Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023

[Regeling vervalt per 31-12-2027.]
Geraadpleegd op 07-05-2024.
Geldend van 30-10-2021 t/m 01-06-2023

Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023

Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand,

gelet op artikel 37b van de Wet op de rechtsbijstand, waarin is bepaald dat het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand subsidie kan verstrekken ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand voor bijzondere doeleinden en projecten,

besluit:

de volgende subsidieregeling vast te stellen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk I. Algemeen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a. advocaat: de advocaat die op basis van artikel 7 van deze regeling is toegelaten tot deze subsidieregeling;

  • b. Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c. bestuur: het bestuur van de Raad, als bedoeld in artikel 3 van de Wrb;

  • d. bezwaarschriftenadviescommissie: de adviescommissie als bedoeld in de Instellingsregeling Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen;

  • e. Bvr: Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000;

  • f. Commissie Werkelijke Schade: Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade als bedoeld in de Instellingsregeling Commissie aanvullende schadevergoeding werkelijke schade;

  • g. ex-partner: de ex-partner die in aanmerking komt voor de compensatie bedoeld in artikel 2.14 h, eerste lid, van de Wet hersteloperatie toeslagen en aan wie deze is toegekend;

  • h. kind: eigen kind als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • i. mediation: het bemiddelen in een geschil waarbij een neutrale bemiddelingsdeskundige de onderhandelingen tussen de rechtzoekende en de Belastingdienst/Toeslagen begeleidt teneinde vanuit hun werkelijke belangen tot gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale resultaten te komen die worden vastgelegd in een overeenkomst in het geval van het bereiken van overeenstemming;

  • j. ouder: de ouder als bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang en die aanvrager was van de kinderopvangtoeslag;

  • k. oudergesprek: een inhoudelijk gesprek tussen de ouder en een medewerker van Belastingdienst/Toeslagen om de situatie van de ouder in beeld te brengen en de voor de toepassing van een herstelregeling kinderopvangtoeslag benodigde feiten te vergaren;

  • l. pleegkind: pleegkind als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet of een kind dat met een pleegkind wordt gelijkgesteld krachtens artikel 4, vierde lid, van die wet;

  • m. Raad: de Raad voor Rechtsbijstand, als bedoeld in artikel 2 van de Wrb;

  • n. rechtsbijstand: rechtskundige bijstand door een advocaat aan een rechtzoekende ter zake van aanspraak op een herstelregeling kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen;

  • o. rechtzoekende: de ouder, de ex-partner, het kind, het pleegkind of voormalig pleegkind die aanspraak maakt op een tegemoetkoming of compensatie in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen en daarbij aanspraak maakt op de rechtsbijstand van een advocaat;

  • p. regeling: Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023;

  • q. toevoeging: de toevoeging ten behoeve van rechtsbijstand zoals bedoeld onder ‘n’ van dit artikel;

  • r. vergoeding: de op grond van deze regeling vast te stellen subsidie;

  • s. vooraankondiging/voorlopige beslissing: de mededeling aan de ouder van de voorlopige uitkomst van de integrale beoordeling op basis van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 6.7 Wht;

  • t. voormalig pleegkind ouder: pleegkind als bedoeld in artikel 2.11, tweede lid Wht;

  • u. voormalig pleegkind ex-partner: pleegkind als bedoeld in artikel 2.11b, tweede lid Wht;

  • v. VSO-route (vaststellingsovereenkomst-route): een traject bedoeld om tot overeenstemming te komen in het kader van het vaststellen van aanvullende werkelijke schade tussen de gedupeerde aanvrager en Belastingdienst/Toeslagen of de Staat, die afgesloten worden met een ondertekende vaststellingsovereenkomst;

  • w. werkelijke schade: de werkelijk geleden schade die overeenkomstig het civiele schadevergoedingsrecht hoger is dan een bedrag als bedoeld in artikel 2.3, eerste tot en met het zevende lid Wht en/of artikel 2.6 derde lid 3 Wht;

  • x. Wht: Wet hersteloperatie toeslagen in werking getreden met ingang van 5 november 2022;

  • y. Wrb: Wet op de rechtsbijstand;

  • z. Zienswijze: reactie van de ouder op de vooraankondiging zoals bedoeld onder ‘s’ van dit artikel.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 2. Doel

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling heeft tot doel adequate en kosteloze gefinancierde rechtsbijstand te regelen aan de rechtzoekende bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen, alsmede hieruit voortvloeiende procedures.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk II. De vergoedingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 3. De vergoedingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Advocaten ontvangen overeenkomstig de bepalingen van deze regeling een vergoeding voor de verlening van rechtsbijstand aan de rechtzoekende bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag bij Belastingdienst/Toeslagen en bij een verzoek voor overneming of betaling privaatrechtelijke schulden.

  • 2 De vergoeding, bedoeld in het eerste lid omvat:

    • a. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor het verrichten van rechtsbijstand aan de rechtzoekende;

    • b. de overeenkomstig deze regeling vastgestelde vergoeding voor kosten en tijdverlet in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand;

    • c. een vergoeding voor de administratieve kosten overeenkomstig artikel 27 Bvr;

    • d. de omzetbelasting die is verschuldigd over de vergoedingen, bedoeld onder a, b en c van dit lid.

  • 3 Ten behoeve van de berekening van de vergoeding worden de krachtens deze regeling toegekende punten vermenigvuldigd met het basisbedrag, zoals genoemd in het eerste lid van artikel 3 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000. Voor de toepassing van het basisbedrag per punt is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend.

  • 4 Bij de toepassing van deze regeling wordt de financiële draagkracht van de rechtzoekende buiten beschouwing gelaten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 4. Vergoedingen voor rechtsbijstandverlening

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de rechtsbijstand aan de ouder als bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend voor rechtsbijstand bij het verzamelen en beoordelen van de voor het verzoek tot herstel benodigde stukken en het geven van advies tot en met het opstellen van de zienswijze op de voorlopige beslissing, inclusief de daarbij behorende oudergesprekken:

    • a. 4 punten, voor zaken waarin minder dan 6 uur rechtsbijstand wordt verleend;

    • b. 10 punten, voor zaken waarin 6 uur of meer rechtsbijstand wordt verleend.

  • 2 Voor de rechtsbijstand aan de ouder over het toekennen van een forfaitair bedrag van € 30.000,– als bedoeld in artikel 2.7, eerste of tweede lid van de Wht, wordt een vergoeding toegekend van:

    • a. 2 punten voor de rechtsbijstand bij het verzoek tot herbeoordeling;

    • b. 7 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de beschikking van Belastingdienst/Toeslagen na een afgewezen verzoek tot herbeoordeling;

    • c. 9 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de beschikking van Belastingdienst/Toeslagen zonder voorafgaand verzoek tot herbeoordeling.

  • 3 Voor de rechtsbijstand verleend aan het kind, pleegkind of voormalig pleegkind van een overleden ouder of het kind, pleegkind of voormalig pleegkind van een overleden ex-partner, ten behoeve van het bezwaar tegen de afwijzende beschikking van Belastingdienst/Toeslagen over het toekennen van een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 2.14 respectievelijk artikel 2.14 a Wht wordt een vergoeding toegekend van 9 punten.

  • 4 Voor de rechtsbijstand verleend aan de ouder ten behoeve van bezwaar tegen de beschikking inzake het verzoek tot herstel, wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 5

    • a. In het geval een mediationtraject tijdens de bezwaarprocedure inzake het verzoek tot herstel wordt ingezet en de mediation met een door beide partijen ondertekende overeenkomst definitief wordt afgerond, wordt voor de rechtsbijstand verleend aan de ouder tijdens het mediationtraject, een vergoeding gelijk aan en in plaats van de bezwaarvergoeding van 20 punten als genoemd in het vierde lid van dit artikel toegekend.

    • b. Indien het mediationtraject niet tot een door beide partijen ondertekende overeenkomst leidt, wordt voor de rechtsbijstand, verleend tijdens het mediatontraject, een toeslag toegekend van 5 punten.

  • 6 Voor de rechtsbijstand verleend aan de ouder bij een verzoek tot vergoeding van werkelijke schade als bedoeld in deze regeling wordt een vergoeding toegekend van:

    • a. 4 punten, voor verzoeken waarin minder dan 7 uur rechtsbijstand wordt verleend;

    • b. 10 punten, voor verzoeken waarin tussen 7 uur en 14 uur rechtsbijstand wordt verleend;

    • c. 20 punten, voor verzoeken waarin 14 uur of meer rechtsbijstand wordt verleend;

    • d. 4 punten indien door de advocaat de hulp van een deskundige op het gebied van het schadevergoedingsrecht is ingeroepen.

  • 7 Voor de rechtsbijstand verleend aan de ouder bij het bezwaar tegen de beschikking van Belastingdienst/Toeslagen op het verzoek tot vergoeding van werkelijke schade wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 8 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.]

  • 9 Voor rechtsbijstand verleend aan de ouder tijdens een VSO-route in het kader van een traject aanvullende werkelijke schade wordt een vergoeding toegekend overeenkomstig het zesde lid, a, b of c van dit artikel.

  • 10 Voor de rechtsbijstand aan de ouder en diens partner, als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid Wht, wordt, voor overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden, een vergoeding toegekend van:

    • a. 2 punten voor de rechtsbijstand bij het verzoek tot overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden of een advies over een afwijzing;

    • b. 7 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de beschikking van de Minister van Financiën na een afgewezen verzoek tot overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden;

    • c. 9 punten voor de rechtsbijstand bij het bezwaar tegen de beschikking van de Minister van Financiën wanneer geen rechtsbijstand is verleend bij het voorafgaand verzoek tot overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden.

  • 11 Voor de rechtsbijstand aan de ex-partner bij een verzoek tot overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden of een bezwaar tegen een beschikking van de Minister van Financiën op een verzoek tot overneming of betaling van privaatrechtelijke schulden, is het tiende lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 12 Voor de rechtsbijstand aan de ouder bij het beroep tegen een beslissing op bezwaar als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b of c, het vierde lid, het zevende lid, en het tiende lid, onderdeel b of c, van dit artikel wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 13 Voor rechtsbijstand aan de ex-partner bij het beroep tegen een beslissing op bezwaar als bedoeld in het achtste lid en het elfde lid van dit artikel wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 14 Voor rechtsbijstand aan een kind, pleegkind of voormalig pleegkind van een overleden ouder of een overleden ex-partner bij het beroep tegen een beslissing op bezwaar als bedoeld in het derde lid van dit artikel wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 15 Voor de rechtsbijstand bij het hoger beroep tegen een uitspraak in beroep als bedoeld in het twaalfde, dertiende en veertiende lid van dit artikel wordt een vergoeding toegekend van 20 punten.

  • 16 Als de advocaat in het kader van de procedure bedoeld in het twaalfde, dertiende, veertiende en vijftiende lid van dit artikel bedoelde procedure meer dan één zitting bij de gerechtelijke instantie heeft bijgewoond, wordt voor de tweede en elke daaropvolgende zitting telkens 2,5 punten vergoed.

  • 17 Indien de advocaat voor de rechtsbijstand een verzoek tot voorlopige voorziening indient, in het kader van bezwaar als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b of c, het derde lid, het vierde lid, het zesde, het zevende lid, het achtste lid, het tiende lid, onderdeel b en c, of het elfde lid, alsmede beroep als bedoeld in het twaalfde, dertiende of het veertiende lid van dit artikel, alsmede hoger beroep als bedoeld in het vijftiende lid van dit artikel, wordt voor ieder verzoek tot een voorlopige voorziening een toeslag van 9 punten toegekend.

  • 18 Als de rechtsbijstand opvolgend is verleend door twee of meer advocaten die niet behoren tot hetzelfde samenwerkingsverband wordt het aantal toe te kennen punten éénmaal met twee punten verhoogd.

  • 19 In geval rechtsbijstand is verleend door opvolgende advocaten zoals bedoeld in het achttiende lid van dit artikel, wordt de vergoeding betaald aan de advocaat die het laatst is toegevoegd. De advocaten verdelen het bedrag in onderling overleg naar verhouding van de verrichte werkzaamheden.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

De terugwerkende kracht betreft het eerste, tweede, vierde, zesde, zevende, achttiende en negentiende lid.

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 29-10-2021.

De terugwerkende kracht betreft het tiende, twaalfde, vijftiende, zestiende en zeventiende lid, voor zover het betrekking heeft op het tiende lid, onderdelen b en c.

Artikel 5. Vergoeding voor reiskosten en reistijdverlet

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor vergoeding van de kosten in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand tijdens een oudergesprek, een mediationgesprek alsmede de zitting van de bezwaarschriftenadviescommissie, alsmede de zitting in het kader van een procedure tot vergoeding van de hogere werkelijke schade, alsmede de zitting bij de rechtbank, alsmede de zitting bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is artikel 25 Bvr van overeenkomstige toepassing.

  • 2 Voor het tijdverlet in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand onder toevoegingen afgegeven vóór 1 januari 2022, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt een vergoeding toegekend van een half punt per volle gereisde 60 kilometer.

  • 3 Voor het tijdverlet in verband met het reizen ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand onder toevoegingen afgegeven op of na 1 januari 2022, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt een vergoeding toegekend van een half punt per volle gereisde 50 kilometer.

  • 4 Als een reis zoals bedoeld in het eerste, tweede en derde lid wordt afgelegd ten behoeve van de verlening van rechtsbijstand aan meerdere rechtzoekenden op dezelfde locatie, wordt in verband met deze reis slechts eenmaal de kilometervergoeding en reisverlet toegekend.

  • 5 De Raad bepaalt de reisafstand op gestandaardiseerde wijze.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 6. Kosteloze rechtsbijstand voor de rechtzoekende

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De rechtsbijstand is voor de rechtzoekende kosteloos; er wordt geen eigen bijdrage opgelegd.

  • 2 De advocaat kan de rechtzoekende geen kosten in rekening brengen.

  • 3 De aan de rechtzoekende toegekende compensatie of andere tegemoetkoming kan nooit leiden tot intrekking van de toevoeging. Artikel 34g Wrb is niet van toepassing.

  • 5 De rechtzoekende die voor de rechtsbijstand als bedoeld in deze regeling afdoende gebruik kan maken van een rechtsbijstandsverzekering, is uitgesloten van deze regeling.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk III. Voorwaarden

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 7. Voorwaarden tot deelname voor advocaten

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De regeling is van toepassing op advocaten die voldoen aan de in de bijlage onder I genoemde deelnamecriteria.

  • 2 Advocaten kunnen een gemotiveerd verzoek tot deelname indienen bij de Raad.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk IV. Aanvraag rechtsbijstand

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 8. Aanvraag van de rechtsbijstand

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 De aanvraag voor rechtsbijstand wordt initieel door de rechtzoekende bij de Raad ingediend.

  • 2 De rechtzoekende dient hiervoor gebruik te maken van het door de Raad opgestelde formulier ‘Aanvraag rechtsbijstand herstel kinderopvangtoeslag’, waarbij de schriftelijke bevestiging van Belastingdienst/Toeslagen dat de rechtzoekende zich heeft aangemeld voor de herstelregelingen kinderopvangtoeslag wordt overgelegd.

  • 3 Op basis van de gegevens in het formulier zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel matcht de Raad een aan de regeling deelnemende advocaat door de rechtzoekende een keuze te geven uit door de Raad voorgestelde advocaten. De door de rechtzoekende gekozen advocaat wordt toegevoegd.

  • 4 Als de rechtzoekende aangeeft dat hij een aan de regeling deelnemende voorkeursadvocaat wenst, voegt de Raad – in afwijking van het in lid 3 van dit artikel gestelde – die advocaat toe.

  • 5 Als de rechtzoekende aangeeft dat hij op het moment van inwerkingtreding van deze regeling al rechtsbijstand van een advocaat heeft bij een verzoek in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag, voegt de Raad deze advocaat toe.

  • 6 De advocaat kan voor de werkzaamheden als genoemd in het tweede tot en met het vijftiende lid van artikel 4, een separate aanvraag indienen voor de in dat artikel genoemde werkzaamheden. Voor deze aanvraag voor rechtsbijstand gebruikt de advocaat een gestandaardiseerd aanvraagformulier ‘Aanvraag vervolgtoevoeging rechtsbijstand herstelregelingen Kinderopvangtoeslag’ en voegt hierbij een afschrift van de bestreden beslissing waarop de betreffende aanvraag voor rechtsbijstand ziet, voor zover van toepassing.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 9. Aanvraag van de vergoeding

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Binnen 12 maanden na afronding van de werkzaamheden die in het kader van deze regeling worden vergoed, vraagt de toegevoegde advocaat de vergoeding aan met een door de Raad opgesteld standaardformulier ‘Aanvraag vergoeding rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag’. Bij dit formulier voegt de advocaat, indien van toepassing, de uitspraak of beslissing, vergezeld van een specificatie van de met de rechtsbijstandverlening gemoeide tijdsbesteding overeenkomstig door het bestuur gestelde regels.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk V. Overige bepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 10. Monitoring en evaluatiebepaling

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Voor deze regeling zal het kenniscentrum van de Raad een monitor opzetten waarmee in ieder geval elk half jaar geëvalueerd wordt of deze bepalingen aansluiten bij de praktijk.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Hoofdstuk VI. Overgangs- en slotbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 11. Overgangsbepaling

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Verzoeken in het kader van de herstelregelingen kinderopvangtoeslag, die op het moment van inwerkingtreding van deze regeling nog in behandeling zijn en waarop nog geen beslissing op bezwaar door Belastingdienst/Toeslagen is genomen, vallen onder deze regeling.

  • 2 Verzoeken voor toevoeging voor het beroep en het hoger beroep als bedoeld in het twaalfde, dertiende, veertiende en vijftiende lid van artikel 4 vallen onder deze regeling indien in de procedure waarvoor de toevoeging wordt gevraagd op het moment van inwerkingtreding van deze regeling nog geen uitspraak is gedaan.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2021.

  • 3 Deze regeling vervalt op 31 december 2027.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 13. Intrekking

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregeling kinderopvangtoeslag die op 28 december 2021 is gepubliceerd wordt bij deze ingetrokken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Artikel 14. Citeertitel

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pakket rechtsbijstand herstelregelingen kinderopvangtoeslag 2023.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

, 20 oktober 2023

Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand,

I.D. Nijboer

Algemeen directeur/Bestuurder

Bijlage

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deelname- en matchingscriteria voor de advocaat

I. Deelnamecriteria

Voor deelname aan deze regeling gelden de volgende voorwaarden:

  • 1. De advocaat staat ingeschreven:

  • 2. De advocaat heeft in de twee kalenderjaren voorafgaand aan het verzoek minimaal 20 zaken op het terrein van bestuursrecht, sociaal zekerheidsrecht, sociale voorzieningen, belastingrecht en/of woonrecht afgegeven.

  • 3. Deelnemende advocaten mogen in de voorgaande vijf kalenderjaren van het verzoek:

    • a. niet tuchtrechtelijk veroordeeld zijn wegens een tekortkoming in de kwaliteit van dienstverlening, als bedoeld in artikel 46 van de Advocatenwet;

    • b. geen maatregel zijn opgelegd in het kader van het Maatregelbeleid van de Raad.

  • 4. De advocaat verklaart bij zijn deelnameverzoek:

    • a. bereid te zijn om mee te werken aan een (tussentijdse) evaluatie van deze regeling door de Raad;

    • b. bereid te zijn om deel te nemen aan peer-review van een door de NOvA aangestelde reviewer;

    • c. bij aanvang van de werkzaamheden gebruik te maken van de standaard opdrachtbevestigingsbrief aan de rechtzoekende.

II. Matchingscriteria

Ten behoeve van een zo goed mogelijke matching met de rechtzoekende vermeldt de advocaat bij zijn deelnameverzoek:

  • a. in welke regio hij actief is;

  • b. met welke instanties binnen het sociale domein hij een samenwerkingsrelatie heeft;

  • c. als toelichting op zijn praktijkvoering:

    • het aantal advocaten dat actief is binnen het kantoor;

    • de rechtsgebieden die binnen het kantoor worden behandeld;

  • d. of- en met welk ander kantoor/partij er een samenwerkingsverband is;

  • e. of hij ervaring heeft in het geven van rechtsbijstand aan rechtzoekenden die te maken hebben met multi-problematiek.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2023, 29583, datum inwerkingtreding 01-11-2023, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-03-2021.

Naar boven