Beleidsregel toepassing en beoordeling lozingseisen rijkswateren

Geraadpleegd op 02-05-2024.
Geldend van 01-07-2014 t/m 31-12-2023

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. lozingseis: voorschrift over de toegestane concentraties stoffen in te lozen afvalwater;

  • b. empirische lozingseis: lozingseis die is bepaald op basis van een historische meetreeks van de concentraties stoffen in het te lozen afvalwater;

  • c. theoretische lozingseis: andere lozingseis dan een empirische lozingseis;

  • d. uitgebreide meetonzekerheid: onzekerheidsinterval rond het analyseresultaat dat met 95% betrouwbaarheid de werkelijke waarde bevat;

  • e. watervergunning: vergunning als bedoeld in artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet;

  • f. maatwerkvoorschrift: voorschrift als bedoeld in artikel 6.6, tweede lid, van de Waterwet, dat betrekking heeft op lozen als bedoeld in artikel 6.1 van die wet;

  • g. NEN 1047: NEN 1047:1967, Receptbladen voor de statistische verwerking van waarnemingen, met correcties van december 1968, februari 1976, februari 1977 en met de aanvullingen van 1968, 1970, 1974, 1975, 1978, 1980, 1981, 1982 en 1984.

§ 2. Voorschriften

Artikel 2

Indien in de voorschriften van een watervergunning of in een maatwerkvoorschrift een lozingseis wordt opgenomen, geeft het bevoegd gezag daarbij aan of het een empirische of theoretische lozingseis betreft.

Artikel 3

Indien in de voorschriften van een watervergunning of in een maatwerkvoorschrift een empirische lozingseis wordt opgenomen, rondt het bevoegd gezag de berekende waarde daarbij naar boven af.

§ 3. Toetsing van de overschrijding van lozingseisen

Artikel 4

Bij de controle van lozingen wordt gebruik gemaakt van metingen op basis van:

  • a. de in de watervergunning, de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 6.6 van de Waterwet of het maatwerkvoorschrift voorgeschreven analysemethode, of

  • b. voor zover de watervergunning, de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 6.6 van de Waterwet of het maatwerkvoorschrift daarvoor de mogelijkheid biedt, een alternatieve analysemethode waarvan door het bevoegd gezag is aangetoond dat deze gelijkwaardige resultaten oplevert als de voorgeschreven analysemethode.

Artikel 5

  • 1 Een empirische lozingseis wordt overschreden indien een gemeten concentratie hoger is dan de lozingseis, zonder rekening te houden met de meetonzekerheid en zonder afronding van de meetwaarde.

  • 2 Een empirische lozingseis wordt eveneens overschreden indien de te toetsen waarde, berekend uit meerdere gemeten concentraties, hoger is dan de lozingseis, zonder rekening te houden met de meetonzekerheid in de gemeten concentraties en zonder afronding van de hieruit berekende te toetsen waarde.

  • 3 Bij het beoordelen van de overschrijding van empirische lozingseisen wordt betrokken:

    • a. of er op het moment van monstername sprake was van de gebruikelijke beheerste bedrijfsvoering;

    • b. of de monsters op de juiste wijze zijn genomen, getransporteerd en opgeslagen;

    • c. of de gemeten concentratie is verkregen met de voorgeschreven of een hiermee gelijkwaardige analysemethode als bedoeld in artikel 4.

Artikel 6

  • 1 Een theoretische lozingseis wordt overschreden indien een gemeten concentratie, naar beneden gecorrigeerd voor de uitgebreide meetonzekerheid van de analysemethode, hoger is dan de lozingseis.

  • 2 Een theoretische lozingseis wordt eveneens overschreden indien de te toetsen waarde, berekend uit meerdere gemeten concentraties en naar beneden gecorrigeerd voor de uitgebreide meetonzekerheid, hoger is dan de lozingseis.

  • 3 De te toetsen naar beneden gecorrigeerde concentratie wordt afgerond met toepassing van NEN 1047.

  • 4 Bij het beoordelen van de overschrijding van theoretische lozingseisen betrekt het bevoegd gezag:

    • a. of er op het moment van monstername sprake was van de gebruikelijke beheerste bedrijfsvoering;

    • b. of de monsters op de juiste wijze zijn genomen, getransporteerd en opgeslagen;

    • c. of de gemeten concentratie is verkregen met de voorgeschreven of een hiermee gelijkwaardige analysemethode als bedoeld in artikel 4.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregel toepassing en beoordeling lozingseisen rijkswateren.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Directeur-Generaal Rijkswaterstaat,

Naar boven