.800
Maasdriel
€ 397.300
Alkmaar
€ 863.500
Maasgouw
€ 484.800
Almelo
€ 848.100
Maashorst
€ 971.600
Almere
€ 1.972.100
Maastricht
€ 935.200
Alphen aan den Rijn
€ 953.200
Medemblik
€ 655.200
Alphen-Chaam
€ 369.300
Meerssen
€ 282.700
Altena
€ 998.700
Meierijstad
€ 1.472.200
Ameland
€ 250.800
Meppel
€ 423.100
Amersfoort
€ 1.060.900
Middelburg (Z.)
€ 426.000
Apeldoorn
€ 2.010.600
Midden-Drenthe
€ 1.187.400
Arnhem
€ 1.286.700
Midden-Groningen
€ 1.188.600
Assen
€ 895.700
Moerdijk
€ 797.900
Asten
€ 350.700
Molenlanden
€ 243.700
Baarle-Nassau
€ 370.700
Montferland
€ 633.600
Baarn
€ 270.900
Montfoort
Barneveld
€ 1.042.700
Mook en Middelaar
€ 139.400
Beek (L.)
Neder-Betuwe
€ 385.900
Beekdaelen
€ 617.200
Nederweert
€ 563.400
Beesel
€ 260.000
Nieuwegein
€ 517.900
Berg en Dal
€ 513.300
Nieuwkoop
€ 326.100
Bergeijk
€ 490.400
Nijkerk
€ 522.500
Bergen (L.)
€ 451.700
Nijmegen
€ 1.180.400
Bergen (NH.)
€ 467.800
Noardeast-Fryslân
€ 1.290.900
Bergen op Zoom
€ 751.300
Noord-Beveland
€ 140.600
Berkelland
€ 1.437.100
Noordenveld
€ 776.000
Bernheze
€ 640.700
Noordoostpolder
€ 1.038.200
Best
€ 410.700
Noordwijk
€ 416.100
Beuningen
€ 375.800
Nuenen, Gerwen en Nederwetten
€ 363.800
Beverwijk
€ 293.000
Nunspeet
€ 566.400
Bladel
€ 411.000
Oegstgeest
€ 165.300
Blaricum
€ 158.900
Oirschot
€ 504.900
Bloemendaal
€ 236.100
Oisterwijk
€ 586.100
Bodegraven-Reeuwijk
€ 347.900
Oldambt
€ 897.000
Boekel
€ 206.800
Oldebroek
€ 401.700
Borger-Odoorn
€ 979.900
Oldenzaal
€ 314.600
Borne
€ 277.200
Olst-Wijhe
€ 486.800
Borsele
€ 219.600
Ommen
€ 814.100
Boxtel
€ 508.900
Oost Gelre
€ 735.000
Breda
€ 1.726.300
Oosterhout
€ 708.400
Bronckhorst
€ 1.316.200
Ooststellingwerf
€ 753.200
Brummen
€ 422.900
Opmeer
€ 164.700
Brunssum
€ 245.000
Opsterland
Bunnik
€ 188.600
Oss
€ 1.363.300
Bunschoten
€ 206.100
Oude IJsselstreek
€ 753.700
Buren
€ 627.400
Oudewater
Castricum
€ 311.800
Overbetuwe
€ 665.100
Coevorden
€ 1.291.100
Papendrecht
€ 237.500
Cranendonck
€ 454.800
Peel en Maas
€ 886.200
Culemborg
€ 294.400
Pekela
€ 216.300
Dalfsen
€ 808.900
Putten
€ 526.000
Dantumadiel
€ 375.500
Raalte
€ 898.000
De Bilt
€ 379.200
Reimerswaal
€ 206.200
De Fryske Marren
€ 1.235.600
Renkum
€ 362.700
De Ronde Venen
€ 527.400
Renswoude
De Wolden
€ 863.800
Reusel-De Mierden
€ 371.300
Den Helder
€ 572.800
Rheden
€ 475.900
Deurne
€ 774.600
Rhenen
€ 224.400
Deventer
€ 1.177.400
Rijssen-Holten
€ 697.600
Dijk en Waard
€ 798.800
Roerdalen
€ 635.300
Dinkelland
€ 923.700
Roermond
€ 698.400
Doesburg
Roosendaal
€ 909.800
Doetinchem
€ 753.500
Rozendaal
Dongen
€ 286.300
Rucphen
€ 436.300
Dordrecht
€ 867.400
Schagen
€ 773.800
Drechterland
€ 241.700
Scherpenzeel
Drimmelen
€ 452.200
Schiermonnikoog
Dronten
€ 903.600
Schouwen-Duiveland
€ 565.900
Druten
€ 273.800
's-Hertogenbosch
€ 1.501.100
Duiven
€ 326.500
Simpelveld
€ 141.400
Echt-Susteren
€ 719.400
Sint-Michielsgestel
€ 444.700
Ede
€ 1.716.800
Sittard-Geleen
€ 1.008.500
Eemnes
€ 158.300
Sliedrecht
€ 158.500
Eemsdelta
€ 1.110.800
Sluis
€ 373.300
Eersel
€ 490.200
Smallingerland
€ 759.800
Eijsden-Margraten
€ 564.200
Soest
€ 388.900
Eindhoven
€ 1.780.100
Someren
€ 508.500
Elburg
€ 325.600
Son en Breugel
€ 251.800
Emmen
€ 1.953.300
Stadskanaal
€ 657.300
Enkhuizen
€ 156.700
Staphorst
€ 596.700
Enschede
€ 1.532.700
Stede Broec
€ 182.700
Epe
€ 891.500
Steenbergen
€ 605.200
Ermelo
€ 456.400
Steenwijkerland
€ 1.052.800
Etten-Leur
€ 525.800
Stein (L.)
€ 319.300
Geertruidenberg
€ 267.300
Stichtse Vecht
€ 609.700
Geldrop-Mierlo
€ 417.200
Súdwest-Fryslân
€ 1.901.800
Gemert-Bakel
€ 736.300
Terneuzen
€ 620.800
Gennep
€ 333.700
Terschelling
€ 240.600
Gilze en Rijen
€ 386.300
Texel
€ 608.900
Goeree-Overflakkee
€ 504.800
Teylingen
€ 281.300
Goes
€ 420.400
Tholen
€ 206.000
Goirle
€ 325.500
Tiel
€ 403.500
Gooise Meren
€ 509.800
Tilburg
€ 1.913.800
Gorinchem
€ 255.300
Tubbergen
€ 761.600
Gouda
€ 420.600
Twenterand
€ 577.000
Groningen
€ 1.780.300
Tynaarlo
Gulpen-Wittem
€ 405.600
Tytsjerksteradiel
€ 661.900
Haaksbergen
€ 664.900
Uitgeest
Haarlem
€ 763.400
Urk
€ 165.900
Halderberge
€ 482.000
Utrecht
€ 1.933.700
Hardenberg
€ 1.522.500
Utrechtse Heuvelrug
€ 662.400
Harderwijk
€ 488.200
Vaals
€ 146.900
Hardinxveld-Giessendam
Valkenburg aan de Geul
€ 238.600
Harlingen
€ 207.100
Valkenswaard
€ 399.700
Hattem
€ 186.000
Veendam
€ 441.200
Heemskerk
€ 267.200
Veenendaal
€ 422.500
Heemstede
€ 178.600
Veere
€ 295.100
Heerde
€ 452.500
Veldhoven
€ 537.800
Heerenveen
€ 903.900
Velsen
€ 600.100
Heerlen
€ 732.300
Venlo
€ 1.334.200
Heeze-Leende
€ 437.000
Venray
€ 831.300
Heiloo
€ 250.600
Vijfheerenlanden
€ 392.100
Hellendoorn
€ 805.300
Vlieland
Helmond
€ 977.100
Vlissingen
€ 371.900
Hendrik-Ido-Ambacht
€ 209.600
Voerendaal
€ 235.300
Hengelo OV
€ 854.800
Voorschoten
€ 175.400
Het Hogeland
€ 1.408.700
Voorst
€ 566.100
Heumen
€ 280.200
Vught
€ 444.600
Heusden
€ 565.600
Waadhoeke
€ 1.075.200
Hillegom
€ 149.200
Waalre
€ 248.000
Hilvarenbeek
€ 434.000
Waalwijk
€ 598.200
Hilversum
€ 634.200
Waddinxveen
Hoeksche Waard
€ 721.400
Wageningen
€ 342.900
Hof van Twente
€ 1.020.300
Weert
€ 879.400
Hollands Kroon
€ 1.164.500
West Betuwe
€ 983.900
Hoogeveen
€ 855.800
West Maas en Waal
€ 404.100
Hoorn
€ 521.500
Westerkwartier
€ 1.352.800
Horst aan de Maas
€ 1.054.600
Westerveld
€ 1.049.500
Houten
€ 516.700
Westervoort
Huizen
€ 334.500
Westerwolde
€ 1.019.900
Hulst
€ 279.800
Weststellingwerf
€ 696.600
IJsselstein
€ 238.000
Wierden
€ 587.800
Kaag en Braassem
€ 314.900
Wijchen
€ 574.100
Kampen
€ 723.500
Wijdemeren
€ 213.800
Kapelle
Wijk bij Duurstede
€ 269.300
Katwijk
€ 377.700
Winterswijk
€ 800.700
Kerkrade
Woensdrecht
€ 544.300
Koggenland
€ 317.000
Woerden
€ 491.200
Krimpenerwaard
€ 319.100
Woudenberg
€ 174.700
Laarbeek
€ 433.800
Zaltbommel
€ 460.900
Land van Cuijk
€ 2.167.500
Zandvoort
€ 132.800
Landgraaf
€ 342.300
Zeewolde
€ 651.800
Laren (NH.)
€ 148.300
Zeist
€ 504.000
Leeuwarden
€ 1.557.700
Zevenaar
€ 642.000
Leiden
€ 616.800
Zoeterwoude
Leiderdorp
€ 192.000
Zuidplas
€ 509.500
Lelystad
€ 1.254.100
Zundert
€ 520.300
Leudal
€ 931.700
Zutphen
€ 432.800
Leusden
€ 363.300
Zwartewaterland
€ 331.500
Lingewaard
€ 573.800
Zwijndrecht
€ 313.400
Lisse
€ 147.600
Zwolle
€ 1.294.200
Lochem
€ 1.063.700
Bonaire
Sint Eustatius
Saba
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling stimulering verkeersveiligheidsmaatregelen 2025–2030", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.