Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024

Geraadpleegd op 12-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 08-03-2025 en zichtdatum 25-06-2025.
Geldend van 26-11-2024 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 november 2024, nr. WJZ/ 86535155, tot vaststelling van regels met betrekking tot de aanvraag en veiling van vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio-omroep (Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3.11 van de Telecommunicatiewet, en de artikelen 8, 9 en 10 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvraagformulier: aanvraagformulier als bedoeld in artikel 2.5, vierde lid;

  • aanvrager: degene die een aanvraag om een vergunning heeft ingediend;

  • allotment: gebied dat is gelegen binnen de contouren zoals gevisualiseerd in bijlage 33 tot en met 39, van het bekendmakingsbesluit;

  • bankgarantie: bankgarantie als bedoeld in artikel 2.7;

  • bekendmakingsbesluit: Besluit bekendmaking veiling vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024;

  • bod: bod als bedoeld in artikel 4.2 of artikel 4.10;

  • DAB-vergunning: vergunning voor het gebruik voor digitale radio-omroep van 1/12e deel van de capaciteit in de multiplex van een allotment;

  • DAB-only-vergunning: DAB-vergunning als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel b;

  • deelnemer: aanvrager die is toegelaten tot de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, of de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5;

  • demografisch bereik: voor FM-vergunningen het percentage van het aantal inwoners van Nederland dat de uitzendingen via een etherfrequentie of een samenstel van etherfrequenties in het dekkingsgebied, berekend via de technische Zero Base-planningsnorm, kan ontvangen, of, voor DAB-vergunningen, het percentage van het aantal inwoners van Nederland dat woont binnen de grenzen van het betreffende allotment;

  • gekwalificeerde elektronische handtekening: handtekening als bedoeld in artikel 3, twaalfde lid, van de eidas-verordening;

  • maximaal demografisch bereik: demografisch bereik als bedoeld in artikel 3.9;

  • minister: Minister van Economische Zaken;

  • niet-winnende deelnemer: deelnemer wiens bod of biedingen niet zijn aangemerkt als winnende biedingen;

  • pakket: pakket als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a;

  • rente: volgens actual/360 berekende rente op basis van de door de Europese Centrale Bank vastgestelde Euro Short-Term Rate, minus 100 basispunten, met een minimum van 0%;

  • rondeprijs: bedrag als bedoeld in artikel 4.3 of 5.4;

  • reserveprijs: bedrag, genoemd in artikel 4.3, eerste lid;

  • verbonden rechtspersoon: rechtspersoon als bedoeld in artikel 3 van de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep;

  • vergunning: vergunning voor het gebruik van frequentieruimte voor niet-landelijke commerciële radio-omroep;

  • winnend bod: winnend bod als bedoeld in artikel 4.6, 4.11 of 5.7;

  • winnende deelnemer: deelnemer wiens bod of biedingen zijn aangemerkt als winnende biedingen.

Artikel 1.2. Beschikbare pakketten en vergunningen

Ingevolge het bekendmakingsbesluit zijn de volgende vergunningen beschikbaar om op grond van deze regeling te worden verdeeld:

  • a. de volgende pakketten van elk één FM-vergunning en één DAB-vergunning:

    • 1. pakket NLCO1: FM-vergunning B01 en één DAB-vergunning in allotment 8B;

    • 2. pakket NLCO2: FM-vergunning B02 en één DAB-vergunning in allotment 8B;

    • 3. pakket NLCO3: FM-vergunning B03 en één DAB-vergunning in allotment 8B;

    • 4. pakket NLCO4: FM-vergunning B04 en één DAB-vergunning in allotment 8B;

    • 5. pakket NLCO5: FM-vergunning B05 en één DAB-vergunning in allotment 8B;

    • 6. pakket NLCO6: FM-vergunning B06 en één DAB-vergunning in allotment 5B;

    • 7. pakket NLCO7: FM-vergunning B07 en één DAB-vergunning in allotment 5B;

    • 8. pakket NLCO8: FM-vergunning B08 en één DAB-vergunning in allotment 5B;

    • 9. pakket NLCO9: FM-vergunning B09 en één DAB-vergunning in allotment 12B;

    • 10. pakket NLCO10: FM-vergunning B10 en één DAB-vergunning in allotment 5A;

    • 11. pakket NLCO11: FM-vergunning B11 en één DAB-vergunning in allotment 5A;

    • 12. pakket NLCO12: FM-vergunning B12 en één DAB-vergunning in allotment 5A;

    • 13. pakket NLCO13: FM-vergunning B13 en één DAB-vergunning in allotment 7C-N;

    • 14. pakket NLCO14: FM-vergunning B14 en één DAB-vergunning in allotment 7C-N;

    • 15. pakket NLCO15: FM-vergunning B15 en één DAB-vergunning in allotment 7C-N;

    • 16. pakket NLCO16: FM-vergunning B16 en één DAB-vergunning in allotment 5A;

    • 17. pakket NLCO17: FM-vergunning B17 en één DAB-vergunning in allotment 6A;

    • 18. pakket NLCO18: FM-vergunning B18 en één DAB-vergunning in allotment 6A;

    • 19. pakket NLCO19: FM-vergunning B19 en één DAB-vergunning in allotment 6A;

    • 20. pakket NLCO20: FM-vergunning B20 en één DAB-vergunning in allotment 12B;

    • 21. pakket NLCO21: FM-vergunning B21 en één DAB-vergunning in allotment 7C-Z;

    • 22. pakket NLCO22: FM-vergunning B22 en één DAB-vergunning in allotment 7C-Z;

    • 23. pakket NLCO23: FM-vergunning B23 en één DAB-vergunning in allotment 7C-Z;

    • 24. pakket NLCO24: FM-vergunning B24 en één DAB-vergunning in allotment 5B;

    • 25. pakket NLCO25: FM-vergunning B25 en één DAB-vergunning in allotment 7C-Z;

    • 26. pakket NLCO26: FM-vergunning B26 en één DAB-vergunning in allotment 7C-N;

    • 27. pakket NLCO27: FM-vergunning B27 en één DAB-vergunning in allotment 7C-Z.

  • b. de volgende DAB-only-vergunningen:

    • 1°. 5 DAB-vergunningen in allotment 8B;

    • 2°. 7 DAB-vergunningen in allotment 5A;

    • 3°. 6 DAB-vergunningen in allotment 7C-N;

    • 4°. 8 DAB-vergunningen in allotment 6A;

    • 5°. 5 DAB-vergunningen in allotment 5B;

    • 6°. 8 DAB-vergunningen in allotment 12B;

    • 7°. 5 DAB-vergunningen in allotment 7C-Z.

Hoofdstuk 2. Aanvraagfase

§ 2.1. Eisen aan de aanvraag en de aanvrager

Artikel 2.1. Indiening aanvraag

  • 1 Degene die voor een vergunning in aanmerking wil komen, dient daartoe een aanvraag in bij de minister.

  • 2 De aanvraag wordt uiterlijk ontvangen vóór 16:00 uur op de laatste dag van een periode van acht weken na de inwerkingtreding van deze regeling, waarop artikel 1, eerste lid, van de Algemene termijnenwet, van overeenkomstige toepassing is:

    • a. per versleutelde e-mail of e-mail op het volgende emailadres: veilingnlco@rdi.nl, of

    • b. per aangetekende post of persoonlijke overhandiging op het volgende adres en met de volgende adressering:

      Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

      Ter attentie van: veilingteam NLCO 2024

      Emmasingel 1

      9726 AH Groningen.

  • 3 De persoonlijke overhandiging, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, vindt in de genoemde periode plaats op werkdagen tussen 10:00 uur en 12:00 uur of tussen 14:00 uur en 16:00 uur. Bij persoonlijke overhandiging van de aanvraag wordt een bewijs van ontvangst afgegeven dat is voorzien van datum en tijdstip van ontvangst en ondertekening.

  • 4 Voor aanvragen die worden ingediend op de wijze, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, geldt als tijdstip van ontvangst het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen door de e-mailserver van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur.

Artikel 2.2. Aanvrager is rechtspersoon

De aanvrager is een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging binnen de Europese Economische Ruimte.

Artikel 2.4. Geen faillissement, surseance van betaling of homologatie onderhands akkoord

  • 1 De aanvrager:

    • a. verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie, door de aanvrager is geen faillissement aangevraagd, en er is geen verzoek tot faillissement ingediend;

    • b. is geen surseance van betaling verleend, noch is door de aanvrager surseance van betaling aangevraagd, en

    • c. heeft geen akkoord buiten faillissement in de zin van artikel 370 van de Faillissementswet aangeboden, en hem is geen herstructureringsdeskundige in de zin van artikel 371 van de Faillisementswet toegewezen.

  • 2 Met de eisen van het eerste lid worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 2.5. Vorm en inhoud aanvraag

  • 1 Een aanvrager dient ten hoogste één aanvraag in.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid worden verbonden rechtspersonen tezamen als één aanvrager gezien.

  • 3 In de aanvraag worden de namen vermeld van ten minste één en ten hoogste vier natuurlijke personen die ieder zelfstandig bevoegd zijn om namens de aanvrager handelingen te verrichten gedurende de veiling en die daartoe beschikken over een rechtsgeldige en toereikende volmacht.

  • 4 De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het in bijlage 1 opgenomen model en gaat, onverminderd de overige in deze regeling gestelde eisen, vergezeld van de in dit model genoemde gegevens en bescheiden.

  • 5 Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het vierde lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden die zijn opgesteld krachtens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 6 De aanvraag is in de Nederlandse taal gesteld.

  • 7 In afwijking van het zesde lid, kunnen de gegevens en bescheiden, bedoeld in het vierde lid, worden gesteld in één van de officiële talen van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte, mits gegevens en bescheiden die niet in de Engelse taal zijn gesteld vergezeld gaan van een Nederlandse vertaling.

  • 8 Een aanvraag die wordt ingediend op de wijze, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onderdeel a, wordt:

    • a. door de aanvrager voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening, en

    • b. voorzien van de publieke sleutel van de aanvrager.

Artikel 2.6. Informatieplicht aanvrager

De aanvrager informeert de minister uiterlijk binnen vijf werkdagen per aangetekende post op het adres, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, onderdeel b, of per versleutelde e-mail of e-mail over een wijziging met betrekking tot de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 2.5.

§ 2.2. Zekerheidstelling

Artikel 2.7. Zekerheidstelling door de aanvrager

  • 1 De aanvrager verstrekt als zekerheid voor de betaling van zijn bod:

    • a. voor deelname aan de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, een waarborgsom of bankgarantie ter grootte van € 20.000,– per pakket dat hij heeft aangevraagd, of

    • b. voor deelname aan de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5, een waarborgsom of bankgarantie ter grootte van € 10.000,– per DAB-only-vergunning die hij heeft aangevraagd.

  • 2 De waarborgsom wordt verstrekt voor de periode tot en met:

    • a. in geval van intrekking of afwijzing van de aanvraag, de datum van intrekking of afwijzing;

    • b. in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, de datum van het besluit om de aanvraag niet te behandelen, en

    • c. in geval van toewijzing van de aanvraag, de datum waarop het verschuldigde bedrag, bedoeld in artikel 6.2 volledig is betaald, of, indien uitstel van betaling wordt verleend, de datum waarop de eerste termijn is voldaan op de wijze die is bepaald in de vergunning.

  • 3 Een aanvrager zorgt ervoor dat uiterlijk op het in artikel 2.1, tweede lid, bedoelde tijdstip:

    • a. de waarborgsom is ontvangen op bankrekeningnummer NL41 INGB 0705 0011 99, BIC: INGBNL2A, ten name van: Ministerie van Economische Zaken, Rijksinspectie Digitale Infrastructuur, onder vermelding van ‘Veiling vergunningen NLCO 2024, of

    • b. de bankgarantie, verstrekt volgens het model, bedoeld in bijlage 2 of bijlage 3, is ontvangen op het in artikel 2.1, tweede lid, onderdelen a of b, genoemde adres.

Artikel 2.8. Terugstorten waarborgsom en teruggave bankgarantie aanvragen die niet worden behandeld, zijn afgewezen of zijn geweigerd

  • 1 Binnen twee weken nadat de aanvrager zijn aanvraag heeft ingetrokken, dan wel nadat de minister overeenkomstig artikel 2.9, vijfde lid, heeft besloten de aanvraag niet te behandelen, de aanvraag op grond van artikel 2.10 heeft afgewezen, of de aanvraag heeft geweigerd op grond van artikel 3.18 van de wet:

    • a. stort de minister, indien de aanvrager een waarborgsom heeft verstrekt, de waarborgsom terug aan de betreffende aanvrager, of

    • b. stuurt de minister, indien de aanvrager een bankgarantie heeft verstrekt, een schriftelijke verklaring dat de bankgarantie niet zal worden ingeroepen aan de bank van de betreffende aanvrager, en een kopie van deze schriftelijke verklaring aan de betreffende aanvrager.

  • 2 In het geval van een gedeeltelijke intrekking wordt enkel het deel van de waarborgsom of bankgarantie dat betrekking heeft op de gedeeltelijke intrekking teruggestort of wordt enkel voor dat deel een verklaring als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, verstuurd.

  • 3 Indien de minister een waarborgsom geheel of gedeeltelijk terugstort als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, respectievelijk tweede lid, vergoedt hij op de dag van terugstorten tevens de rente over het terug te storten bedrag, berekend vanaf de dag na de dag dat de minister de waarborgsom heeft ontvangen tot en met de dag voorafgaand aan de dag waarop het bedrag door de minister wordt teruggestort

§ 2.3. Beslissingen tijdens de aanvraagfase

Artikel 2.9. Verzuim en verzuimherstel

  • 2 Het verzuimherstel wordt ontvangen vóór 16.00 uur op de tiende werkdag na de datum waarop de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd.

  • 3 De gegevens ten behoeve van het verzuimherstel worden ingediend op de wijze, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid. Artikel 2.1, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 5 Indien het verzuim niet is hersteld binnen de termijn of op een wijze als bedoeld in het derde of vierde lid kan de minister besluiten de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen.

Artikel 2.10. Afwijzing van de aanvraag

  • 2 De minister kan een aanvraag afwijzen als:

    • a. naar zijn oordeel aannemelijk is dat de aanvrager afspraken heeft gemaakt of onderling afgestemde feitelijke gedragingen heeft verricht die afbreuk doen of kunnen doen of gedaan hebben of gedaan kunnen hebben aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure;

    • b. de aanvrager niet heeft voldaan aan artikel 2.6, of

    • c. de aanvrager niet heeft voldaan aan een vordering als bedoeld in artikel 18.7, eerste lid, van de wet, die nodig is voor de vervulling van zijn taken in het kader van deze regeling.

Hoofdstuk 3. Bepalingen die van toepassing zijn op beide veilingen

§ 3.1. Algemene bepalingen

Artikel 3.1. Toepassing hoofdstuk

Dit hoofdstuk is van toepassing op de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, en op de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5.

Artikel 3.2. Toelating

  • 1 De minister deelt de aanvrager wiens aanvraag niet buiten behandeling is gesteld, is afgewezen of is geweigerd op grond van artikel 3.18 van de wet, schriftelijk mee:

    • a. dat hij als deelnemer wordt toegelaten;

    • b. tot welke veiling of veilingen hij wordt toegelaten, en

    • c. voor de veiling of veilingen waarvoor hij is toegelaten:

      • 1°. het aantal pakketten of DAB-only-vergunningen, bedoeld in artikel 3.8, en

      • 2°. het aantal deelnemers.

  • 2 Een deelnemer neemt uitsluitend deel aan de veiling of veilingen waarvoor hij is toegelaten.

Artikel 3.3. Veiling via internet

De veiling vindt plaats via internet met behulp van een elektronisch veilingsysteem.

Artikel 3.6. Uitbrengen van biedingen en andere communicatie tussen deelnemer en minister

  • 1 Biedingen worden uitsluitend uitgebracht door middel van het elektronisch veilingsysteem en worden door de minister bevestigd door middel van dit elektronisch veilingsysteem.

  • 2 Andere communicatie vindt uitsluitend plaats:

    • a. via het elektronisch veilingsysteem, of

    • b. telefonisch of per e-mail, waarbij de deelnemer bereikbaar is op het door hem in zijn aanvraag opgegeven telefoonnummer en e-mailadres, en de minister bereikbaar is op het e-mailadres, bedoeld in artikel 3.17, onderdeel c.

§ 3.2. Algemene veilingregels

Artikel 3.7. Veilingmodel

  • 1 De veiling bestaat uit twee fasen.

  • 2 De eerste fase geschiedt door middel van een klokveiling.

  • 3 De tweede fase geschiedt door middel van een veiling met een gesloten bod met prijscorrectieregel.

Artikel 3.8. Geen biedingen op méér pakketten of vergunningen dan aangevraagd

Een deelnemer brengt geen biedingen uit op een aantal pakketten of DAB-only-vergunningen dat hoger is dan:

  • a. in de eerste fase: het aantal pakketten of het aantal DAB-only-vergunningen dat hij heeft aangevraagd;

  • b. in de tweede fase: het aantal, bedoeld in onderdeel a, verminderd met het aantal pakketten of DAB-only-vergunningen dat hij in de eerste fase heeft verworven.

Artikel 3.9. Maximaal demografisch bereik

Een deelnemer brengt geen biedingen uit op een pakket, DAB-only-vergunning of een combinatie van pakketten of DAB-only-vergunningen, waarmee hij bij toewijzing, al dan niet tezamen met pakketten of DAB-only-vergunningen die hij in een eerdere fase of in een eerdere veiling heeft gewonnen, het demografisch bereik, bedoeld in artikel 5 van de Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep, zou overschrijden.

Artikel 3.10. Biedingen zijn onvoorwaardelijk en onherroepelijk

Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan een door hem uitgebracht winnend bod gebonden.

§ 3.3. Biedronden

Artikel 3.11. Biedronden

  • 1 De minister bepaalt het tijdstip en de duur van de biedronden.

  • 2 Een biedronde eindigt op het tijdstip waarop de door de minister bepaalde duur van de biedronde is verstreken of, indien dat eerder is, op het tijdstip waarop alle resterende deelnemers een bod hebben uitgebracht.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, kan de minister bij het vaststellen van de duur van een biedronde bepalen dat de biedronde niet eerder eindigt dan nadat de door de minister bepaalde duur is verstreken.

Artikel 3.12. Verlenging biedronden eerste fase

  • 1 Voor een deelnemer die in de eerste fase een biedronde laat verstrijken zonder dat hij een bod heeft uitgebracht, wordt de betreffende biedronde eenmalig van rechtswege verlengd met 30 minuten.

  • 2 Per veiling en per deelnemer worden ten hoogste twee biedronden van rechtswege verlengd, waarbij niet worden meegerekend de biedronden waarvoor de minister op grond van de artikelen 3.14, vierde lid, of 3.16, eerste lid, heeft besloten dat deze opnieuw worden gehouden.

  • 3 De minister kan besluiten dat de biedronden niet worden meegerekend waarin het niet uitbrengen van een bod het gevolg was van technische problemen die zijn ontstaan vóór het verstrijken van de biedronde.

  • 4 In afwijking van artikel 3.11, tweede lid, eindigt een biedronde die is verlengd als bedoeld in het eerste lid, op het moment dat de termijn van 30 minuten is verstreken, of, indien dat eerder is, op het moment waarop alle deelnemers voor wie de biedronde van rechtswege is verlengd een bod hebben uitgebracht.

  • 5 De minister deelt de verlenging van een biedronde zo spoedig mogelijk mee aan alle deelnemers aan de veiling.

Artikel 3.13. Gevolgen uitbrengen bod van nul of laten verstrijken (verlengde) biedronde

  • 1 Een deelnemer die een bod uitbrengt van nul brengt geen bod uit in de daaropvolgende biedronden van de betreffende fase.

  • 2 Een deelnemer die een biedronde of een voor hem verlengde biedronde laat verstrijken wordt geacht een bod te hebben uitgebracht van nul.

Artikel 3.14. Bijzondere omstandigheden tijdens de veiling

  • 1 De minister kan de veiling opschorten indien zich naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden voordoen die buiten de beïnvloedingssfeer liggen van de minister of de deelnemers, of indien technische problemen optreden waardoor de veiling tijdelijk geen doorgang kan vinden.

  • 2 Een deelnemer meldt een bijzondere omstandigheid of technisch probleem onmiddellijk, maar uiterlijk binnen tien minuten na afloop van een biedronde of verlengde biedronde, telefonisch aan de minister.

  • 3 Indien technische problemen optreden bij een deelnemer, kan de minister verlangen dat deze deelnemer zijn biedingen uitbrengt door middel van een computer die de minister ter beschikking stelt op een door hem te bepalen locatie.

  • 4 Indien de veiling wordt opgeschort, kan de minister ten aanzien van de biedronde of verlengde biedronde waarin de bijzondere omstandigheden of technische problemen zijn opgetreden besluiten dat:

    • a. alle biedingen uitgebracht in die ronde vervallen, tenzij alle nog actieve deelnemers in die ronde al een bod hebben uitgebracht, of

    • b. die biedronde ongeldig wordt verklaard en opnieuw moet worden gehouden.

§ 3.4. Verboden gedragingen en uitsluiting

Artikel 3.15. Verboden gedragingen

  • 1 Een aanvrager, inbegrepen diegene die een aanvrager ten behoeve van de veiling bijstaat of een met de aanvrager verbonden rechtspersoon:

    • a. onthoudt zich van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan een goed verloop van de veiling, de mededinging in het kader van de veilingprocedure daaronder begrepen;

    • b. maakt geen informatie openbaar en verspreidt geen informatie aan derden met betrekking tot diens strategie, budget, gewenste of verkregen hoeveelheid, soort of combinatie van vergunningen, en verwachte of te betalen prijzen in de veiling, tot de laatste mededeling, bedoeld in artikel 3.18, is gedaan, met betrekking tot de veiling waarop de informatie betrekking heeft.

  • 2 Een aanvrager, inbegrepen diegene die een aanvrager ten behoeve van de veiling bijstaat of een met de aanvrager verbonden rechtspersoon, maakt voorafgaand aan en gedurende de veilingprocedure tot de laatste mededeling, bedoeld in artikel 3.18, informatie over het al dan niet deelnemen aan de veiling en de indiening van de aanvraag daartoe, onverwijld volledig openbaar, zodra deze door hem aan een of meer derden bekend is gemaakt.

  • 3 De minister kan de veiling beëindigen of opschorten indien naar zijn oordeel sprake is van afspraken, gedragingen of informatieverstrekking die in strijd zijn met het eerste of tweede lid, of indien de minister gegronde vermoedens heeft dat daarvan sprake is.

Artikel 3.16. Uitsluiting van de veiling

  • 1 Indien voorafgaande aan of tijdens de veiling blijkt dat een aanvrager niet of niet meer voldoet aan de in deze regeling gestelde voorschriften, dan wel dat een aanvrager naar het oordeel van de minister in strijd heeft gehandeld met artikel 3.15 kan de minister:

    • a. de betrokken aanvrager uitsluiten van deelname of verdere deelname aan de veiling en de biedingen van de betrokken aanvrager uit een of meerdere biedronden ongeldig verklaren;

    • b. de uitkomst van een of meer biedronden ongeldig verklaren en besluiten dat een of meer biedronden opnieuw moeten worden gehouden.

  • 2 Indien niet eerder dan na afloop van de veiling blijkt dat een aanvrager naar het oordeel van de minister in strijd heeft gehandeld met artikel 3.15 kan de minister de winnende biedingen van die aanvrager ongeldig verklaren en besluiten dat de veiling of een fase van de veiling opnieuw moet worden gehouden.

§ 3.5. Mededelingen minister vóór aanvang en na afloop

Artikel 3.17. Mededelingen minister vóór aanvang

  • 1 De minister deelt de deelnemers uiterlijk twee weken voor aanvang van de eerste fase schriftelijk mee:

    • a. de datum, de aanvangstijd en de duur van de eerste biedronde;

    • b. de voor de veiling benodigde programmatuur;

    • c. het telefoonnummer en het e-mailadres waarop de minister bereikbaar is;

    • d. de combinatie van een gebruikersnaam en wachtwoord van de deelnemer;

    • e. het internetadres waarop de deelnemer inlogt om aan de veiling deel te nemen, en

    • f. het aantal pakketten of vergunningen, bedoeld in artikel 3.8, en

    • g. zijn maximaal demografisch bereik in deze fase.

  • 2 Uiterlijk de werkdag voor aanvang van de tweede fase deelt de minister de deelnemers schriftelijk mee de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g.

Artikel 3.18. Mededelingen minister na einde elke fase

De minister maakt zo spoedig mogelijk na de laatste biedronde aan alle deelnemers bekend welke biedingen zijn aangemerkt als winnende biedingen, onder vermelding van:

  • a. de identificatiecode van de winnende deelnemers, en

  • b. het bedrag, bedoeld in artikel 6.2.

Artikel 3.19. Openbaarmaking resultaten na afloop veiling

De minister maakt zo spoedig mogelijk na afloop van de veiling openbaar:

  • a. de informatie, bedoeld in artikel 3.18, en

  • b. een overzicht van de biedingen van alle deelnemers, waarbij niet openbaar wordt gemaakt de identiteit van deelnemers die geen winnend bod hebben uitgebracht.

Hoofdstuk 4. Veiling van pakketten FM- en DAB-vergunningen

§. 4.2. Eerste fase

Artikel 4.2. Veilingregels eerste fase

  • 1 Een deelnemer brengt een bod uit in iedere biedronde waaraan hij deelneemt.

  • 2 Een bod bestaat uit de pakketten die de deelnemer voor de geldende rondeprijs wenst te verwerven.

Artikel 4.3. Rondeprijzen

  • 1 In de eerste biedronde is de rondeprijs:

    • a. voor pakket NLCO1: € 235.291,–;

    • b. voor pakket NLCO2: € 103.978,–;

    • c. voor pakket NLCO3: € 52.551,–;

    • d. voor pakket NLCO4: € 53.667,–;

    • e. voor pakket NLCO5: € 290.158,–;

    • f. voor pakket NLCO6: € 279.911,–;

    • g. voor pakket NLCO7: € 42.227,–;

    • h. voor pakket NLCO8: € 68.623,–;

    • i. voor pakket NLCO9: € 33.448,–;

    • j. voor pakket NLCO10: € 34.818,–;

    • k. voor pakket NLCO11: € 26.013,–;

    • l. voor pakket NLCO12: € 38.252,–;

    • m. voor pakket NLCO13: € 37.697,–;

    • n. voor pakket NLCO14: € 33.523,–;

    • o. voor pakket NLCO15: € 36.911,–;

    • p. voor pakket NLCO16: € 75.509,–;

    • q. voor pakket NLCO17: € 28.938,–;

    • r. voor pakket NLCO18: € 31.724,–;

    • s. voor pakket NLCO19: € 27.359,–;

    • t. voor pakket NLCO20: € 48.390,–;

    • u. voor pakket NLCO21: € 64.350,–;

    • v. voor pakket NLCO22: € 42.310,–;

    • w. voor pakket NLCO23: € 31.724,–;

    • x. voor pakket NLCO24: € 24.198,–;

    • y. voor pakket NLCO25: € 36.130,–;

    • z. voor pakket NLCO26: € 30.909,–;

    • aa. voor pakket NLCO27: € 28.074,–.

  • 2 In de tweede en daaropvolgende biedronden verhoogt de minister met een door de minister vast te stellen bedrag de rondeprijs voor pakketten waarop in de voorafgaande biedronde meer dan één bod is uitgebracht.

Artikel 4.4. Mededelingen minister na biedronden

Zo spoedig mogelijk na het einde van een biedronde deelt de minister:

  • a. alle deelnemers mee:

    • 1°. het rondenummer van die biedronde;

    • 2°. het aantal biedingen op elk pakket;

    • 3°. de rondeprijs voor elk pakket in de volgende biedronde;

    • 4°. het rondenummer, de aanvangstijd en de duur van de volgende biedronde, en in hoeverre in die volgende biedronde op grond van artikel 3.11, derde lid, wordt afgeweken van artikel 3.11, tweede lid;

  • b. iedere deelnemer afzonderlijk mee:

    • 1°. het bod dat hij in die biedronde heeft uitgebracht, of het gebrek daaraan, en

    • 2°. het aantal keer dat hij nog in aanmerking komt voor een verlenging als bedoeld in artikel 3.12.

Artikel 4.5. Laatste biedronde

De laatste biedronde is de eerste biedronde waarin op geen enkel pakket méér dan één bod is uitgebracht.

Artikel 4.6. Aanmerking winnende biedingen

De minister merkt alle biedingen die in de laatste biedronde zijn uitgebracht aan als winnende biedingen.

§. 4.3. Tweede fase

Artikel 4.7. Toepassing tweede fase

De tweede fase vindt uitsluitend plaats indien in de eerste fase één of meer pakketten niet zijn verdeeld.

Artikel 4.8. Tijdstip tweede fase

De tweede fase vindt niet eerder plaats dan de werkdag na de dag waarop de mededeling, bedoeld in artikel 3.18, is gedaan met betrekking tot de eerste fase.

Artikel 4.9. Minister verstrekt informatie over eerste fase

Uiterlijk de werkdag vóór aanvang van de tweede fase verstrekt de minister aan alle deelnemers via het elektronisch veilingsysteem de volgende informatie:

  • a. een overzicht van de pakketten die tijdens de eerste fase zijn verdeeld, waarbij voor elk pakket wordt vermeld:

    • 1°. de hoogte van het winnende bod, en

    • 2°. de identificatiecode van de winnende deelnemer;

  • b. een overzicht van de pakketten die tijdens de tweede fase worden verdeeld, waarbij voor elk pakket de hoogste rondeprijs wordt vermeld waarvoor ten minste één deelnemer het pakket wenste te verwerven tijdens de eerste fase.

Artikel 4.10. Veilingregels tweede fase

  • 1 De tweede fase bestaat uit één biedronde.

  • 2 Deelnemers kunnen één of meer biedingen uitbrengen.

  • 3 Elk bod heeft betrekking op één pakket dat in de eerste fase niet is verdeeld.

  • 4 Een bod bestaat uit een bedrag in hele euro’s nauwkeurig en bedraagt ten minste de voor het pakket geldende reserveprijs.

Artikel 4.11. Aanmerking winnende biedingen

  • 1 De minister merkt de hoogste biedingen aan als winnende biedingen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid vindt het aanmerken van twee of meer gelijke hoogste biedingen plaats door middel van een loting tussen deze gelijke hoogste biedingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van het elektronisch veilingsysteem.

Hoofdstuk 5. Veiling van DAB-only-vergunningen

§. 5.2. Eerste fase

Artikel 5.2. Tijdstip veiling

De veiling vindt niet eerder plaats dan de werkdag na de dag waarop de mededeling, bedoeld in artikel 3.18, is gedaan met betrekking tot:

  • a. de tweede fase van de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, of

  • b. de eerste fase van de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, indien geen tweede fase plaatsvindt.

Artikel 5.3. Overeenkomstige toepassing regels eerste fase veiling pakketten op eerste fase veiling DAB-only-vergunningen

Op de eerste fase van de veiling van DAB-only-vergunningen zijn de volgende artikelen van overeenkomstige toepassing:

  • a. 4.1;

  • b. 4.2,

  • c. 4.4, met dien verstande dat in onderdeel a, onder 2°, voor ‘op elk pakket’ wordt gelezen ‘per allotment’, en

  • d. 4.6.

Artikel 5.4. Rondeprijzen

  • 1 In de eerste biedronde is voor elk allotment de rondeprijs voor één DAB-only-vergunning € 0,–.

  • 2 In de tweede en daaropvolgende biedronden verhoogt de minister met een door de minister vast te stellen bedrag de rondeprijs voor DAB-only-vergunningen in allotments waarin het aantal vergunningen dat in de voorafgaande biedronde in totaal is geboden hoger is dan het aantal dat vergunningen dat op grond van artikel 1.2, onderdeel b, in het betreffende allotment beschikbaar is.

Artikel 5.5. Laatste biedronde

De laatste biedronde is de eerste biedronde waarin het aantal DAB-only-vergunningen waarop in elk allotment totaal is geboden gelijk is aan of kleiner is dan het aantal dat op grond van artikel 1.2, onderdeel b, in elk allotment beschikbaar is.

§. 5.3. Tweede fase

Artikel 5.6. Overeenkomstige toepassing regels tweede fase veiling pakketten op tweede fase veiling DAB-only-vergunningen

Op de tweede fase van de veiling van DAB-only-vergunningen zijn de volgende artikelen van overeenkomstige toepassing:

  • a. artikel 4.7, met dien verstande dat de tweede fase uitsluitend plaatsvindt indien tijdens ten minste één biedronde in de eerste fase voor ten minste één allotment een hoger aantal vergunningen is geboden dan het aantal vergunningen dat op grond van artikel 1.2, onderdeel b, in het betreffende allotment beschikbaar was;

  • b. artikel 4.8;

  • c. artikel 4.9, en

  • d. artikel 4.10, met dien verstande dat:

    • 1°. een deelnemer per allotment ten hoogste één bod kan uitbrengen, en

    • 2°. een bod bestaat uit een bedrag in hele euro’s nauwkeurig per DAB-only-vergunning en uit het aantal DAB-only-vergunningen dat de deelnemer voor dit bedrag ten hoogste wenst te verwerven.

Artikel 5.7. Aanmerking winnende biedingen

  • 1 De minister merkt telkens het bod met het hoogste bedrag per vergunning aan als winnend bod, zolang er DAB-only-vergunningen en biedingen resteren.

  • 3 Indien bij het aanmerken van een bod als winnend bod het aantal resterende DAB-only-vergunningen lager is dan het aantal, bedoeld in artikel 5.6, onderdeel e, onder 2°, verwerft de winnende deelnemer, in afwijking van het tweede lid, het aantal DAB-only-vergunningen dat resteert.

  • 4 Indien er twee of meer biedingen zijn met hetzelfde hoogste bedrag per DAB-only-vergunning en de aantallen, bedoeld in artikel 5.6, onderdeel e, onder 2°, waaruit de betreffende biedingen bestaan, tezamen hoger zijn dan het aantal vergunningen dat resteert, merkt de minister, in afwijking van het eerste lid, de volgende biedingen aan als winnende biedingen, en verwerven deze winnende deelnemers, in afwijking van het tweede en derde lid, het volgende aantal DAB-only-vergunningen:

    • a. als het aantal resterende vergunningen gelijk is aan of hoger is dan het aantal betreffende deelnemers: de biedingen van alle betreffende deelnemers, waarbij zij ieder een gelijk deel van het aantal resterende vergunningen verwerven, en waarbij vergunningen die daarna nog resteren worden verdeeld overeenkomstig onderdeel b, of

    • b. als het aantal resterende vergunningen lager is dan het aantal betreffende deelnemers: de biedingen die door middel van een loting zijn bepaald, waarbij de winnende deelnemers elk één vergunning verwerven.

  • 5 Voor lotingen als bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, wordt gebruik gemaakt van het elektronisch veilingsysteem.

Hoofdstuk 6. Na de veilingen

§ 6.1. Algemene bepaling

Artikel 6.1. Verlening vergunningen aan winnende deelnemers en afwijzing aanvragen niet-winnende deelnemers

  • 1 Na afloop van de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5, verleent de minister aan de winnende deelnemers, of als de winnende deelnemers dat in hun aanvraag hebben verzocht, aan de door hen opgegeven verbonden rechtspersoon, de door hen gewonnen vergunning of vergunningen, nadat zij de verschuldigde bedragen, bedoeld in artikel 6.2, hebben betaald.

  • 2 De minister wijst de aanvragen af van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

§ 6.2. Winnende deelnemers

Artikel 6.2. Betaling en hoogte van verschuldigde bedrag voor elke veiling

  • 1 Uiterlijk twee weken na de mededeling, bedoeld in artikel 3.18, onderdeel b, met betrekking tot de betreffende veiling, betaalt de winnende deelnemer:

    • a. het door hem verschuldigde bedrag, of

    • b. de helft van het door hem verschuldigde bedrag, indien hij overeenkomstig bijlage 1, onderdeel 3.3, uitstel van betaling heeft verzocht en verkregen, waarna de deelnemer het restant betaalt uiterlijk één jaar na de dag waarop de vergunningen zijn verleend.

  • 2 Het verschuldigde bedrag voor de veiling, bedoeld in hoofdstuk 4, is gelijk aan de optelsom van de volgende bedragen per gewonnen pakket:

    • a. voor pakketten die de winnende deelnemer in de eerste fase heeft gewonnen: de rondeprijs in de laatste biedronde, en

    • b. voor pakketten die de winnende deelnemer in de tweede fase heeft gewonnen: het op één na hoogste bod dat tijdens de tweede fase is uitgebracht op het door de winnende deelnemer gewonnen pakket, of, voor zover daarop geen andere biedingen waren uitgebracht, de voor het pakket geldende reserveprijs.

  • 3 Het verschuldigde bedrag voor de veiling, bedoeld in hoofdstuk 5, is gelijk aan de optelsom van de volgende bedragen per gewonnen DAB-only-vergunning:

    • a. voor DAB-only-vergunningen die de winnende deelnemer in de eerste fase heeft gewonnen: de rondeprijs in de laatste biedronde, en

    • b. voor DAB-only-vergunningen die de winnende deelnemer in de tweede fase heeft gewonnen: het hoogste bod op een DAB-only-vergunning in hetzelfde allotment dat niet is aangemerkt als winnende bieding, of, voor zover daarop geen andere biedingen waren uitgebracht, 0 euro.

Artikel 6.3. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties winnende deelnemers

  • 1 Indien de winnende deelnemer een waarborgsom heeft gestort, wordt de waarborgsom die hij voor de betreffende veiling heeft gestort aangewend voor de betaling van het voor de vergunning of vergunningen verschuldigde bedrag, met dien verstande dat:

    • a. indien de waarborgsom van een deelnemer minder dan het verschuldigde bedrag bedraagt, die deelnemer het restant van het verschuldigde bedrag betaalt, en

    • b. indien de waarborgsom van een deelnemer méér dan het verschuldigde bedrag bedraagt, het bedrag van de waarborgsom dat resteert aan die deelnemer wordt teruggestort uiterlijk twee weken nadat de vergunning is verleend.

  • 2 Artikel 2.8, derde lid, is van overeenkomstige toepassing op gevallen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

  • 3 Indien de winnende deelnemer een bankgarantie heeft afgegeven, is artikel 2.8, eerste lid, onderdeel b, van overeenkomstige toepassing, nadat de winnende deelnemer het verschuldigde bedrag heeft betaald.

§ 6.3. Niet-winnende deelnemers

Artikel 6.4. Terugstorten waarborgsommen en teruggave bankgaranties aan niet-winnende deelnemers en uitgesloten aanvragers

Artikel 2.8 is van overeenkomstige toepassing op de waarborgsom of bankgarantie van niet-winnende deelnemers en van aanvragers die van deelname of verdere deelname waren uitgesloten.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 7.3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 7.4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 november 2024

De Minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 2.5, vierde lid

– AANVRAAGFORMULIER –

1. Aanvrager

1.1 Statutaire naam aanvrager

1.2 Rechtsvorm

1.3 Nummer van inschrijving in het handelsregister (of daarmee vergelijkbaar register)

1.4 Vestigingsadres (conform inschrijving in het handelsregister)

1.4.1 Straat + huisnummer

1.4.2 Postcode

1.4.3 Plaats

1.5 Correspondentieadres (indien afwijkend van het vestigingsadres)

1.5.1 Straat + huisnummer

1.5.2 Postcode

1.5.3 Plaats

1.6 Factuuradres (indien afwijkend van het correspondentieadres)

1.6.1 Straat + huisnummer

1.6.2 Postcode

1.6.3 Plaats

1.7 Intern ordernummer voor facturatie (indien gewenst):

2. Contactgegevens

2.1 Contactpersoon gedurende de aanvraag- en veilingprocedure

2.1.1 Voornamen (voluit)

2.1.2 Achternaam

2.1.3 Telefoonnummer

2.1.4 E-mailadres

2.2 Contactpersoon voor na afloop van de veilingprocedure (indien afwijkend)

2.2.1 Voornamen (voluit)

2.2.2 Achternaam

2.2.3 Telefoonnummer

2.2.4 E-mailadres

3. Pakketten en/of DAB-only-vergunningen aanvragen

3.1 Mijn aanvraag heeft betrekking op de volgende hoeveelheid pakketten:

..........

(Toelichting: U hoeft niet aan te geven voor welk(e) pakket(ten) u interesse heeft, omdat het gedurende de veiling mogelijk is om te wisselen tussen alle pakketten.)

3.2 Mijn aanvraag heeft betrekking op de volgende hoeveelheid DAB-only-vergunningen, indien u interesse heeft in DAB-only-vergunningen in meerdere allotments, dan geeft u hier het totale aantal weer:

..........

(Toelichting: U hoeft niet aan te geven voor welke specifieke DAB-only-vergunning(en) u interesse heeft, omdat het gedurende de veiling mogelijk is om te wisselen tussen alle vergunningen.)

3.3 Kruis aan indien van toepassing

  • Ik dien hierbij een verzoek in om uitstel van betaling als bedoeld in artikel 4:94 van de Algemene wet bestuursrecht ter grootte van de helft van het verschuldigde bedrag bedoeld in artikel 6.2, tweede lid, van de Regeling, voor de duur van één jaar gerekend vanaf de dag na verlening van de vergunning. Op grond van artikel 4:101 van de Algemene wet bestuursrecht is over dit deel wettelijke rente verschuldigd, te rekenen vanaf de datum waarop het bedrag op grond van artikel 6.2, eerste lid, van de Regeling dient te zijn betaald tot en met de datum waarop het bedrag wordt betaald.

4. Gemachtigden gedurende veilingprocedure

4.1 Gemachtigde 1

4.1.1 Voornamen (voluit)

4.1.2 Achternaam

4.1.3 Telefoonnummer

4.1.4 E-mailadres

4.2 Gemachtigde 2

4.2.1 Voornamen (voluit)

4.2.2 Achternaam

4.2.3 Telefoonnummer

4.2.4 E-mailadres

4.3 Gemachtigde 3

4.3.1 Voornamen (voluit)

4.3.2 Achternaam

4.3.3 Telefoonnummer

4.3.4 E-mailadres

4.4 Gemachtigde 4

4.4.1 Voornamen (voluit)

4.4.2 Achternaam

4.4.3 Telefoonnummer

4.4.4 E-mailadres

5. Verklaringen

Met ondertekening van dit aanvraagformulier verklaart de aanvrager dat:

  • Geen afbreuk mededinging

    hij en, indien er sprake is van verbonden rechtspersonen, anderen die zijn betrokken bij die rechtspersonen, zich voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft/hebben onthouden van afspraken of onderling afgestemde feitelijke gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan de mededinging in het kader van de veilingprocedure en zich zullen onthouden van het maken van dergelijke afspraken of het doen van dergelijke gedragingen.

  • Statutaire en financiële positie

    de aanvrager een rechtspersoon is, opgericht in overeenstemming met het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging heeft binnen de Europese Economische Ruimte.

    De aanvrager verklaart verder dat ten tijde van de ondertekening:

    • de aanvrager (uitgezonderd terugwerkende kracht tot 0:00 uur van diezelfde dag) niet failliet is verklaard;

    • de aanvrager geen aangifte tot eigen faillissement heeft gedaan;

    • de aanvrager niet is ontbonden;

    • aan de aanvrager geen surseance van betaling is verleend;

    • de aanvrager geen aanvraag tot surseance van betaling heeft gedaan;

    • de aanvrager geen akkoord buiten faillissement in de zin van artikel 370 van de Faillissementswet heeft aangeboden;

    • aan de aanvrager geen herstructureringsdeskundige in de zin van artikel 371 van de Faillissementswet is aangewezen.

6. De volgende documenten zijn bijgevoegd

  • Recent uittreksel uit het handelsregister of daarmee vergelijkbaar register (niet ouder dan een maand gerekend vanaf de datum van indiening van de aanvraag) van:

  • Meest recente statuten van (alle pagina’s):

  • Kopie van de ondertekende toestemming (het besluit) van het Commissariaat voor de Media, bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008 (zie artikel 2.3 van de Regeling).

  • Kopie geldig identiteitsbewijs van alle in onderdeel 10 genoemde bestuurders die bevoegd zijn om de aanvrager rechtsgeldig te vertegenwoordigen.

  • (indien van toepassing) Volmachten voor bevoegde ondertekening door in onderdeel 10 genoemde gemachtigden.

  • (indien van toepassing) Bankgarantie(s), conform bijlage 2 en/of 3;

7. Beschrijving eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen

Deze bepaling is erop gericht om van u alle relevante informatie te verkrijgen en te kunnen beoordelen of sprake is van verbondenheid. Zoals ook uitdrukkelijk uit grond i. blijkt gaat het om alle relevante omstandigheden. De bedoeling is niet dat u kort per grond beschrijft of en hoe deze op u van toepassing is, maar dat u een zelfstandig leesbaar document met de beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen aanlevert, waarin u alle relevante aspecten zoals opgenomen in de opsomming onder a. tot en met i. bespreekt. De omvang van deze beschrijving is afhankelijk van de aard en omvang van de rechtspersoon, de complexiteit van de juridische structuur waarvan die rechtspersoon deel uitmaakt en de eventuele overeenkomsten die gesloten zijn en die zien op bijvoorbeeld productie van het radio-aanbod of reclame-inkomsten. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als de aanvrager een stichting of een besloten vennootschap is met een enig aandeelhouder (eventueel met een tussenholding), die zelf het programma-aanbod samenstelt en uitzendt, kan een korte beschrijving volstaan.

Zodra echter sprake is van een aanvrager die onderdeel is van een grotere structuur van vennootschappen en/of diverse vormen van samenwerking met andere partijen, dient u een uitgebreide omschrijving te geven van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen, voorzien van een schematisch overzicht van de structuur van de betrokken rechtspersonen (dus niet alleen de aanvrager, maar ook alle vennootschappen daarboven tot aan de ultimate benificial owners, zelfs als dat buitenlandse partijen zijn).

In de beschrijving en het schematische overzicht worden duidelijk de aandelenverdeling, de bestuurders enzovoorts weergegeven. U dient daarin ook aan te geven met welke andere partijen overeenkomsten bestaan, die bijvoorbeeld zien op productie van programma-aanbod, gebruik van licenties, verkoop van reclame en doorgifte van bandbreedte.

Uit de beschrijving met het schematische overzicht moet duidelijk worden wie juridisch gezien invloed heeft op de aanvrager, bijvoorbeeld via benoemingsrechten of goedkeuringsrechten. Ook moet duidelijk worden wie invloed kan verkrijgen, bijvoorbeeld op grond van bestaande overeenkomsten zoals via pandrechten, vruchtgebruik of opties op aandelen. Ook dient u in te gaan op de wijze van financiering van de aanvrager en welke voorwaarden daarbij gelden. Tot slot dient u in de beschrijving in te gaan op de vraag of er nog feitelijke invloed is van (rechts)personen op de aanvrager. Uiteraard voegt u alle relevante bijlagen bij.

De bedoeling is dat de beschrijving van de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen een zelfstandig leesbaar en begrijpelijk stuk is.

In het geval de onderstaande subonderdelen op u van toepassing zijn, dient u hier in uw beschrijving in ieder geval op in te gaan en de genoemde bijlagen bij te voegen.

In het geval het subonderdeel niet van toepassing is, dient dit als zodanig bij het betreffende subonderdeel te worden aangegeven:

  • a. de grootte van het aandelenkapitaal, de samenstelling in soorten aandelen (zoals gewone, preferente, converteerbare of prioriteitsaandelen) en de verdeling over de aandeelhouders, alles ten aanzien van de aanvrager;

    • n.v.t.

  • b. het vreemde vermogen van de aanvrager (zoals obligatieleningen, achtergestelde leningen en leningen waarvoor een hypotheek- of pandrecht is verstrekt), wie de financiële middelen ter beschikking hebben gesteld en aan wie de aanvrager zekerheidsrechten heeft verleend;

    • n.v.t.

  • c. de wijze van besluitvorming binnen het bestuur, de raad van commissarissen en de vergadering van aandeelhouders onder meer bij benoeming, schorsing of ontslag van leden van het bestuur of de raad van commissarissen;

    • n.v.t.

  • d. aan wie en onder welke condities en beperkingen (doorlopende) volmachten zijn gegeven om de aanvrager te vertegenwoordigen (procuratie), in welk geval een kopie of kopieën van verleende geldige volmachten bij de aanvraag worden gevoegd;

    • n.v.t.

  • e. het doel en de feitelijke werkzaamheden van de aandeelhouders van de aanvrager, voor zover deze aandeelhouders rechtspersonen zijn;

    • n.v.t.

  • f. bestaande en voorgenomen overeenkomsten tussen enerzijds de aanvrager of een rechtspersoon die behoort tot de groep van de aanvrager (bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) en anderzijds rechtspersonen, vennootschappen, of natuurlijke personen, die zelf of via een dochter- of moedervennootschap een vergunning heeft of gebruikt voor commerciële radio-omroep op FM of DAB+ of waarvan u het vermoeden heeft dat die partij in de nabije toekomst van plan is of kan zijn om een vergunning te verkrijgen of gebruiken voor commerciële radio-omroep op FM of DAB+ (in welk geval een kopie van bestaande en voorgenomen overeenkomsten bij de aanvraag worden gevoegd, of, als deze informatie niet is vastgelegd, een volledige beschrijving wordt opgenomen in de aanvraag);

    • n.v.t.

  • g. andere dan de onder a tot en met e bedoelde banden die de eigendoms- en zeggenschapsverhoudingen van de rechtspersoon raken en die van belang (kunnen) zijn voor de beoordeling of er sprake is van een verbonden rechtspersoon;

    • n.v.t.

  • h. een omschrijving van hoe het programma-aanbod tot stand komt, welke andere (omroep-)partijen daarbij betrokken zijn en met welke afspraken. Voeg de kopieën van de betreffende overeenkomsten bij;

    • n.v.t.

  • i. een schematisch overzicht van de groep van de aanvrager, inclusief bestuurders en aandeelhouders, eventuele pandrechten, recht van vruchtgebruik of andere afspraken. Voeg de documentatie die ten grondslag ligt aan deze rechten en/of afspraken, bij;

    • n.v.t.

De aanvrager voegt in verband met de toetsing op verbondenheid bovendien de volgende documenten bij de aanvraag:

  • j. een kopie van het aandeelhoudersregister van de aanvrager, waaruit blijkt wie de aandeelhouders zijn ten tijde van de aanvraag (tenzij de aanvrager enig aandeelhouder van de vennootschap is);

    • n.v.t.

  • k. kopieën van overeenkomsten tussen en volmachten van stemgerechtigden in de algemene vergadering van aandeelhouders van de aanvrager en in de algemene vergadering van aandeelhouders van de moedermaatschappij van de aanvrager;

    • n.v.t.

  • l. kopieën van documenten inzake beschermingsconstructies van de aanvrager en de moedermaatschappij van de aanvrager, in het bijzonder beschermingsconstructies met betrekking tot plaatsing van preferente aandelen of prioriteitsaandelen bij een rechtspersoon of een natuurlijk persoon;

    • n.v.t.

  • m. kopieën van bestuurlijke rechtsoordelen van het Commissariaat voor de Media en alle communicatie daarover met het Commissariaat voor de Media;

    • n.v.t.

8. Verlening aan verbonden rechtspersoon

Kruis aan indien van toepassing:

  • De aanvrager verzoekt hierbij om overeenkomstig artikel 6.1, eerste lid, de vergunning(en) te verlenen aan de volgende verbonden rechtspersoon:

    ..........

Van deze rechtspersoon dient u een kopie van de ondertekende toestemming (het besluit) van het Commissariaat voor de Media, als bedoeld in artikel 3.1 van de Mediawet 2008 bij te voegen.

9. Verkeer langs elektronische weg

Kruis aan indien van toepassing:

  • De aanvrager die zijn aanvraag per aangetekende post of persoonlijke overhandiging indient, verklaart hierbij bereikbaar te zijn via het e-mailadres dat is opgenomen in onderdeel 2.4 van dit aanvraagformulier. (De aanvrager die zijn aanvraag langs elektronische weg indient maakt daarmee al kenbaar bereikbaar te zijn langs elektronische weg.)

De publieke sleutel van de aanvrager voor versleutelde communicatie dient u per e-mail te sturen aan veilingnlco@rdi.nl.

10. Ondertekening

  • Ondergetekende(n) is/zijn (gezamenlijk) bevoegd op grond van de bij deze aanvraag bijgevoegde uittreksel(s) uit het handelsregister, de bijgevoegde statuten en/of de bijgevoegde volmacht(en).

  • Ondergetekende(n) verklaart/verklaren dat de informatie die in deze aanvraag is verstrekt juist en volledig is.

  • Ondergetekende(n) verklaart/verklaren dat de personen genoemd in onderdeel 4 door middel van deze aanvraag volledig, zelfstandig en onbeperkt gemachtigd zijn om namens de aanvrager op te treden in de veilingprocedure.

10.1. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

10.1.1 Naam ondertekende

10.1.2 Plaats

10.1.3 Datum

10.1.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

10.2. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

10.2.1 Naam ondertekende

10.2.2 Plaats

10.2.3 Datum

10.2.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

10.3. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

10.3.1 Naam ondertekende

10.3.2 Plaats

10.3.3 Datum

10.3.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

10.4. Bestuurder (of gevolmachtigde daarvan)

10.4.1 Naam ondertekende

10.4.2 Plaats

10.4.3 Datum

10.4.4 (Gekwalificeerde elektronische) Handtekening

11. Verklaring notaris

De personen genoemd in onderdeel 10 zijn ten behoeve van de minister door de notaris geïdentificeerd in persoon, volgens de regels van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en hebben (indien geen gebruik wordt gemaakt van een gekwalificeerde elektronische handtekening) in het bijzijn van ondergetekende notaris hun handtekening geplaatst in onderdeel 10.

Van deze personen is een door de notaris gewaarmerkte kopie van het legitimatiebewijs bij de aanvraag gevoegd.

De notaris verklaart ten tijde van diens ondertekening naar beste kunnen te hebben geverifieerd dat op het moment van verificatie de aanvrager:

  • niet failliet is verklaard (uitgezonderd terugwerkende kracht tot 0.00 uur van de dag van deze ondertekening);

  • dat aan de aanvrager geen surseance van betaling is verleend;

    Van deze controle is een door de notaris gewaarmerkte uitdraai van het relevante register bij de aanvraag gevoegd.

  • de aanvrager geen akkoord buiten faillissement in de zin van artikel 370 van de Faillissementswet heeft aangeboden;

  • aan de aanvrager geen herstructureringsdeskundige in de zin van artikel 371 van de Faillissementswet is toegewezen;

Naam notaris:

Plaats:

Datum:

(Gekwalificeerde elektronische) Handtekening:

De verklaring van de notaris mag desgewenst door middel van een bijlage, in ongewijzigde tekst, worden verstrekt. De verklaring mag niet later dan 2 werkdagen voor het indienen van de aanvraag zijn opgemaakt.

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, onderdeel a

– Model bankgarantie pakketten –

  • I. De ondergetekende .......... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)1, gevestigd te .........., mede kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de bank’;

    In aanmerking nemende:

    • A. dat artikel 3.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken (hierna: ‘de minister’);

    • B. dat de minister met het Besluit bekendmaking veiling vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024 heeft bekendgemaakt dat de pakketten (bedoeld in artikel 1.2, onderdeel a, van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024 (hierna: de Regeling) overeenkomstig deze Regeling worden verdeeld;

    • C. dat .......... (naam aanvrager), rechtspersoon naar .......... recht (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte), waarvan de zetel is gevestigd te .........., kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de aanvrager’, voornemens is een bieding in de veiling uit te brengen teneinde een/meerdere pakket(ten) als opgenomen in het onder B bedoelde bekendmakingsbesluit te verwerven;

    • D. dat de minister met betrekking tot de verdeling van vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling;

    • E. dat degene die een aanvraag om de voornoemde pakket(ten) indient op grond van artikel 2.7 van de Regeling verplicht is voor de pakket(en) een zekerheid te verschaffen door een waarborgsom ter grootte van € 20.000,– per pakket, waar de aanvraag, voor zover van toepassing, na toepassing van artikel 2.10, eerste of tweede lid, van de Regeling betrekking op heeft, te storten dan wel voor dat bedrag een bankgarantie te verstrekken. Deze zekerheid heeft een looptijd tot, in geval van afwijzing van de aanvraag, het tijdstip van die afwijzing, tot, in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, het tijdstip van het besluit om de aanvraag niet te behandelen, of tot, in geval van toewijzing van de aanvraag, het tijdstip waarop het bod volledig is betaald;

    • F. dat de aanvrager op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

    • G. dat de aanvrager de bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is.

  • II. Verbindt zich tot het navolgende:

    • A. De bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van € .......... 2 (zegge: .......... .......... euro), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

    • B. De bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de vordering van de aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

    • C. Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

    • D. Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

    • E. Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

    • F. Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder II, onderdeel B waaraan de bank nog niet voldeed. Op verzoek van de bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze geheel is vervallen retourneren aan de bank.

Plaats: ..........

Datum: ..........

Naam bank: ..........

Naam medewerker: ..........

Functie medewerker: ..........

Handtekening medewerker3:

Stempel bank:

Bijlage 3. als bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b

– Model bankgarantie DAB-only-vergunningen –

  • I. De ondergetekende .......... (naam van een bank die is gevestigd in een van de lidstaten van de Europese Unie of in een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte)4, gevestigd te .........., mede kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de bank’;

    In aanmerking nemende:

    • A. dat artikel 3.13, eerste lid, van de Telecommunicatiewet bepaalt dat voor het gebruik van frequentieruimte een vergunning is vereist van de Minister van Economische Zaken (hierna: ‘de minister’);

    • B. dat de minister met het Besluit bekendmaking veiling vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024 heeft bekendgemaakt dat de DAB-only-vergunningen (als bedoeld in artikel 1.2, onderdeel b, van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure vergunningen niet-landelijke commerciële radio-omroep 2024 (hierna: de Regeling) overeenkomstig deze Regeling worden verdeeld;

    • C. dat .......... (naam aanvrager), rechtspersoon naar .......... recht (het recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of van een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte), waarvan de zetel is gevestigd te .........., kantoorhoudende te .........., hierna te noemen: ‘de aanvrager’, voornemens is een bieding in de veiling uit te brengen teneinde een/meerdere DAB-only-vergunning(en) als opgenomen in het onder B bedoelde bekendmakingsbesluit te verwerven;

    • D. dat de minister met betrekking tot de verdeling van vergunningen voor niet-landelijke commerciële radio regels heeft gesteld. Deze regels zijn vastgelegd in de Regeling;

    • E. dat degene die een aanvraag om de voornoemde DAB-only-vergunning(en) indient op grond van artikel 2.7 van de Regeling verplicht is voor de DAB-only-vergunning(en) een zekerheid te verschaffen door een waarborgsom ter grootte van € 10.000,– per DAB-only-vergunning, waar de aanvraag betrekking op heeft, te storten dan wel voor dat bedrag een bankgarantie te verstrekken. Deze zekerheid heeft een looptijd tot, in geval van afwijzing van de aanvraag, het tijdstip van die afwijzing, tot, in geval van niet in behandeling nemen van de aanvraag, het tijdstip van het besluit om de aanvraag niet te behandelen, of tot, in geval van toewijzing van de aanvraag, het tijdstip waarop het bod volledig is betaald;

    • F. dat de aanvrager op grond hiervan is gehouden een waarborgsom te storten of een bankgarantie te doen stellen ter zekerheid van al hetgeen de aanvrager ter zekerheid verschuldigd is, hierna te noemen: ‘de vordering’, aan de Staat der Nederlanden, rechtspersoon naar Nederlands recht, waarvan de statutaire zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: ‘de Staat’;

    • G. dat de aanvrager de bank heeft verzocht een onherroepelijke en onafhankelijke bankgarantie te stellen ten behoeve van de Staat, welke op eerste verzoek van de Staat betaalbaar is.

  • II. Verbindt zich tot het navolgende:

    • A. De bank stelt zich bij wijze van zelfstandige verbintenis tot een bedrag van € ..........5 (zegge: .......... .......... euro), onherroepelijk garant jegens de Staat voor de betaling van al hetgeen de Staat blijkens een schriftelijke verklaring van de Staat ter zake van de Vordering van de aanvrager te vorderen heeft, aldus dat de bank zich verbindt het gevorderde bedrag als eigen verplichting aan de Staat te voldoen.

    • B. De bank verbindt zich om als eigen schuld op eerste verzoek en op de enkele schriftelijke mededeling van de Staat zonder overlegging van enig ander document of opgaaf van redenen te verlangen, aan de Staat te voldoen het bedrag dat de Staat verklaart ter zake van de vordering van de aanvrager te vorderen te hebben, met dien verstande dat de bank nimmer gehouden is aan de Staat meer te voldoen dan het hiervoor vermelde maximumbedrag.

    • C. Deelberoepen onder deze bankgarantie zijn mogelijk. Het maximumbedrag van deze bankgarantie wordt met een bedrag gelijk met dat van elk deelberoep verlaagd.

    • D. Deze bankgarantie vervalt na ontvangst door de bank van een per aangetekende brief gezonden schriftelijke verklaring van de Staat dat de bankgarantie vervalt en in ieder geval één jaar na datum van ondertekening van deze garantie, tenzij de bank ten minste één maand voor de einddatum van de garantie per aangetekende brief een schriftelijke verklaring van of namens de minister heeft ontvangen dat deze bankgarantie niet vervalt, in welk geval de garantie telkens voor een nieuwe termijn van een jaar geldig is.

    • E. Deze bankgarantie wordt beheerst door Nederlands recht. Geschillen ter zake van deze bankgarantie kunnen uitsluitend worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter te ’s-Gravenhage.

    • F. Na verval van deze bankgarantie kan de Staat geen enkele aanspraak meer maken jegens de bank uit hoofde van deze bankgarantie tenzij de bank voorafgaande aan het moment waarop deze bankgarantie zou vervallen een mededeling ontving als bedoeld onder II, onderdeel B waaraan de bank nog niet voldeed. Op verzoek van de bank zal de Staat deze bankgarantie nadat deze is vervallen retourneren aan de bank.

Plaats: ..........

Datum: ..........

Naam bank: ..........

Naam medewerker: ..........

Functie medewerker: ..........

Handtekening medewerker6:

Stempel bank:

  1. Hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld. ^ [1]
  2. Het bedrag invullen overeenkomstig de formule: € 20.000,– x het aantal pakketten waar de aanvraag betrekking op heeft. Dit betekent dat als de aanvraag betrekking heeft op één pakket de bankgarantie € 20.000,– betreft en als de aanvraag op twee pakketten betrekking heeft de bankgarantie € 40.000,– betreft, enzovoorts. ^ [2]
  3. In geval de bankgarantie niet is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening, dient de originele schriftelijke bankgarantie per aangetekende post of door persoonlijke overhandiging te worden ingediend op de wijze bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, en onderdeel b. ^ [3]
  4. Hetgeen in het bovenstaande cursief is gedrukt moet door de Bank worden ingevuld. ^ [4]
  5. het bedrag invullen overeenkomstig de formule: € 10.000,– x het aantal DAB-only-vergunningen waar de aanvraag betrekking op heeft. Dit betekent dat als de aanvraag betrekking heeft op één DAB-only-vergunning de bankgarantie € 10.000,– betreft en als de aanvraag op twee DAB-only-vergunningen betrekking heeft de bankgarantie € 20.000,–– betreft, enzovoorts. ^ [5]
  6. In geval de bankgarantie niet is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening, dient de originele schriftelijke bankgarantie per aangetekende post of door persoonlijke overhandiging te worden ingediend op de wijze bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, en onderdeel b. ^ [6]